Gelezen XX

 

Annick Vansevenant 
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie oktober 2021

 

Fictie literair

 

Kalme chaos, Sandro Veronesi,  Uitgeverij Prometheus, 2020****

Je redt een vreemde vrouw van de verdrinkingsdood en diezelfde dag hoor je dat jouw vrouw is overleden. Je blijft achter met een dochter van tien. De hoofdfiguur Pietro Paladini is een succesvol zakenman, bezig aan de subtop van een internationaal bedrijf waar getrokken en geduwd wordt om de absolute top te bereiken.

Maar met de slag laat Pietro de ratrace achter zich. Hij verschuilt zich in een absurd beschermende rol voor zijn dochter waar hij haar zelfs tijdens de schooluren vanop een parkeerplaats probeert te volgen. Als een roeping is het, om alles wat voordien belangrijk was, achter te laten. Absolute onthechting en de schooltijd op die parkeerplaats, mijmerend en observerend te bekijken. Als een ‘pont mirabeau’, waar de tijd vloeit door beweging van mensen die nergens naar toe lijken te gaan. De man wordt een levende biechtstoel en is verwonderd over het vertrouwen dat hij gratuit krijgt. Alternatieve biechtscènes; die impressies vormen de mooiste passages van het boek. Paladini ontmoet heel wat bekenden, minder bekenden en komt paradoxaal genoeg nog meer te weten van zijn bedrijf, de honger naar macht, het wantrouwen dan toen hij er nog actief was. Zelfs zijn vreemde manier van rouwverwerking maakt hem favoriet voor promotie. Maar dan komen een aantal passages te veel, een niet geloofwaardige plot waarbij hij kortstondig een relatie aangaat met de vrouw die hij redde. Absoluut overbodig. Het einde kan dan wel weer bekoren met een dochter die haar vader vraagt haar leven terug te geven. Ontwaken uit een rouwproces door de wijze woorden van een tienjarige.

De te gewaagde plot kost de auteur wat mij betreft een ster in vergelijking met het prachtige werk ‘De kolibrie’. (zie één van mijn vorige blogs)

 

Onder buren, Juli Zeh, AmboAtlas, 2021***

Het laatste boek van Zeh dat ik las was ‘Ons soort mensen’. Eigenlijk gaat dit boek op dat elan verder. Als gegeven een kleine dorpsgemeenschap waar de actualiteit evengoed doordringt als in bv. Berlijn. De pandemie maakte een eind aan haar relatie met Robert die als journalist hoge toppen scoort met zijn aanklacht tegen de gebrekkige, onvoldoende maatregelen die de overheid (in paniek) neemt. Hij is voor haar beangstigend principieel geworden. En zo krijg je in het boek een mooi beeld van vrijheid en hoe vrijheid door principes onder dwang komt te staan. Links wordt rechts als het gaat om bescherming van natuur, klimaat, mensen getroffen door een moderne pest. Dora, tot dan werkzaam als copywriter, voelt zich verstikken onder de strenge moraliteit en vlucht naar het platteland. Daar werkt ze zich een bult aan de enorme tuin. Dorpsbewoners duiken op. De buur, een type met een hagenschaar en Nazi-fanaat, een aanhankelijk meisje dat uiteindelijk de dochter van die buur blijkt te zijn, een homokoppel,... Vooroordelen duiken op, twijfel ontstaat. Onder buren is een roman over de menselijkheid van de voorbijganger los van alle grote praat die tot slogans leiden. De manier waarop Zeh dit beschrijft, is vermakelijk en houdt ons een spiegel voor. Maar iets te veel herhaling, iets te veel Blijde Boodschap maakt het boek te emo. Niet het beste boek van haar rijke oeuvre. Door de vele letterlijke herhalingen in het boek lijkt het ook iets te snel geschreven.

 

De overlevenden, Alex Schulman,  De Bezige Bij, 2021*****

Rauw schrijven over de diepste emoties. Zeer emotioneel bezig om bladzijden te vullen met de grootste afgronden die een mens kan zien en nauwelijks overleven. Toch laat je geen traan bij het lezen. Alles is onderkoeld ondanks het soms explosieve karakter van de plot.

Drie broers verzameld bij de dood van hun vader. Samen zitten ze voor het vakantiehuis daar waar zich een tragedie afspeelde. Veel is verdrongen, de littekens zijn pertinent aanwezig. Moeilijke communicatie, flarden herinnering, angst, woede, onbegrip. De overlevenden hebben zichzelf niet overleefd, ze zijn anders geworden.

Beetje bij beetje krijg je zicht op de feiten. Krijg je ook zicht op het waarom van dit zo hoekige gevecht tussen drie broers die niets begrepen van moeder, vader of wat hen bond behalve dan de verdraaide herinnering aan de tragische dood van hun zusje. 

Een soort boek dat je eenmaal gelezen, eigenlijk nog eens moet lezen. Om de tweede lezing vast te krijgen. Een pracht van een stijl, een prachtig boek. Het deed mij enorm denken aan de taal en de plot van ‘De bruggenbouwers’ van Zusak (zie een vorige blog). Dezelfde taal, een verhaal dat gelijkaardig start met de dood van vader als nieuw ontmoetingspunt. Toeval?

 

Vos en ik, Catherine Raven, Atlas Contact, 2021***

Het boek leest als een autobiografie. De biologe verhuist naar een desolate streek in Montana. Dankzij haar kennis kan ze er overleven met geringe middelen. Intussen rijdt ze af en toe naar de universiteitsstad om nog wat extra dollars te verdienen of begeleidt ze groepen in de natuur.

Tot daar het saaie begin. En dan komt ‘Vos’ op de proppen. Een echte vos dus en na geduld (van beide kanten?) ontstaat een soort contact tussen Vos en Catherine. Hij blijft komen. Zij verwacht hem. Soms trekken ze er samen op uit. Intussen hoor je de auteur bezig over innerlijk verwerken van moeilijkheden, angsten, … Dat roept dan weer het beeld op van Helen Mac Donald in ‘Schemervluchten’. Auteurs vluchten bij dieren om hun fall & rise te kunnen beschrijven. Dit is echt wel op het randje. Het teveel aan menselijke projectie naar wilde dieren accapareert de auteur goed door haar collega’s of natuurvrienden een cynische toon te laten aanslaan. 

Toch heeft het boek te veel weg van een sprookje dat wel dramatisch eindigt door een zware brand. Ecologische boodschap ten top. Maar voor mij geen topper wegens veel te egocentrisch geschreven.

 

Het drielichamenprobleem, Cixin Liu, Uitgeverij Prometheus, 2021****

Dit is het eerste deel van een trilogie. Lichtjes te vergelijken met ‘The game of thrones’ maar dan in een toekomstige wereld waar onze planeet peanuts voorstelt.

Drie zaken zijn opmerkelijk in zijn eerste boek (verder ben ik nog niet, maar ze liggen klaar!). 

Er wordt ‘gespeeld’ met wetenschap, vooral astrofysica en theoretische natuurkunde. Wie het in Keulen hoort donderen wat dat betreft, raad ik het boek niet aan. Omdat het echt wel de essentie van het verhaal betreft. Er louter ‘doorlezen’ om de plot te vatten, zal wellicht ontgoochelen.

Daarnaast is er een heerlijke mix van fantasie en traditioneel denken. Je ontmoet er Boedhisten, maar ook gekke illusies die toch een summum van creativiteit vragen van de auteur. Bij wijlen hilarisch en zeker spannend. 

Ten slotte word je continu eeuwen ver teruggestuurd of doorgezonden. Waar ‘The game of thrones’ een simultaan geografisch uitgesponnen verhaal is over streken gebaseerd op diverse belangrijke culturen, is dit een timelap waar de auteur het gamen gebruikt om die dimensie te overbruggen. 

De worsteling met veel Chinese namen moet je erbij nemen. Maar mij hoor je niet klagen. Ik lees en ben spijtig dat ik dit boek niet tegenkwam in de lockdown. Absurde tijden vragen ook om absurd lezen.

Volgende week start ik aan de volgende. Deel 2: “Het donkere woud”. Deel 3: “Het einde van de dood.” Dat belooft!

 

Het sanatorium, Sarah Pearse, Ambo/Anthos, 2021****

Het lijkt wel een beproefd recept. Een hoofdfiguur komt op uitnodiging van een bekende, in casu haar broer, terecht op een hotel in de Zwitserse Alpen. Een voormalig sanatorium. Uiteraard zijn er nog een aantal gasten en vanzelfsprekend volgt een sneeuwstorm waardoor het hotel geïsoleerd geraakt van de buitenwereld. Zoals je kunt verwachten, verdwijnen een aantal figuren, overleven een paar mensen dit verhaal niet en zoekt Elin, rechercheur in het gewone leven, naar verbanden en oorzaken.

Met enige aarzeling begon ik te lezen. Ik zag al iets als Christie, of …. van Raven Hall, de revue passeren. 

Maar nee, dit boek verdient echt vier sterren. Omdat de plot zeer goed in elkaar zit, de stijl correct en de spanningsboog tot op het einde goed blijft. Dit boek is een goede in zijn soort.

 

Inventaris van enkele verliezen, Judith Schalansky, Meridiaan Uitgevers, 2020***

Dit boek zweeft ietwat tussen fiction en non-fiction. Startpunt van de kortverhalen is een vergeten persoon, een verdwenen huis, een vergeten eiland. Hierover wordt een verhaal opgebouwd, soms met heel veel historische feiten en soms vrij fictief maar dan ook wel historisch goed onderbouwd.

Ik kende de auteur van het werk ‘Atlas of Remote Islands’, Particular Books, 2010. Daar houdt de auteur zich op vrij strikte manier bij de feiten: ligging, oorsprong, bevolking, geografie,…  

Maar deze inventaris is anders en misschien net te veel een mix, een amalgaam van fictie en non-fictie. Er zitten parels tussen en soms denk je, oh nee. 

Wel een pluim voor de prachtig mooie uitgave van Meridiaan. Het verlies wordt grafisch mooi gemaakt door de volle zwarte bladzijden die de verhalen scheiden. Maar schijn bedriegt. De ommezijde van elk zwart blad, lijkt wat op het werk van Thierry De Cordier. Zwart verhult maar bedekt niet alles.

 

 

Non-fictie

 

Het vrouwelijk oog wil ook wat, Jitske Jasperse, Sterck& de vreese, 2021*****

De ondertitel van het boek verklaart veel: “vrouwen als opdrachtgevers, verzamelaars en kunstenaars”.

Dit is een boek naar mijn hart. Je wordt meegesleept door een thema en je leert het historisch belang van vrouwen in de kunst, als kunstenaar maar ook als commercieel genie, kennen en erkennen. Aan de hand van een aantal personen zoals bv. Margaretha van Oostenrijk, Edmonia Lewis, Peggy Guggenheim, ontdek je hoe vrouwen onvergetelijk zijn in wat we nu kunnen meemaken aan kunst. Wie kijkt, merkt ze op in musea, exposities, gallerijen, podia voor actuele kunst. Een verzwegen verhaal dat hier een mooie spreektaal vindt.

Het boek kan je lezen à la bonheur. Per fragment, per persoon. Je mixt waar je zelf wil. Een pluim ook voor de zeer verzorgde uitgave. Leuk is, als je ergens op reis bent eenmaal de pandemie dit toelaat, je gewoon even kan kijken waar wat te zien is. Een goede index met veel info achteraan het boek, helpt je zeker op weg. Dat kan jouw reis vrouwvriendelijker maken dan gedacht!

 

Ruis, Daniel Kahneman, Olivier Sibony en Cass.R. Sunstein, Nieuw Amsterdam, 2021***

Na het meesterwerk ‘Ons feilbare denken’ van Nobelprijswinnaar Kahneman was ik benieuwd wat voor nieuwe inzichten nu geboden werden. 

De titel is duidelijk. Het gaat om ‘ruis’. Ruis is datgene wat storingen veroorzaakt, een juiste beslissing in de weg staat, interne of externe beïnvloeding niet juist inschat of gewoonweg negeert, het moment van de dag negeert of de psyche van de beslissingsmaker niet kan gecorrigeerd worden.

De auteurs maken dit duidelijk binnen veel vakgebieden: juridische, medische, forensische wetenschap, patentaanvragen, ... De voorbeelden in het boek zijn soms verbijsterend, omdat beslissingen meer afhangen van persoonlijke stemming dan van afgetoetste berekeningen. Een delicaat punt inderdaad: mag een rechter oordelen over iemand als hijzelf met het verkeerde been uit bed stapte? En hoe voorkom je zoiets?

Het duurt te lang vooraleer de auteurs de cases achter zich laten en starten met goede definiets en oplossingen. In die zin is het boek moeilijker verteerbaar dan het andere werk van Kahneman. Maar de laatste 50 bladzijden in het boek zijn echt wel aanbevelingswaardig en ook een praktische gids voor iedereen die beslissingen neemt die het leven van anderen voor jaren kan bepalen.

 

Gelezen XIX

 

Annick Vansevenant 
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie juli 2021

 

Fictie literair

Domein van licht, Yuko Tshushima, De Bezige Bij, 2020 ***

Dit boek is niet nieuw. De Japanse auteur, overleden in 2016, schreef het werk in 1979. In 1990 werd het vertaald en verdween onder het stof. Maar opeens kreeg het boek een tweede leven en scoort het werk internationaal hoge ogen. Een jonge vrouw, net gescheiden, verhuist samen met haar tweejarig dochtertje naar een appartement in Tokio. Zorg combineert ze met werk in een drukke samenleving. Haar nieuwe leven wankelt tussen hoop, eenzaamheid en verdriet. De taal is glashelder en ondanks de emotionele toestanden soms vrij hard. Een scala aan gevoelens onder een Japans masker, zo zou je dit kunnen beschrijven. Daarom voelde het voor mij wat vreemd aan. Vervreemdend eigenlijk. Maar de mooie stijl en de intieme inkijk in de Japanse manier van hoe men daar met elkaar omgaat, vond ik zeer boeiend.

Klara en de zon, Kazuo Ishiguro, Atlas Contact, 2021*****

De eerste roman van de auteur sinds hij in 2017 de Nobelprijs voor de Literatuur won. En wat voor een! Zeer toegankelijk, diep menselijk en toch met een verhaal waar robots, Kunstmatige Vrienden of Vriendinnen, de hoofdrol spelen.

Klara wordt de Kunstmatige Vriendin van Josie. Of beter: ze wordt de Uitverkorene van Josie om haar thuisrobot te zijn en dat stemt Klara blij. Ze is niet de beste robot, zo beseft ze, maar bezit een flinke link om emoties te onderscheppen en daarop in te spelen. Ze is m.a.w. geen techneut als robot, eerder een emotionele tolk. Klara wordt gekocht en heeft de zon nodig om zichzelf op te laden. Anders verzwakt ze. Dat verklaart de titel, technisch dan. 

Maar door de ‘ogen’ van Klara, camera’s die elk vlak nauwkeurig ontleden naar uitdrukking, toonhoogte, expressie, beweging… krijg je een spiegelbeeld van menselijk gedrag in een maatschappij die concurrentieel is ingesteld. Bijna onmenselijk is. De vraag is dan ook, naarmate het boek vordert, wie mens is en wie als robot fungeert. Klara of de mensen die ze probeert te snappen, gadeslaat, anticipeert? Klara leeft niet op zonne-energie; ze geeft ook klaarheid. Ze is een zon in huis.

Mooi van taal, zeer vlot leesbaar. Ontroerend en een einde dat je wel verwacht maar niet wenst voor Klara. Het mooiste boek van deze blog. Zeer sterk aangeraden!

 

Praat met mij, T.C. Boyle, Meridiaan Uitgevers, 2021****

Van Boyle las ik vroeger ‘Na de barbarij’ (2011). Een roman die ik graag las. Benieuwd dus naar zijn laatste roman die een actueel thema bespeelt. De vraag of dieren ons begrijpen en of wij met hen kunnen communiceren, een relatie kunnen opbouwen vergelijkbaar met de intermenselijke relaties die we kennen.

Jarenlang werd o.a. op chimpansees in die zin geëxperimenteerd. In dat milieu speelt zich deze roman af. Sam, een jonge chimpansee, lijkt de verwachtingen in te lossen. Aimee, een naam die wellicht niet toevallig gekozen werd, biedt zich aan om zich over Sam te ontfermen. Er ontstaat een nauwe band tussen die twee. 

Het dierlijke van Sam in combinatie met het naïeve karakter van Aimee creëert verrassingen maar  wordt stap na stap catastrofaal. Dier en mens blijken anders te reageren, anders te ageren ondanks een apart soort hartstocht. De kloof wordt groter. Of wil Boyle nu precies het omgekeerde beweren en aantonen dat onze menselijke samenleving absoluut niet tolerant, niet humaan ageert, ten aanzien van slimme beesten? 

Feit is dat het boek tot nadenken stemt. Over onze rol in een totaliteit van natuur die ons nabij is, ons doet leven en altijd vreemd blijft? Wie krijgt een plaats? Welk dier? Welk soort mensen? 

Spannend maar niet ontspannend. Maar goed, dat kun je van Boyle ook niet verwachten. Een topper.

 

De stemmen van de Pamano, Jaume Cabré, Meridiaan Uitgevers, 2021****

Een turf van een boek. Een kleine zevenhonderd bladzijden die zowat een halve eeuw overspannen. Dat betekent uitgronden, werken in de diepte. Cabré, Spaanse auteur, neemt als centraal thema de Spaanse Burgeroorlog en het fascistisch regime dat decennialang het politieke en sociale leven bepaalde in zijn land. Een aparte kijk van een Spanjaard op een zeer ‘apart’ historisch Spaans tijdperk. De actuele vertaling ligt voor het grijpen.

Maar het boek is een roman en de figuren die een belangrijke rol spelen zijn allemaal goed neergezet en geloofwaardig. Alles start met een ogenschijnlijk onschuldig bezoek aan een school waar een journaliste iets wil over schrijven. Ze vindt de dagboeken van een onderwijzer. Een man die meewerkte met het linkse verzet als spion, als informant, gezien zijn goede band met de fascistische burgemeester. Iets wat hij verborgen hield ook voor zijn vrouw, voor alle dorpsgenoten. Tot de dagboeken het daglicht zien, jaren later. Dagboeken gericht aan zijn dochter voor wie hij een eerlijk testament van zijn leven wil nalaten. Een ingewikkeld complot van leugen, liefde, verraad, ongeloof en daarbovenop een vertaling naar leugen, liefde en (on)geloof nu. 

Het enige wat mij wat stoorde waren de soms ellenlange historische gegevens van dynastielijnen, soms bladzijden lang namen van neven, nichten, ouders, grootouders, betovergrootouders,... Daar stokt het verhaal soms. 

Het boek is mooi omwille van de duale lijn, het vertolken van hoe een burgeroorlog jaren later een klein dorp blijft storen en contacten wantrouwig maakt, hoe mensen liegen en bedriegen en soms toch als held worden uitgeroepen. Zowel links als rechts. 

 

De tweede plaats, Rachel Cusk, De Bezige Bij, 2021***

Cusk veroverde ons land met de vertaling van de romantrilogie Contouren. Volgens recensenten zou dit boek teruggrijpen naar haar oorspronkelijk oeuvre. Diepgaande psychologie. Ik was benieuwd.

Haar verhaal speelt zich af in een ‘Murdoch-setting’. Vrij beperkt gelokaliseerd, als je de inleiding even buiten beschouwing laat. Een landhuis met een buitenhuisje waar het vrouwelijk hoofdpersonage een schilder uitnodigt. Maar niets loopt zoals verwacht. De schilder brengt ook een mondaine vriendin mee, een ietwat ongeleid projectiel die ook de dochter van het hoofdpersonage op sleeptouw neemt. Dat wekt onbegrip, wrevel, jaloezie maar ook nieuwsgierigheid op. 

Diverse relationele banden, manieren van zijn en praten, doorkruisen elkaar, beïnvloeden elkaar en leiden meestal tot scheuring en disharmonie. 

Het mooiste in het boek vond ik de strijd van een moeder om haar dochter (weer) voor zich te winnen. De angst om te verliezen, het risico om alles te verliezen als je ook nog die ene persoon verliest.

Soms was de psychologie, voor mij althans, soms te ver gezocht. Ik begreep niet alle gedachtesprongen. Daarom ‘slechts’ drie sterren: een sterk uitgangspunt, een goede schrijfstijl maar de psychologie, die uiteindelijk de motor moet zijn van het boek, overtuigde me niet compleet.

 

De dood van Francis Bacon, Max Porter, De Bezige Bij, 2021****

Max Porter is een schrijver des doods. Het boek ‘Verdriet is een ding met veren’ (2016), vond ik een superieure literaire neerslag van een rauw rouwproces.

Nu gaat het over Francis Bacon op zijn sterfbed. Niet de filosoof en wetenschapper uit de 16de eeuw, maar wel de kunstschilder die leefde in de 20ste eeuw en aan wie Centre Pompidou in 2020 een fantastische retrospectieve wijdde.

Het boek telt slechts een 75-tal bladzijden en dan nog op grote interlinie en klein formaat. Het zijn sprokkels van herinneringen, verzuchtingen en verlangens van de homoseksuele Bacon die dacht zijn geliefde te zien aan zijn sterfbed maar slechts zijn zuster ziet opdagen. Niet dat het met zoveel woorden wordt gezegd. 

Vertalen wat een stervende denkt. Doodziek. Vreemde associaties. 

Dit boek kon me bekoren omdat ik zelf van de werken van Bacon houdt. Zonder die herinneringen aan een aantal doeken, begreep ik van dit werk weinig. Gouden raad: bekijk de werken van Bacon. Lees iets over zijn relatie met een bokser en lees dan Porter. Zijn manier om een lege canvas met gedachten te vullen, is grandioos.

 

Roeivlucht, Mark van Tongele, Atlas Contact, 2021****

Mark van Tongele studeerde geneeskunde. Dat merk je zijdelings op en dat intrigeert me ook als lezer (en wetenschapper van opleiding). De combinatie van wetenschap en literatuur biedt heerlijke dimensies. 

Roeivlucht is de baltsvlucht van de zwarte stern. Een spitse, snelle en mooie meeuwensoort die je vooral in de wintermaanden kan aantreffen aan de kust van West-Europa. ’s Zomers maken ze lawaai in het hogere noorden van ons continent.

Kustwoorden zijn niet vreemd in deze poëzie. Samen hangend met wind en plezier van wind in de zeilen. Soms iets cynisch maar meestal opgewekt als de kreet van de stern. Met een kwinkslag, een wingspan.

Nee, ik heb niet alles gelezen van deze bundel. Ik blader door gedichten. Soms lees je er een meerdere keren, en soms vind je dan een nieuwe. Ik lees ze meestal bladerend van achter naar voor. En blijf hangen. Zoals sternen kunnen.

Heerlijk natuurlijk werk. Zo licht van toon, zo intens van constructie.

 

Fictie spannend ontspannend

 

Vluchtweg, Jet van Vuuren, Ambo/Anthos, 2021****

Een thriller die zich afspeelt in Friesland. Twee zusjes met familie aan het varen op een meer. Een zusje verdrinkt, het hoofdpersonage houdt er een trauma aan over. Tot ze door een tante wordt opgeroepen om het huisje van haar vader zaliger te betrekken, vlakbij datzelfde meer.

Dan komen herinneringen boven en dan ontstaat een nieuw verhaal. Wie niet houdt van oer-hollands laat dit boek best achterwege. Maar de plot zit goed in elkaar, de thema’s zijn actueel, de zijsporen verwarrend. Precies wat een goede thriller nodig heeft om te boeien. En ja, ik heb het in een ruk doorgelezen op een lazy Sunday.

Ideaal voor wachttijden in vaccinatiecentra of om autofiles, luchthavenperikels... te verteren.

 

Het geheim van Raven Hall, Emma Rous, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2021***

Eerst dacht ik: dit is een copy paste van een film die ik jaren geleden zag. Mensen krijgen een uitnodiging om naar een afgelegen hotel te gaan, ergens in Engeland. Iedereen wordt afgezet en dan begint het spel van wie is wie. Er vallen een paar doden, mensen verdwijnen van de radar.

Maar het boek krijgt langzamerhand meer karakter. Wie is wie en wie was wie vroeger? En dan komen onverwachte wendingen toch nog naar een climax. Naderhand worden figuren beter getekend en krijgt het verhaal ook schwung.

Zeker een goed vakantieboek. Verwacht er niet meer van. 

 

Non-Fictie 

 

Wallonië en de Ardennen, Kristien Hansebout, Sterck & De Vreese, 2021****

Voor mij ligt een turf van 420 bladzijden. Gewicht: 1475 gram. Dit is dus geen werk om in je rugzak te proppen wil je het zuiden en oosten van ons land verkennen. Dit boek is een topper qua voorbereiding. Het is een naslagwerk met veel doe-dingen.

Wat wil je zien? Wat wil je doen? Waar wil je iets doen? Waar is iets te zien? Waar kan je lekker eten? Waar wil je verblijven? Op dat punt is dit werk een unicum. Het is geografisch grondig. Met download wandelingen en fietstochten.

We namen de proef op de som in Namen, onlangs. We volgden het advies van de auteur. De referenties naar resto’s en hotels zeker goed. Musée Félicien Rops zeker een aanrader. Maar over het nieuwe Delta, prachtig gelegen met continu veranderende actuele kunst werd met geen woord gerept.

Dit boek is een ongelooflijk boeiende prestatie. Over de helft van ons land. Mooi uitgegeven. Schitterend om een start te maken voor een paar dagjes anders België. Dit boek zal voor twee jaar lang alle andere reisgidsen van de kaart vegen wat betreft ons Franstalig landsgedeelte.

 

Gelezen XVIII

 

Annick Vansevenant 

voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M

Editie mei 2021

 

Fictie literair

 

De sneeuwpanter, Sylvain Tesson, Arbeiderspers, 2021*****

Een ontdekking. Er is de evenwichtige mix tussen avontuur en non-fictie thriller, geografie, liefde voor de planeet, filosofie en… niet onbelangrijk, ook een stijl zonder afwijkingen, zonder sentimentaliteit geschreven. 

Je gaat als het ware mee in het verhaal, een avontuurlijke reis op zoek naar de sneeuwpanter die weinigen in beeld krijgen. De auteur kon mee met het gezelschap van natuurfotograaf Vincent Munier. Je leest het boek(je) door in een drietal uur. Gewoon omdat je wil weten, wil meeleven, wil voelen, … hoe het leven is op de meest desolate sites van onze planeet. Geen heldendom, geen triomf. Wel de stilte als het dier in zicht komt en bescheidenheid als het over het mensdom gaat. Mooi is ook hoe het wachten, het lange wachten, wordt beschreven en hoe gedachten fladderen als het lichaam zich verplicht moet stilhouden.

Zelden geef ik vijf sterren. Maar deze verdient er zelfs zes. Niets is moeilijk aan het boek, behalve de ervaring die wordt verteld. 

 

Een kat achterlaten, Haruki Murakami, Atlas Contact, 2020****

Een zoon en een vader. Op een fiets. Het lijkt wel bijna een liedje van Wim Sonneveld. In de bak achterop een kat die ze willen achterlaten. Wat ze doen. 

Maar die kat keert weer. Een allegorie die de auteur beschrijft om de relatie met zijn vader uit te schrijven. Zijn vader was Japans militair tijdens Wereldoorlog II. Toch zet Murakami hooggespannen verwachtingen opzij. ‘Ik ben een heel gewone zoon van een heel gewoon mens’. Dat geldt voor 99.99% van de wereldbevolking. De 0.1% die er anders over denkt, is het overdenken niet waard.

Maar het is goed dat hij dat zegt. 

Het boek bevat weinig karakters en is zeer mooi geïllustreerd. Rustpunten in de lectuur die zin per zin mag en moet geproefd worden. 

Een mooi boek vol wijsheid over het leven en hoe het gaat bij ‘gewone’ mensen. Toch een buitengewoon mooi boek.

Voor liefhebbers van mooie covers... 

 

De kat die boeken wilde redden, Sosuke Natsukawa, Signatuur 2020*****

Het lijkt wel een blog van kattensoorten te worden: van sneeuwpanter naar verloren katten, naar katten die zelfs kunnen spreken. En alle boeken spelen zich af in Centraal en Oost-Azië. Is dit een trend? Of een gezocht toeval van een lezer die ook een kat koestert?

Er is de overleden grootvader, een boekhandelaar met grote liefde voor Literatuur. Er is de kleinzoon die na de dood van zijn opa niet weet wat hij moet doen. De zaak sluiten, lijkt het meest voor de hand liggend. Dat is hij van plan. Maar een vierpoter staat in de weg. Een kat die kan praten. In de beginfase gaat het eerder over blazen. Een idee dat bij mij zeker het boek van Max Porter ‘Verdriet is een ding met veren’, opriep. Hoe een ‘beest’ de mens leert om beter te leven, de goede weg terug te vinden en een en ander kan verwerken.

In tegenstelling met Max Porter is Natsukawa minder scherp. Het boek leest eerder als een fabel. Je merkt hoe scholier Rintaro zichzelf vindt, anderen ontdekt en uiteindelijk ook wat afstand neemt van mensen die boeken lezen omdat literatuur nu eenmaal moet en zich daardoor een bepaalde air aanmeten.

Een heerlijk boek. Schitterend. Ontroerend. En toch met een kritische kattenkijk die doet glimlachen.

 

Mijn lieve gunsteling, Marieke Lucas Rijneveld, Atlas Contact, 2020***

Geen verrassing voor wie ‘De avond is ongemak’ las. Zie een van mijn vorige blogs. Het zat er aan te komen en was al mooi voorbereid als vervolg op het vorige succes. De veearts die verliefd werd op de boerendochter. En hoe de boerendochter ook het spel meespeelt, alles als gewonnen vrijheid ziet en geniet van het idee.

In die zin een afknapper. Omdat de plot als een duplicaat wordt gelezen. Rijneveld* zal zich moeten herpakken als zij verder willen scoren. Want de pen, ja…. die hebben ze echt in handen. Als stijlroman is het ongelooflijk hoe zij zich verplaatsen in de man die leeftijdsgenoot van hun vader kan zijn. 

Vandaar de drie sterren. Alles stroomt er uit. In een ongelooflijke correcte stijl. 

Toch las ik dit niet graag. 

‘De avond is ongemak’ vond ik een riskant en absoluut onverwacht boek. Deze is een afgeleide. Nog altijd zeer goed geschreven. Een stijl als een snelweg, regelrechte drive en zeggen zoals je het beleeft, bovenhuids. Maar als een te verwachten vervolg op het vorige, blijft het boek onder de verwachtingen. Te veel déjà vue.

Benieuwd hoe deze auteurs verder schrijven.

*Rijneveld uit zich als non-binair. Uit respect gebruik ik hier dus een meervoud als het over de auteur gaat.

 

 

 

De acht bergen, Paolo Cognetti, Bezige Bij, 2020***

Een succesproduct. Soms is net dat een rem om een boek te lezen. Een geval van elitair absurdistan, dat geef ik grif toe. Dus, ja. Lezen maar. Door zovelen gesmaakt, moet het toch ietwat naar woorden smaken?

Dat is zeker het geval. Cognetti schrijft goed en laat zich vlot lezen. Een Italiaanse streekroman met liefde gebracht. Een zachte roman in een soms onherbergzaam landschap. Waar mensen ondanks alle inspanningen toch teloor gaan of door een getekende vriendschap herinnerd blijven.

Bij mij bleef iets hangen. Waarom krijgt deze auteur zoveel lezers? Wat biedt hij als extra? Niets. Er zijn acht keer achthonderd bergen die beklommen werden, waar iemand zich vestigt, die gecultiveerd werden. Wat maakt van dit boek een bestseller?

Iets wat we niet graag toegeven. Warmte. Gewoonweg warmte. Misschien net een graadje teveel aan vriendschap, dit boek.

 

De Stilte, Don Delillo, Ambo/Anthos, 2020****

De auteur is geboren in 1936. Maar de roman is absoluut eigentijds en van een stijl waar menig jonge debutant jaloers zou op zijn. Heerlijk scherp, verfrissend en creatief associatief betreffende een visionair onderwerp. 

Stel dat alle schermen op zwart gaan. Je crasht in een vliegtuig, je weet niet meer waarover te praten, het zwarte gat lijkt nabij. Voeg daarbij nog een vleugje Einstein en een complete chaostheorie. Gaande van ‘neurale interfaces’ tot ‘persoonlijke inzichten die wegzinken in quantumdominantie.’

Niets meer dan stilte als metafoor van isolatie. Alle informatiekanalen weggesneden. Wat rest dan van de moderne wereld, de ambities van de mens van nu? Het lijkt wel een omgekeerde lockdown. Daar mag alles virtueel en blijft het reële weg. Bij Delillo zitten mensen samen voor een zwart scherm en weten niet wat te doen, wat te zeggen. Alsof ook de realiteit door het scherm werd opgeslorpt.

De huidige pandemie en het thema van dit boek tonen dat mensen de weg verliezen tussen het reële en het virtuele. Enkel virtueel en je hoort niets anders dan depressie, eenzaamheid, gebrek aan knuffelcontacten, aanraking, de touch van mens tot mens. Zet alle informatiekanalen op slot en opeens is de chaos in deze samenleving compleet. Vliegtuigen verdwijnen van de radar, ziekteverwekkers krijgen vrij spel, kernwapens zijn uitgeschakeld en de kleine oorlogen nemen ongecontroleerd toe. 

Beklijvende roman die de kwetsbaarheid van de moderne mens op deze planeet op een andere manier beschrijft.

 

Grensgebieden, Gerald Murnane, Signatuur, 2021*****

Dit werk vraagt werk van de lezer. Beperkt qua aantal bladzijden, maar wat er staat… lees je niet zomaar. Er zijn weinig feiten in het relaas. Het is een terugblik van een oude man op zijn leven. Die terugblik wordt opgebouwd via ogenschijnlijk toevallige waarnemingen: een vogel, een kerkklok, een kind dat lijkt op… Dan gaat de auteur hierop in en wikkelt als het ware een spinsel rond de start. Zeer associatief. Wie dacht dat Virginia Woolf het summum van associatief schrijven voorstelt, zal zijn of haar mening moeten herzien na het lezen van dit boek. 

Het vraagt erom om meegesleept te worden. Je te laten gaan in zinnen die draaien en keren, spiraalsgewijze terugkomen op het uitgangspunt en toch iets anders vertellen. Je weet niet precies waar alles (maar ja, wat is alles hier?) zich afspeelt. Je merkt restanten van een katholiek verleden, van een internaat, van heel veel lezen en hoe literatuur de kijk verandert. Er is een continue wisselwerking tussen wat de ik-figuur denkt en datgene wat hij ziet en hoe datgene wat hij ziet hem terug aan iets doet denken.

Een fabuleus boek. Voor mij alvast een van de topboeken die ik dit jaar las.

 

Fictie, spannend

 

De bibliotheek van Parijs, Janet Skeslien Charles, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2020****

Een mooie invalshoek en ook met goed leesdebiet geschreven. Een turfje van iets meer dan 400  bladzijden dat geen moment verveelt. Het verhaal gaat over hoe de Amerikaanse bibliotheek van Parijs tijdens de bezetting van de nazi’s tot een plaats van verzet uitgroeide. Bibliotheekmedewerkers ontpopten zich tot stille helden en redden op die manier veel mensen van deportatie en een gewisse dood.

Het verhaal is opgebouwd als een tweespoor: het ene dus Parijs tijdens WO II. Het andere in Montana ruim veertig jaar later. Odile is de bindende figuur. Het leven van die decennia hebben haar getekend en geleerd dat weinig in oorlogstijden zwart-wit is. Dat te snel zijn met een oordeel soms fataal kan worden voor een ander. Maar het ontwapenende van de jeugd maakt onverwacht openingen.

Gebaseerd op waargebeurde feiten en verder aangedikt met een zweempje tragiek en romantiek. Op een of andere manier deed het me denken aan ‘Onder moeders vleugels’ en ‘Alleen op de wereld’. Leven en keuzes maken in een wereld die je zelf absoluut niet in handen hebt.

Een boeiend spannend ontspannend boek.

 

Non-fictie

 

De verdwenen piano’s van Siberië, Sophy Roberts, Ambo/Anthos, 2021****

Een kunstzinnig, journalistiek reisverhaal in een land dat zowel afschrikt als tot de verbeelding spreekt. Siberië. Het woord alleen al doet je rillingen krijgen. Maar de auteur is vastberaden en zoekt tijdens wintertijden naar piano’s in Siberië. Al bij al een vreemd idee...

Ondanks de kilte en de koude van het leven daar, geeft dit boek warmte. Warmte en een glimlach. Geen piano gevonden? Verdwenen? Op naar de volgende. Je maakt een reis mee, je ontmoet mensen, je ziet hoe natuur en cultuur soms een fusie maakten en soms ook tot desintegratie leidden.

Ik vond dit een mooi, ontroerend, leerzaam en bij wijlen grappig boek. Je leert een land kennen die meer dan Europa omspant. Een onbekend gegeven waar ook mensen, zoals jij en ik, wonen. Soms gedeporteerd, soms omwille van economische redenen daar hun stek vonden en er nog altijd blijven. De kou snijdt. De snaren lijden. Het boek leest als een trans-Siberische express.

Voor zowel reisliefhebbers, kunstenaars, musici en Russian lovers... een aanrader. 

 

Schemervluchten, Helen Macdonald, Bezige bij, 2021***

Na ‘H is for hawk’, een van mijn favoriete boeken ooit, snelde ik als een slechtvalk naar de boekenhandel. Zo benieuwd was ik.

De teleurstelling om slechts drie sterren te willen geven, is des te groter. 

De sterren verdient deze auteur omwille van haar ‘bezetenheid’ met alles wat leeft in de natuur. Wat je leest in de korte essays die als een ‘schemervlucht’ lezen, is altijd natuurgetrouw. Je leert dus enorm veel van een diversiteit aan habitat, van gewone en minder gewone dieren. Niet alleen vogels.

De titel is goed gekozen. Omdat haar verhaal over de gierzwaluwen, hun schemervluchten, een van de beste stukken zijn uit het boek.

Je leert enorm veel en je baalt. Je baalt omdat de auteur zichzelf te veel in de kijker zet. Haar depressies, haar twijfels, haar verleden… Wie bewijs je een dienst met je te vereenzelvigen met een soort die graag ‘wild’ is en ‘natuurlijk’ moet blijven? 

In deze tijden had ik geen boodschap aan zwakte. Ik zocht verhalen van natuur die me leerden relativeren. Vreemd dat net Macdonald dat niet heeft geleerd. Hoe je gewoon gewoon moet blijven als je dieren en natuur liefhebt. Geef dat leven een eerste plaats. Als je de mens als ondergeschikt predikt, hoef je niet elke traan te beschrijven.

 

De gewiekste vogelgids, Nico de Haan en Elwin van der Kolk, ANWB, Kosmos, 2021*****

Sinds vorig jaar, Corona-tijden, wordt wandelen een nieuwe bezigheid. Tijd in open lucht en vogelkijken in een vlucht. Zo ontstaat een nieuwe hobby, een nieuwe manier van kijken terwijl je beweegt. Het lijkt wel een beetje op jagen maar is godzijdank ongevaarlijk voor alles wat leeft. Dankzij mijn vader leerde ik mijn lesjes nog voor ik 12 jaar was. Mijn eerste spaarcenten waren op 15-jarige leeftijd besteed aan een verrekijker. Intussen heb ik er twee liggen. En vogelkijken doe ik nog altijd. Als amateur. Ik ben geen pro. Maar als je wandelt en je wil naderhand ontdekken wie die gevleugelde was, dan moet je op zoek.

Mijn favoriet, eigenlijk mijn dagboek vogelkijken is en blijft de ANWB-gids. De oude is volgeschreven, de nieuwe nog maagdelijk maar omdat én klimaat verandert én vogels ook andere standplaatsen kiezen, kocht ik er al een tweede.

Benieuwd dus naar ‘De gewiekste vogelgids’. Het overtrof mijn verwachtingen. Omdat het precies volgt wat je doet als je een vogel opmerkt. Je kijkt en ziet kleur. Daarna denk je na, wat deed die vogel? Dan denk je; waar was ik dan? En hoe zag die vogel er uit? Welke vorm had die?

Een gids die je leidt. Meer kan een gids niet zijn. Wij deden de proef na een uitstap in De Blankaart, Diksmuide (Woumen). Op het pad voor ons, een koppeltje. Pront rechtop. Wat geel en goed getekend in de vleugels. Polderland, moerassen, turfgebied. Mijn partner zocht in deze gids, ik in de ANWB-vogelgids. Tapuiten. Zij had het eerder gevonden dan ik.

Dit is een absolute aanrader voor beginnende vogelspotters. De gids volgt jouw gedrag in het kijken. En dat leidt dus snel naar de juiste naam. Eentje om af te vinken, dit boek!

 

Gelezen XVII

 

Annick Vansevenant 

voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M

Editie maart 2021

 

Fictie literair

 

Snow, John Banville, Faber, 2020****

Het is altijd uitkijken naar een nieuwe Banville. Een Ierse schrijver die tot de beste hedendaagse auteurs behoort. Dit keer een ietwat ander genre dan we van hem gewoon zijn: een detective, bijna een whodunit, ware het niet dat niet de oplossing van de misdaad maar wel de sfeer rond de misdaad de essentie vormt. Bijna een streekroman want het boek speelt zich af in het zuidoosten van Ierland, nabij Wexford. Daar waar Banville zelf woont. De titel verraadt het seizoen. Een wel erg barre wintertijd voor het wel vochtige maar doorgaans zachte Ierse klimaat. Maar door de sneeuw kruipt ook de kilte onderhuids binnen: een mooie vondst die alle heftigheid, alle passionele kleuren nog sterker doet uitkomen. Het boek is bij mijn weten nog niet vertaald maar de Engelse versie laat zich redelijk gemakkelijk lezen. Het boek verdient de sterren omwille van de rake typering van de standenmaatschappij, de onderliggende achterdocht tussen protestanten en katholieken, de eenzaamheid van de personages, de setting en het landschap. Vijf sterren net niet: omdat wie een beetje de Ierse actualiteit volgt, snel snapt waar het naar toe gaat. Als whodunit mist het zijn ding. Als literaire thriller zeker niet. Een tip: dit boek is stukken beter dan ‘Hout’ van Jeroen Brouwers. Sorry voor de Brouwers-liefhebbers.

Zeer vreemd vond ik het wel dat in een dergelijke winterperiode de auteur een vleermuis laat verschijnen. Dat kon echt wel beter en is een blunder voor wie het landschap, klimaat en natuur van binnenuit wil beschrijven.

 

De Agatha Christie-kenner, Paul Jabobs, Houtekiet, 2021***

Hier getwijfeld tussen 2 of 3 sterren. Op basis van de eerste tientallen bladzijden dacht ik zelfs het boek aan de kant te leggen. Maar de volhouder wint en in dit geval geldt dit zowel voor de auteur als voor de lezer. Het boek zit eigenlijk prima in elkaar. De plot is goed bedacht en de stijl is vlot. Dus een perfect spannend ontspannend boek. Eentje voor op een luchthaven in post-Covid-tijden.

Mij stoorde wel het te concrete karakter, de vele verwijzingen naar het hier en nu van bij ons en de zuiderburen. Dat creëert een soap-gevoel en iets van ons-kent-ons terwijl het boek beter verdient en de auteur dit kan overstijgen. Sommige zijplots overtuigen niet waardoor je achteraf een ietwat bedrogen gevoel krijgt. Maar toch een vrij filmisch boek en in zijn genre wel beter dan Toni Coppers.

 

Transatlantic, Colum McCann, Random House, 2013 *****

Voor mij alvast DE ontdekking van de jaarwissel 2020-2021. Ooit meegesleept uit Washington en dan wat vergeten wegens apart gelegd in de boekenkast. Tot McCann door de vertaling van ‘Apeirogon’ (komt in de volgende blog zeker aan bod!) hier persaandacht kreeg. Opeens vond ik de kleine pocket terug. 

Een heerlijk levensavontuur. Niet vertaald maar de taal is zo gefiltreerd, zuiver en dus van alle overbodigheid ontdaan, dat het lezen in de brontaal supervlot verloopt. Alles speelt zich af tussen de VS en Ierland. Beide landen hebben ook heel wat met elkaar te maken. De auteur zelf is er een voorbeeld van. De plot is buitengewoon. Eigenlijk simpel, maar is precies eenvoud niet het keurmerk van de meester? Drie iconische verhalen gespreid over een aantal decennia. Crossing times en crossing borders. Maar wat mij verwonderde, was het oprechte respect voor de vrouwen achter de verhalen die soms in een ander hoofdstuk, een ander tijdperk van de geschiedenis onverwacht sporen nalaten. Voor mij een van de meest feministische boeken ooit gelezen. 

De stijl is zeer gevoelig, bijna intuïtief vrouwelijk (als ik dan al eens een cliché mag gebruiken). Kort in woordgebruik, rijk aan inlevingsvermogen. Deze auteur heeft mijn hart gestolen.

 

De hemelproef, Olli Jalonen, Uitgeverij Mozaïek, 2021****

Een Finse auteur schrijft over St-Helena. Een eiland dat wij alleen van Bonaparte kennen. En dan nog. Het vraagt wat zoekwerk in de atlas om het eiland te situeren. Nee, niet Elba. St-Helena, gelegen in de Atlantische Oceaan op hoogte van Angola. Veel en veel zuidelijker dan Kaapverdië. Astronoom Halley kwam daar langs en gaf de jongen Angus, een opdracht. Vogels tellen en de sterrenhemel tekenen. Angus is nieuwsgierig en begaafd. De dominee die zijn moeder tot vrouw nam, leert hem lezen en cijferen. 

De auteur schrijft de verhalen van Angus in eerste persoon. Een tour de force. Hoe Angus zich kwijt van zijn taak, leert cijferen en door de cijfers heen ook verhoudingen leert onderkennen. Hoe hij leert lezen en de taal als code tot zich neemt. Romantisch, denk je dan. 

Maar nee, de politieke wereld staat niet stil en een gouverneur beslist wie kansen krijgt en wie niet. Op een geïsoleerd eiland kan alles. Ook wat niet door de beugel kan. Zo leert Angus een ander verhaal kennen. Een van argwaan, angst en zoeken, vertwijfeld zoeken naar hoop, machtsmisbruik, racisme. Kan Halley zijn komeet laten schijnen op het leven van Angus? Hij vertrekt met een missie van hoop naar het democratische Britse Rijk. Een avontuur dat leest als een trein (excuseer; boot).

Een supergoed boek. Historisch en maatschappelijk boeiend en spannend. Leerrijk en vol fantasie. Maar altijd is de ruwe werkelijkheid erger dan de fantasie van een kind. Want naderhand denk je dan; hoeveel geniën heeft deze wereld onachtzaam genegeerd? Op de verkeerde plaats op het verkeerde moment geboren. Hoe luchtig ook, dit boek heeft een boodschap.

 

1794, Niklas Natt och dag, 2020, Prometheus***

1793 was zijn eerste. Een titel van een jaar later, dat is altijd kantje boordje lopen voor auteurs. Te veel van hetzelfde? Beter dan de vorige goeie? Dat was de vraag die mij deed grepen naar het boek.

De gevoelens zijn gemengd. Le noir van Stockholm blijft de klemtoon. De walmen, dampen van alcohol vermengd met urine, doodslag, mishandeling,…. Alles is weer aanwezig. 

Maar de auteur geeft een twist aan zijn nieuwe roman. Opeens zijn we ver weg van het koude, zwarte Zweden en reizen we mee naar een godvergeten eiland. Slavenhandel.

Dus anders dan de vorige. Maar mijn inziens niet beter. Het verhaal van het exotische eiland en de overgang naar Zweden was perfect. De typering van de twee hoofdfiguren ook. Tot 75% van het boek met plezier gelezen. Maar de laatste hoofdstukken waren volgens mij een teveel aan fantasie. In die mate overdreven dat het niet meer geloofwaardig overkomt. Een climax die afknapper wordt. 1795 zal ik niet meer lezen.

 

Non-fictie

 

Dubbelgangers & Tegenhangers, Jo Claes, Sterck & De Vreese, 2020**

Geloof is van alle tijden. Maar niet alle vormen van geloof dekken alle tijden. De evolutie van geloofsculturen is dus geen lineair proces. Het vraagt ontwikkeling, omwikkeling van bestaande rites en omvorming naar het ‘nieuwe’ geloof.

Mythes, sagen, Bijbelse taferelen, feesten als Lichtmis en Kerstmis, carnaval en Pasen,… het toont aan dat introductie van een nieuwe vorm van geloof de oude tradities niet kan vergeten. Dat is het uitgangspunt van het kunstboek. Jo Claes verkent een aantal parallellen tussen de klassieke mythologie en de Bijbelse verhalen. 

Het boek is zeer mooi uitgegeven, met heel veel sprekende afbeeldingen. De auteur verdiept zich in de klassieke of Bijbelse teksten die hierover spreken. Zeker waardevol wat betreft historische inkijk. 

Wat ik wel mis, is de kijk van de auteur zelf. Niet minder dan 50% van alle teksten zijn citaten over een figuur als Abraham of Juda of Deukalion. Genomen uit de Bijbel, vooral Oud Testament en dan ook van klassieke dichters zoals bv. Pindaros of Hesiodos. Op zich is dat goed. Maar ik mis elke vorm van interpretatie. Het boek is een encyclopedie. Een mooie. Maar er zat meer in dan louter opsomming.

 

Beschuldigd van gifmoord, Lieve Thienpont, Houtekiet, 2020***

Het euthanasieproces naar aanleiding van de euthanasie voor Tine Nys, was wereldnieuws. Drie artsen stonden terecht voor gifmoord. Was dit terecht? Lieve Thienpont, psychiater, stond er als verdachte. Een werkelijkheid die ze nooit voor mogelijk had gedacht en haar tot het diepste raakte.

Het boek is een zeer persoonlijk verhaal geworden. Een aparte inkijk in het leven van een psychiater die te maken krijgt met mensen die het leven, na veel aarzeling, soms niet meer waardevol vinden. Hoe ga je daar mee om? Euthanasie voor mensen met een fysische, palliatief voorspelbaar einde, is legaal en intussen ook maatschappelijk aanvaard. Mensen die psychologisch lijden, lijden dubbel. Want wie weet, hebben ze toch niet de kracht om zich te herpakken. Proberen ze genoeg? Proberen artsen en psychiaters wel genoeg? Dat is misschien wel de essentie van dit boek.

Ik las gefascineerd de eerste hoofdstukken die vooral het proces in de rechtbank beschrijven. Daarna komen hoofdstukken die zich misschien iets te veel herhalen wat betreft empathie, wetgeving en nuances. Vonkel komt iets te veel in de aandacht.

Maar wel blij dat mensen zoals zij lef hebben om te doen wat onvermijdelijk wordt als het leven geen kracht meer bijbrengt. Dood is inherent aan het leven. Niemand wordt hiervan gelukkig. Niemand.

 

Meteorologie van het innerlijk, Kris Pint, Boom, 2020***

Niets is meer de talk of the town dan het weer. Met onze seizoenen, soms matig startend, soms turbulent afwisselend, valt er altijd iets te vertellen. Over het weer van elke dag spreken; het lijkt het gewoonste maar is dat zo gewoon? Is het weer niet meer dan dat? Bepaalt het ook ons innerlijk leven niet? Leert het weer niet hoe we de dag, de tijd, de middag, de avond… doorkomen?

Kris Pint beschrijft in een aparte stijl hoe de weersomstandigheden buiten ook het ritme van ons leven bepalen. Dat doet hij met aparte momenten die zowel seizoens- als tijdsgebonden zijn. Hij neemt een aantal gezellen mee: o.a. Walter Benjamin, Nietzsche, Julia Kristeva, Roland Barthes. Een lezing van die laatste was overigens zijn drijfveer. Tijd en weer. Tijd en wedervaren. Le temps.

De actualiteit staat bol van hoe de mens het klimaat verandert. Pint keert terug naar een belangrijk uitgangspunt: hoe het weer en  het tijdstip van de dag het innerlijke beleven van mensen bepaalt. Niet elk tijdstip van de dag, niet elke dag van een bepaald seizoen staat los van ons. De gesteldheid van ons leven als combinatie van weer en wat ik zelf doe of laat. Het weer als een specifieke invloed van buitenaf.

Een zeer aparte invalshoek die Pint ook divers invult. Filosofisch, poëtisch en soms verglijdend in een iets teveel aan citaten van dezelfde mensen. Maar hoe dan ook: ik las dit boek zeer graag.

 

De filosofie van een kat, John Gray, Spectrum, 2020****

Een boek voor én kattenliefhebbers én filosofen. Dat is op zich al twee sterren waard. Neem daarbij nog de vlotte, humoristische taal en je verdient drie sterren. 

Het leuke van het boek is dat wordt uitgegaan van het kattenleven. Niet van mensen met katten. Centraal staat dan ook in het boek van Gray dat niet de mens de kat domesticeerde maar net omgekeerd. Wij werden slaaf van de kat. En wie katten in huis heeft, zal dat bevestigen.

Op zich al zeer leuk. Maar wat kunnen wij van katten leren aangaande het leven dat we leven? Dan graaft Gray weer wat dieper. De kat leeft namelijk in het hier en nu. Geen toekomstvisie. Als de kat leeft en zich fit voelt, doet het beest wat hij wil. Geen orders, geen agenda, geen deadlines. Goesting om te jagen? Jagen. Goesting om te slapen? Slapen. Goesting om vervelend te doen? Klagend miauwen. 

De enige deadline is zijn dood. En katten die voelen dat ze sterven, zonderen zich af. Gaan apart. Ze zoeken geen betekenis in het lijden.

Gray pleit dat we nog meer moeten leren van katten. Hij besluit zijn boek met 10 kattentips voor het leven. Ik geef er eentje prijs: ‘het leven is geen verhaal. Het ongeschreven leven is veel meer waard dan elk verhaal dat je kunt verzinnen.’

Het boek kon vijf sterren krijgen. Maar de herhaling van hetzelfde middenin het boek gaf een dipje. Een kattenslaapje?

 

Buitengewoon bewustzijn, Peter Godfrey-Smith, Spectrum, 2020****

De ondertitel verklaart meer: ‘De octopus en de evolutie van intelligentie’. Om eerlijk te zijn: ik beschouw octopussen, meerkatten en inktvissen niet als aaibare huisdieren. Zelden ook aan de kust willen spotten zoals ik soms met vogels doe.

Maar uiteraard gaan er broodjeaapverhalen de ronde dat of walvissen of dolfijnen of kraaien intelligenter zijn dan de jongsten onder ons. Wat is waar? 

De verdienste van Godfrey-Smith is dat hij zijn bezetenheid van de onderwaterwereld tussen allerlei ‘soorthanginge’ beesten combineert met evolutietheorie. Dat maakt van het boek een soort van wetenschappelijke onderzeeër. Goed gestoffeerd en door zijn persoonlijke verhalen ook begeesterend. Het boek bevat her en der wat foto’s, zwartwit. Maar wel goed dat de auteur die foto’s ook beschrijft, anders weet je niet goed wat je ziet. Gelukkig vind je in de middenbladzijden een paar kleurbeelden. Beelden van een andere werkelijkheid en die behoeven geen commentaar.

Dit is geen science-fiction. Dit is science. Er zijn systemen en werelden naast onze ‘humane’ samenleving die een hoge vorm van communicatie, van vriend- en vijandschap kennen. Zelfs diep onder de waterspiegel. Koppotigen werken met aftasten, met kleuren, met dreiging en toenadering. Design is hier troef. De auteur is er niet vies van om onze hersenwerking met deze van koppotigen te vergelijken. Wat zij kunnen wat wij niet kunnen en vice versa.

Het boek is een openbaring maar vraagt inspanning van de lezer. Niet altijd gemakkelijk. Nogmaals: geen SF wel wetenschap met een behoorlijke bodem filosofie. Maar het loont de moeite en doet je verbazen en achteraf ook bescheiden het boek terug op tafel leggen. Wie zijn wij?

Een ongelooflijk juist boek dat Darwinisten, wetenschappers, natuurliefhebbers en filosofen kan aanspreken. 

 

Pagina 4 van 9