Machiavelli’s lef, levensfilosofie voor de vrije mens, Tinneke Beeckman, Boom, 2020****
Met enige aarzeling begonnen aan dit boek met in de titel een man die een slecht imago met zich meedraagt. Van Machiavelli onthoud je een direct streven naar macht en zoiets als ‘het doel heiligt de middelen’. Niet direct my piece of cake. Toch bleef de vraag hangen waarom een jonge filosofe een dergelijk figuur als startpunt neemt en zijn denken beschouwt als een ‘levensfilosofie voor de vrije mens’. Wat kan Beeckman waarmaken over deze Florentijn die leefde tijdens de Renaissance?
Veel, zo blijkt. Duidelijk en analytisch gestructureerd, leesbaar geschreven neemt Beeckman ons mee in zijn denkwereld. Zijn strategie en visie op politiek en staatsbestel zijn verbazingwekkend modern te noemen, zeker in deze tijden van polarisatie. Was de kunst in de Renaissance het startpunt om het perspectivisme door te voeren in beeld, dan was Machiavelli degene die pleitte om de ‘kunst’ van het wisselstandpunt te leren. Elite moet niet denken vanuit de hoogte, maar vanuit een volks standpunt. Omgekeerd moeten mensen van het volk leren hoe ze, mits controle op de elite, waarborgen krijgen voor welvaart en veiligheid. Het lijkt wel utopisch denken. Overigens pleit deze denker ook voor een vorm van beslissingssnelheid. Laat problemen niet aanmodderen met het idee dat deze zichzelf oplossen. Nee, pak ze kordaat aan. Niet treuzelen en misschien tegen de haren instrijken. Want als een ‘kanker’ te groot worden, zijn de gevolgen niet te overzien. Boeiend vond ik het nadenken over zaken als ‘Privileges zijn slecht. Slachtofferschap is goed.’ Iets wat hij compleet verwierp. Hét sofisme van alle identiteitspolitiek die door Machiavelli en ook door de auteur wordt verworpen.
Een boek geschreven vóór de Nederlandse verkiezingen van november 2023. Actueler dan ooit. Zeker en vast de moeite voor wie politiek geboeid blijft in ons land anno 2024.
Monarchie, Kemal Rijken, Ambo/Anthos, 2023***
Deze Nederlandse journalist heeft zich uitvoerig gedocumenteerd over een aantal dynastieën, koningshuizen binnen Europa. Dat levert een schat van informatie op. Een boek van 470 bladzijden, bronvermelding en dankwoord niet inbegrepen. Ook een paar leuke foto’s. Het boek bezit een omslag en de binnenzijde daarvan levert je direct een overzicht van de diverse koningshuizen en hun ‘verbanden’. Een en ander is met elkaar verweven en de omslag alleen al verdient een ster.
De koningshuizen die aan bod komen zijn: Nederland, Luxemburg, Italië, Montenegro, België, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken, Griekenland, Noorwegen, Spanje, Roemenië, Bulgarije, Monaco, Liechtenstein.
Grosso modo beschrijft Rijken een tijdsinterval van maximaal 150 jaar. Anderhalve eeuw waar veel op de helling kwam te staan voor monarchieën. Een aparte invalshoek ook om veel van de Europese geschiedenis te begrijpen.
Het werk staat bol van de feiten die worden gestaafd. Geschreven dus door een journalist. Dat is goed maar niet altijd het recept om lekker door te lezen.
Misschien is dat ook de bedoeling niet. Je hoeft dit boek niet door te lezen. Als je in een van die landen eventjes vertoeft, op reis of zakelijk, dan kan die achtergrond je toch wel helpen om een en ander te begrijpen.
Zelf sloeg ik Griekenland, Montenegro en Bulgarije over. Omdat ik niets van die geschiedenis ken. De rest las ik met aandacht en dat vlotte mooi door. Dit is een naslagwerk. Geen roman.
Waarom niemand kwantum begrijpt en iedereen er toch iets over moet weten, Frank Verstraete/Céline Broeckaert, Lannoo, 2023****
Theoretische fysica probeert via wiskundige modellen de interactie in onze kosmos te begrijpen. Soms loopt wiskunde voor, soms zijn experimenten strijdig en blijven ze de bestaande modellen ondergraven. Tussen experiment en theorie ontstaat begrip van wat zich aan krachten, deeltjes, energie… afspeelt en ons bestaan ook mee heeft veroorzaakt.
Verstraete start met dit boek met het moeilijkste. Kwantum. Wat is in godsnaam een kwantum en waarom is dat zo belangrijk? Deze tak van de fysica is vrij recent. Eigenlijk nauwelijks meer dan een eeuw oud. Toch heeft het kwantum-inzicht onze wereld danig veranderd en zal dat in de nabije toekomst zeker nog veel meer doen.
Alles begint met ondeelbaarheid. Vandaar het kwantum. In het normale zintuiglijk perspectief denken we dat energie gewoon een continuüm is, dat tijd niets met ruimte te maken heeft, dat watergolven een ding zijn maar licht gewoon straling is. De appel valt namelijk van een boom op de grond en stijgt niet naar de lucht. Zo simpel zijn de eerste wetten van Newton.
Maar dan komt er licht in de zaak. Is licht nu een golf of een deeltje (foton?). En waarom zoeken deeltjes een samenhang? En waarom is alle licht bepaald door een frequentie?
Niet alles is deelbaar. Alles bestaat uit kwanta. Energie bijvoorbeeld is niet deelbaar. Dan begint pas het grote avontuur. Want onzekerheid mag vrij filosofisch klinken, het is een wet. Je kan niet van elk deeltje tegelijk weten waar het is en de ‘snelheid’ of het momentum die het heeft op datzelfde moment. Meet je het ene, ben je het andere kwijt. Je stoort een wereld door te meten. Je wordt dan deel van die wereld.
Nee, geen science fiction. Pure science! Voeg daar nog wat elementen als symmetrie, antideeltjes en verder nog de kwantumcomputertechnologie.
Vermakelijk is hoe Verstraete leuk schrijft en ook veel vrouwelijke fysici aan het woord laat, af en toe vergezeld van wat roddels. Een poëtisch vers geeft dan weer anders weer wat die werkelijkheid is.
Een zeer verhelderend boek maar vooral toch gericht naar mensen die iets weten over fysica op een meer dan middelbaar niveau. Niet zo gemakkelijk, wel enorm boeiend en plezierig. Daarom vier en geef vijf sterren.
Bomen en bossen, Ton Lemaire, Ambo Anthos, 2023****
Een filosofisch ‘groen’-icoon is deze noorderbuur. Al jaren schrijft hij over natuur op een cultuurfilosofische manier. Met veel eruditie, mildheid en toegankelijkheid. Misschien is dit mijn laatste boek, schrijft hij in het voorwoord. Het is even schrikken als je merkt dat hij een 80-er is. Dit boek is een ode aan het belang van bomen en bossen. Bomen die landmarks zijn, bomen die zoveel jaren ouder worden dan een mens maar snel gekapt worden. Bossen die een klimaat onder controle houden en onder het bladerdak enorm veel leven bevatten. Het boek biedt een mooie verkenning van bomen in zowel literatuur, kunst, religies, culturen (wereldwijd) en geeft mooie feitjes mee over het leven en belang van bomen en bossen. Hoe vooral de landbouw en de groeiende populatie van mensen de boomgrens terugdrong. Waar Lemaire wel niet van houdt, is om bomen te veel te vermenselijken zoals Peter Wohlleben deed in zijn boek (al vond ik dat eigenlijk wel enorm mooi, hoe bomen ‘weet’ hebben van elkaar en ondergronds verbonden blijven). Dus toch een kritische noot van Lemaire. Dat scherpt de lezer en van dat soort opmerkingen mochten er meer zijn. Want de rest is vrij beschrijvend, erudiet dat wel, maar niet zo diepgravend als de wortels van sommige bomen…
Een gemakkelijk boek eigenlijk, voorzien van een aantal illustraties in kleur.
Operatie Kerk, Walter Van Steenbrugge, Pelckmans, 2023****
Volgens de ondertekening van het voorwoord is dit boek afgewerkt in augustus van ’23. Net voor de reeks ‘Godvergeten’ op VRT te zien was. Alvast een goede timing. In het boek beschrijft meester Van Steenbrugge twee zaken die de Rooms-Katholieke Kerk in Vlaanderen op haar grondvesten deed daveren. Enerzijds het schrijnende verhaal van seksueel misbruik in de Kerk, anderzijds het euthanasieproces (2020). De twee zaken zijn elk goed voor de helft van de tekst.
De advocaat beschrijft beide verhalen vanuit zijn advocatenbureau. Beklijvend wat de slachtoffers betreft in de ene zaak van seksueel misbruik in de Kerk en evengoed navrant en pijnlijk wat de beklaagden betreft in het euthanasieproces. In beide gevallen ook een kluwen van intriges vanuit Kerk en staat waarbij de grote middelen, een rechtsstaat als de onze onwaardig, niet geschuwd werden. De tentakels van die macht reikten tot het Vaticaan.
Het boek is geschreven door iemand die juridische taal hanteert en toch het menselijk aspect in dat alles niet schuwt, zowel binnen het advocatenbureau als in contact met slachtoffers of beklaagden. Het leesritme wisselt daarom van vlot naar concentratie. Wat wordt beweerd, wordt ook gedocumenteerd. Het boek leest als een aanklacht tegen verborgen macht en machtsmisbruik maar is evengoed een leidraad om de achtergrond van een aantal feiten, vaak vrij breed uitgesmeerd in de media, te begrijpen en verbanden te ontdekken. Denk aan de verdwenen dossiers van Operatie Kelk, de betwiste soevereiniteit van Vaticaanstad als deze wordt aangeklaagd in het kader van seksueel misbruik, de plotse twist van de zaak Tine Nys naar het assisenhof, de aanklacht tegen Van Steenbrugge zelf door het Vaticaan.
Dit boek mag wat mij betreft verplichte lectuur worden in de lessen actualiteit en dat in elk schoolnet.
Slapeloos, Jon Fosse, Wereldbibliotheek.2010****
Een schitterend wit, Jon Fosse, Uitgeverij Oevers NL, 2023****
De Nobelprijswinnaar literatuur 2023 maakt zich op een aparte manier taal eigen. Hij neemt je mee in een gegeven zonder plot bijna, let op de kleine details die je zo herkent uit het eigen leven maar plaatst figuren in een context die bevreemdend of vervreemdend werken. In die zin is Fosse een controversieel schrijver met een apart timbre. Als lezer word je op het verkeerde been gezet. De taal is eenvoudig en herhalend, een beetje aritmisch en je krijgt het gevoel stil te staan. Opeens doemt een andere dimensie op en vraag je je af of je niet een paar bladzijden gemist hebt tijdens het lezen. Niets van. Al is de trage, repetitieve stijl een uitdaging voor de leesconcentratie. De twee boeken die ik van Fosse las, tellen net geen tachtig bladzijden. Andere auteurs met eenzelfde volume ga je verslinden op zo’n anderhalf uur (zonder storing). Anders dus bij Fosse. Hij verplicht je traag te lezen. Anders ontgaat je de essentie.
‘Slapeloos’ is het verhaal van een koppel die een woning zoekt. Het is koud en herfst. De winter komt nog. Op een of andere manier lijkt het wel een Scandinavisch kerstverhaal. De gelijkenis is enorm maar is evengoed actueel als je kijkt naar het migratiethema dat wereldwijd de kaarten herverdeelt en politieke fracties verdeelt. Nooit heeft hij het over politiek. Het is altijd een blik van hoogstens één of twee mensen binnenwaarts en buitenwaarts naar de ontmoeting met één ander. Als er al sprake is van een ontmoeting. Je stapt niet uit die winter van eenzaamheid.
‘Een schitterend wit’ is dan weer compleet anders maar bezit alle kenmerken van dezelfde schrijvershand. Het begint met de verwardheid die ons allemaal overkomt wanneer je een afslag mist. Je rijdt wat links en wat rechts en je rijdt je vast. Bij Fosse is dat dan midden een bos (ondenkbeeldig in Vlaanderen). De wagen kan geen kant meer op en dus zoekt de chauffeur zich te voet een weg naar de ‘bewoonde’ wereld. Op zoek naar een lichtje dat brandt, op zoek naar menselijk contact. Hij blijft gaan, krijgt het superkoud, wil gaan liggen maar weet dat dit het einde kan betekenen. Opeens komt dan het schitterend wit. Iets wat lonkt en belooft. Het mooiste is dat de combinatie van alles absurd is, maar het hoofdpersonage eigenlijk ‘gewoon’ rationeel blijft denken en herkenbaar blijft.
Kassa 19, Claire-Louise Bennet, Koppernik, 2022****
In de vorige blog (oktober 2023) werd van deze Ierse auteur al ‘Poel’ beschreven. Een hilarisch, boeiend en raar hoogstandje van schrijverschap. Daarom nam ik met interesse kennis van dit tweede boek van Bennet. Iets lijviger dan het vorige maar zeker zo goed. Bij Bennet gaat het zelden om een verhaal. Het gaat om belevenissen en weven rond die belevenissen zonder dat die later nog een betekenis krijgen. Vrij en associatief dus. Vrij associatief.
De titel is dan weer verhelderend logisch. Een jonge vrouw uit een arbeidersgezin staat aan de kassa in een grootwarenhuis. Kassa nr. 19. Wie nu verwacht dat dit boek een soort van biografie is van de arbeidersdochter die zich via een flexi-job opwerkte naar auteurschap is eraan voor de moeite. Hier is geen lijn te bespeuren behalve ideeën die opkomen, met boeken die interessant zijn om te lezen en een paar gasten aan de kassa die haar soms een boek toestoppen. Uiteraard krijgt ze relaties en altijd bekijkt ze die als een kraai op haar nest. Nooit van dichtbij. Altijd van dat vreemde.
Net zoals bij Fosse merk je hier dat repetitieve en lees je soms korte zinsneden alsof de auteur lijdt aan kortademigheid. Maar net zoals bij ‘Poel’: je leest en je lacht. Op zich weeral goed voor de ademhaling.
Tosca, Maud Vanhauwaert, Dasmag, 2023***
Een witte cover waarop een drietal halve cirkels te ontwarren zijn. In reliëfdruk lees je dan Tosca. De eerste roman van dichteres Vanhauwaert. Overigens, zo zegt ze zelf in het boek, paste ze de naam aan. Niet Toska maar Tosca. Omwille van het grafische.
Eigenlijk is dat een perfecte, misschien ongewilde, entry voor deze roman. De pasvorm. Je wordt als lezer gedwongen in een ritme. De dichter is altijd dicht. De roman is vloeibaar en vreemd. De auteur kan schrijven; daarover bestaat geen twijfel. De plot grijpt naar de keel (of de buik?) en laat je op het eind verweesd achter. Wat was fictie, poëzie, verdichtsel, verzinsel of realiteit.
Tot hier kan ik vijf sterren geven. Maar ik mankeer en mis iets. Ongekunsteldheid. Als iets een teveel heeft aan zoeken en gezocht worden en zich wil laten vinden, dan krijg je een ongemakkelijk gevoel. Alles is ‘gemaakt’ en mist ondanks de vele woorden, warmte en inleving. Niets komt binnen.
Nee, ik hou van Maud Vanhauwaert als dichter. Haar eerste roman is voor mij gewoon te veraf en te ‘goed’ gemaakt. Waardoor het misschien net z’n doel mist.
Dit zou in de tegenwoordige tijd geschreven moeten worden, Helle Helle, Uitgeverij Contact, 2012***
Iets voor jou, zei de boekhandelaar van De Zondvloed. Helle Helle. Een naam als een klok (maar dan niet vanuit Rome). Gelezen en weeral met plezier ‘verorberd’. Al vond ik haar nieuwere romans een stukje beter. (‘Zij’ en ‘Bob’). Wat betekent dat naar mijn bescheiden mening deze auteur is gegroeid en haar stijl verder heeft verfijnd. Want ‘puur’ is een woord dat hier van toepassing is. Een vorm van helderheid in eenvoud. Een voorbeeld: ‘een potlood als een half opgerookte sigaret’. Zelf zou ik daar nooit aan denken maar het is precies wat ik voor me zie liggen.
Al laat de titel van dit boek iets anders vermoeden. Zo lang en waarover gaat dat dan? Ze beschrijft hoe ze aarzelend schrijft en naderhand haar werk herleest. Dit zou in de tegenwoordige tijd moeten geschreven worden. Dat typeert Helle Helle. De aandacht voor het grammaticale dat indien goed gebruikt nauwelijks opvalt. Omdat het zo juist is.
Ze mixt generaties en de naamgeving tussen tante en de auteur zijn wat verwarrend in het begin. Eigenlijk gaat dit boek over loslaten, opgroeien en terugkeren. Over alles en niets dus. Nee, absoluut geen ‘livre noir’ of literaire thriller.
Helle Helle is volgens mij verwant met Jon Fosse en Claire-Louise Bennet. Een indringende, ludieke, heldere, bevreemdende en vervreemde manier van taal hanteren. Niets is moeilijk maar toch redelijk complex. Maar zo herkenbaar menselijk.
Momenten voor de eeuwigheid, Kjersti Anfinnsen, Ambo/Anthos, 2023****
Een 90-jarige vrouwelijke hartchirurg mijmert over het voorbije leven en de huidige momenten. Het lijkt een afgrijselijke voorafspiegeling te worden van het ouder worden. Niets is minder waar. Het is een bijwijlen humoristisch boek, enig cynisme is nooit uitgesloten, vol van het leven van nu en wat verleden tijd is. Korte of iets lange mijmeringen – momentopnames dus – in het leven van Birgitte. Ze is van Noorse afkomst, werkte lang als enige en eerste vrouwelijke hartchirurg in New York en slijt haar laatste jaren in Parijs. Met Javier, een beroemde en circa even oude architect, beleeft ze op oude leeftijd een korte maar mooie liefde. Aangrijpend, plezant en zeer lucide van taal. Het boek lees je in een tweetal uur uit maar blijft nazinderen. Wat voor leef-tijd wordt het bij verouderen boven de 80? Hoe kijken jonge mensen naar je? Wat zegt de actuele wereld je? Wat sluit je af? Wat open je (opnieuw)?
Een boek om te koesteren. Maar misschien meer voor 60-ers. Jonge mensen zullen dit nogal ver van hun leefwereld ervaren, vermoed ik. Al is de auteur ook een 50-er. Misschien onderschat ik nu het inlevingsvermogen van jongere mensen.
Tom Lake, Ann Patchett, De Bezige Bij, 2023**
Een roman die je best leest op vakantie, misschien best in een fruittelersgebied zonder stadskernen dichtbij. In de VS heb je vele van deze uitgestrekte gebieden en dat maakt het weer wat exotischer en is ook het landschap dat essentieel is in dit verhaal.
Dit is een roman, een familieroman, te lezen zonder problemen. De boerin had een verleden als actrice, had een korte romance met een ‘grote’ ster, huwde een boer en kreeg drie dochters. Allemaal close maar toch met een eigen karakter. De een zal boerin worden, de ander wil actrice worden en de derde dochter studeert veearts. Het heeft wel iets mee van ‘Onder moeders vleugels’ (Louisa M. Alcott). Patchett schrijft goed en eigenlijk te goed voor een dergelijke plot. Maar het is een boek voor moeders wiens dochters beslissen over hun eigen leven, hun gang gaan en toch wel benieuwd zijn naar dat verleden dat ze delen.
Voor mij te romantisch.
Dromen voor het leven, Arthur Japin, Uitgeverij Mozaïek, 2023*
Dromen zijn geen bedrog. Ze zijn zelfs broodnodig. Dat is zowat het uitgangspunt van dit kleine boekje, waar korte fragmenten geschreven door Japin en illustraties van Martijn van der Linden, een soort dromendagboekje vormen.
Want inderdaad, op het eind van de rit krijg je de kans je eigen dromen te noteren. Waar, wat en hoe? Dromen zijn een spel, zijn een krachtbron en geven weerstand tegen het leven. Mezelf hiervan overtuigen kon ik niet.
Maar het is een grappige en mooie uitgave. Dat is zeker werkelijk, in wakkere toestand, waar te nemen.
De avonturen van Amina al-Sirafi, Shannon Chakraborty, Boekerij, 2023****
Dit boek was een onverwachte aangename verrassing. Gekocht in regentijden omdat het er zo leuk uitzag want het was een limited edition al kostte die niet meer dan een ander werk van dit formaat. Mooi papier, wat leuke tekeningen en op de cover binnenin een mooi getekende kaart van de Indische Oceaan.
Niet verwonderlijk want het gaat om een avonturenroman die zich afspeelt tussen alle landen gelegen aan deze oceaan. Een beetje magisch, behoorlijk avontuurlijk en met heel veel weetjes van een cultuur waar we alles van denken te weten en toch niets snappen. Op de duur sla je toch een atlas open om te weten waar alles zich afspeelt.
Verrassend is dat de hoofdfiguur een vrouwelijke piraat is die van wanten weet. Ze is min of meer ‘op rust’ tot ze een opdracht krijgt die ze niet kan weigeren. Een opdracht met een dubbele boodschap en waardoor ook haar dochter in gevaar komt. Ze gaat op tocht en zoekt contact met gewezen vrienden en vijanden. Stuk voor stuk mannen en vrouwen die beschikken over een specifieke kwaliteit. Dan begint de zoektocht, een avontuur vol magie, rare zeewezens, vliegende wijzen en ongelooflijke reddingen. Dat laatste was er voor mij soms te veel aan, maar zo leuk omdat het eens niet een Vikingenverhaal of een saga betreft, bekeken door een Westerse bril.
Het leest heerlijk door. Een absolute aanrader waar je jezelf in verliest en de pezen van je armen arbeid verzetten wegens het gewicht. Op de duur lees je aan een tafel maar dat neemt de pret niet weg.
Ronnie de roerdomp, Arjan Dwarshuis, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2023***
Suus gaat er graag op uit. Soms wat onbesuisd als het weer kwakkelt en het ijs niet in staat is om mensen te dragen. Zo begint het verhaal van Suus die haar eerste ontmoeting met de roerdomp nauwelijks overleeft.
De illustraties van Marieke Ten Berge zijn heerlijk en verademend. De tekst van het boek is eerder gericht op lezers vanaf 9 jaar. Voorlezen kan wel en een filmpje bekijken kan ook. Dat maakt het avontuur completer.
Uiteindelijk is dit boek iets voor de kleine vogelliefhebber. Ook de auteur is een fenomeen als we dit mogen geloven. Hij zag in 2016 niet minder dan 6852 vogelsoorten. Hoe hij dat voor elkaar kreeg, is mij een raadsel en zal zeker de nodige ‘uitstoot’ gegeven hebben.
Dit terzijde is het boek ook een beetje een eigenaardige vogelgids. Je kan aantekenen welke vogel je zag in de tuin, het park, op de vijver, in de weide, in het bos. Zo leer je kinderen kijken en de nieuwsgierigheid als vanzelf aanwakkeren. Maar de vogels en vogelsoorten primeren op het verhaal en dat is jammer. Veel vogels maar net te weinig vleugels om het verhaal ook te laten inspireren. Het verhaal is ondergeschikt aan de soorten en daarom is het avontuur ondergeschikt en zijn de belevenissen niet echt geloofwaardig.
Editie oktober 2023
Trots, de filosofie van een emotie, Martha Claeys, Boom, 2023****
Een prachtige invalshoek. Zo oud als de straat en nog altijd zeer actueel. Trots is net als alle emoties moeilijk in quanta uit te drukken en het al of niet hebben van een teveel of een tekort aan (terechte) trots is een van de vele stempels van onze persoonlijkheid.
De verdienste van deze jonge filosofe (°1994) is de spreiding die ze maakt tussen het individu, het sociale gebeuren en het leven in een sociale context wat ons direct naar een ethische reflectie brengt. Ze schuwt de grote items als racisme of een terreuraanslag à la Breivik niet om haar inzichten te toetsen.
Het boek is absoluut niet ‘Heideggeriaans’ geschreven. Een opluchting voor mensen die dieper willen graven maar het hermetisch taaltje dat sommige filosofen graag gebruiken niet of nauwelijks begrijpen. Net zoals deze lezer overigens.
Absoluut anders is ook hoe de auteur aan bronnenvermelding doet. Geen lijstje van titels en uitgevers, maar telkens een korte beschrijving van wat het vermelde werk in verband met dit boek betekent. Op die manier kun je voor jezelf aanstippen welke werken je zelf nog wil lezen. Je krijgt een bron en een summiere recensie. Dat is mooi.
De hoofdthese van het werk is dat trots wel één emotie is maar door drie houdingen kan worden opgewekt: zelfwaardering, zelfrespect en zelfliefde. Dat lijkt vlug gezegd maar het vraagt een boek (en misschien nog zo eentje?) om alles uit te klaren.
Zelfwaardering heeft een eerdere economische en competitieve component. Het gaat om de ‘waarde’ van wat je vertegenwoordigt in vergelijking met anderen. En die waarde ligt vaak in status, in de positie die je bekleedt en wordt dus meritocratisch, economisch vertaald.
Zelfrespect heeft eerder te maken met erkenning en voor jezelf erkennen van grondrechten. Ik mag er zijn zoals ik ben (geworden). Hier komen thema’s als racisme, feminisme en politieke vertaling meer aan bod. Het gaat om een basisattitude van rechtmatige erkenning, ook van de andere.
Zelfliefde is in dit kader wat een buitenbeentje, naar mijn mening. Claeys verwoordt het als een houding van aandacht en eerlijk naar jezelf kijken. Waar zelfrespect en zelfwaardering een duidelijker extrovert karakter hebben, zie je bij zelfliefde een reflectie naar het zelf. Op een bepaald noemt ze zelfliefde ook zelfverantwoordelijkheid of het toetsen van je zelf aan de wereld.
Kortom, lees het boek. Misschien een manier om trots te worden op jezelf?
Maria Theresia van Oostenrijk, Elisabeth Badinter, Noordboek, 2023****
Wat een verrassing om Badinter terug te lezen en dan nog met een boek over zo’n figuur. Badinter, is een feministisch auteur en deed o.a. stof opwaaien met ‘De mythe van de moederliefde’ (Rainbow Pocket, 1980 Flammarion, Parijs).
Keizerin Maria Theresia kennen we vaak van staatsieportretten ergens in een Weens paleis. Meestal sta je niet stil bij dat soort machtige figuren waarvan je óf denkt dat ze daar toevallig geboren zijn en het goed hadden óf machtswellustig hun ding deden en eigenlijk weinig voorstelden qua inhoud.
De verdienste van dit boek is dat je de tweezijdigheid van die vrouw leert kennen. De vrouw als blijvend verliefd op haar echtgenoot Frans I Stefan (Lotharingen), goed in bed maar een klungel in politiek opzicht. Ze baarde 16 kinderen (!) en vervulde intussen haar rol als machtige keizerin. Een work-life balance die alleen voor de rijksten mogelijk was (en misschien nog is). Hoe ze uiteindelijk als ‘keizerin’ werd gekroond en wat de intriges waren met de rest van het Heilig Roomse Rijk en Frankrijk is echt een boeiende brok geschiedenis. Maar mooi is hoe Badinter zowel de background van het politiek gekonkelfoezel als de strijd van die ene vrouw in een mannelijk dominante wereld een terechte plaats geeft. Dankzij goed gedocumenteerd leert de auteur je ook de kleine niche van vertrouwelingen rond de keizerin beter kennen. De onzichtbare influencers in een niet-digitaal tijdperk. De geschiedenis herhaalt zich als haar zoon Jozef II haar plaats wil innemen en andere opties ziet in het toenmalig internationaal landschap. Ze streed tot het einde om haar visie door te duwen.
Een tip: ga nooit naar Wenen zonder dit boek gelezen te hebben!
Raaf, cultuurgeschiedenis in vogelvlucht, Kristof Smeyers, Ertsberg, 2023**
Wolf, wildernisgeschiedenis, Kristof Smeyers, Ertsberg, 2023***
De auteur is historicus verbonden aan de UA en behaalde een doctoraat cultuurgeschiedenis met een proefschrift over het bovennatuurlijke in de moderne Britse eilanden.
Niet toevallig wellicht dat Smeyers zowel raaf en wolf koos als smal spectrum om wereldwijd cultuur te verkennen. Ik zie het al komen: vos wordt de volgende in de reeks.
Alle gekheid op een stokje. Hoe lezen deze boeken?
De auteur schrijft het vrij persoonlijk en je wordt dus meegenomen in zijn gedachtentrein. Dat maakt het vlot en leuk leesbaar. Heel veel mooie verhalen over zowel de wolf als de raaf in de oudheid, middeleeuwen en nu onze tijd, geven het boek een enorme rijkdom. Je reist de wereld rond op de poten van een wolf, op de vleugels van een raaf. Ongelooflijk hoe zoveel culturen en tijden een impregnatie hadden van dieren die hun leven of in gevaar brachten of doorkruisten zonder daarop gezag te kunnen uitoefenen.
Dit had wat mij betreft een vier- of vijfsterrenverhaal kunnen worden. Moeilijk had ik het met de structuur. Chronologie of een indeling naar thematiek ontbreekt. De hoofdstukken worden naar mijn mening nogal ingedeeld op basis van een quote maar dan gaat de auteur verder van hot naar her. Het is alsof de auteur vertelt. In een podcast zou dit schitterend zijn. In een boek zoek je meer de plaats en de reflectie en… opeens ben je op zoek naar de rode draad. Of is het een grapje van de auteur om de lezer te doen zwerven net als een wolf of raaf?
Mooi in ‘De Wolf’ vond ik het centraal idee van grenzeloosheid gekoppeld aan de menselijke neiging om wildernis te laten gedijen als het maar afgebakend is. Net wat wolven niets kan schelen en daarom ook zo intrigerend, fascinerend en bedreigend zijn.
Raaf geef ik een ster minder. Omdat ik nu net iets van vogels ken, zij het als amateur. Maar een raaf continu verwarren met kraaien is not done. Een voorbeeld? Hij beschrijft het mirakel met zwarte vogels van H. Godelieve van Gistel als een mirakel van raven. Als Gistelnaar en scenarioschrijver van een aantal films over deze heilige zijn daar vraagtekens bij te stellen. Waren er raven in de moerassen van Gistel toen, in de 11de eeuw? Alle doeken en documenten spreken over het kraaienmirakel. Overigens spreekt de auteur over ‘de bossen van Gistel’. Met alle respect, toen was Gistel door de Duinkerke II- transgressie niets meer dan een hoogte op een reeks rietvelden en moerassen. Het Houtland lag net iets verderop richting Zuid-West-Vlaanderen, vanaf Koekelare en dan verder naar Torhout, Houthulst. De namen spreken voor zich en die streek wordt lokaal nog altijd ‘Het Houtland’ genoemd. Geografisch ligt de splitsing om en rond Eernegem, aan de Moerdijk.
Af en toe zie ik de auteur in dit boek twijfelen over kraaien en raven. Het zijn familieleden, dat is juist. Maar een raaf is geen kraai en een kraai is geen kauw
Dat soort verwarring doet me twijfelen over de rest. Maar op zich heb ik me een aantal uur goed geamuseerd en hoe dan ook veel bijgeleerd over wolf en raaf.
Een pluim overigens voor de mooie uitgave. Handig om buiten in een park te lezen en de leuke illustraties doen je zoeken naar meer.
Fayne, Ann-Marie MacDonald, Nijgh & Van Ditmar, 2023*****
In de venen van Schotland, Engeland en Ierland werd turf gestoken tot laat in de 19de eeuw. Vergis je niet: Fayne is een turf van een boek van bijna 800 bladzijden kleine druk en… speelt zich af in een veengebied.
Tot daar de vergelijking met turf als vergeten brandstof.
Een pracht van een boek en absoluut aanrader voor de herfsttijd, lezend met een dikke trui en warme sloffen. Een andere optie is het boek mee te nemen indien je richting zuidelijk Schotland reisplannen hebt. Of eender waar eigenlijk in dat grote ‘Britannia’.
Een anglofiel boek. Alles wat je verwacht van Engelsen of Schotten, lees je in dit boek. Het decor is de Victoriaanse tijd waar weinig ruimte was voor ‘speelsheid’ en zeker geen seksuele speling werd aanvaard. We maken kennis met Charlotte die enorme interesse vertoont voor natuur en wetenschap. Ze wil dokter worden. Maar haar vader houdt dit tegen. Haar moeder is dood, zo zegt haar vader en haar overleden broertje, de kleine Charles, was daarvan de oorzaak. Oude meiden en rare knechten geven het decor nog meer charme en de tante van Charlotte kan zowat Queen Victoria herself zijn. Verder wil ik niets meer verklappen. Het boek bouwt zich goed op, misschien een dipje rond het midden maar dan gaat het terug in crescendo.
Een verhaal dat zich afspeelt anderhalve eeuw terug. Maar de thematiek over zelfrespect, recht, gender, transgender zijn enorm aanwezig en dus hyperactueel. Een mooie twist en MacDonald maakt het geheel leesbaar en spannend.
Voor mij ‘de’ roman-ontdekking van dit jaar. Ik sta niet alleen. Drie mensen lazen het in twee dagen tijd. Onthaasten? Lees dan Fayne. Je bent even weg van de wereld en tegelijkertijd van deze wereld.
Er schuilt een vreemde in ons, Sheila Armstrong, Uitgeverij Mozaïek, 2023****
Was ‘Fayne’ de roman-ontdekking van 2023 tot nu toe, dan was dit boek een literaire hoogvlieger al lag de plot op zeeniveau, ergens in een godvergeten gat aan de Ierse kust. Het begint met een dode man in zithouding die kijkt naar de Ierse Zee. Het parket doet vaststellingen.
Als lezer denk je dat hierop een whodunit of een literaire thriller volgt. Je bent eraan voor je moeite. Niemendal thriller. De auteur weeft rond de dode een kluwen van mensen in een soort dilatatie van tijd binnen een beperkte ruimte. Alles speelt zich af in een dood stadje aan zee. Ooit verging daar een schip.
Zee, een paar straatjes op het land, strand en dan mensen. Ieder een eigen verhaal en soms aangeland, aangestrand, bijna verdronken. Humaan leven op een beperkt geografisch gebied dat grenzeloos wordt door die aangelanden en wie daar per toeval zijn of haar stek vindt. Elk doet zijn verhaal. Soms hebben ze met elkaar te maken. Soms in de verte. Je leest door de ‘getuigenissen’ het leven van vroeger en nu. Daar aan de Ierse Zee.
Een ingenieus idee qua opbouw van een literair hoogstandje. Enorm beklijvend en soms ook heerlijk puzzelen voor de lezer om de eenheid achter een diversiteit van verhalen te zoeken. Hierachter zit een auteur met behoorlijk wat cluster-brains!
De Rachel Affaire, Caroline O’Donoghue, Ambo/Anthos, 2023****
Na de eerste tien bladzijden dacht ik te stoppen. Geen interesse in die hoofdfiguur Rachel. De zoveelste hype-roman van een jonge vrouw in moderne tijden.
Enfin, doorzetten loont soms. Dat om diverse redenen. Het is goed geschreven en met drive. De plot bouwt zich mooi op en kent geen dipjes. De schrijfster schetst een mooi beeld van Cork (Zuid-Ierland) en de haat-liefde relatie met het on-moederland Engeland.
Je ziet er jonge, begaafde mensen vechten voor kansen. Ze gaan uit, hokken samen en soms valt het goed uit en soms minder. Er zijn vriendschappen voor het leven en misbruiken of leugens die verwoestend zijn. Er is een ongewenste zwangerschap en dan een andere. Niets wordt uit de weg gegaan.
Na het lezen, was mijn mening compleet anders. Dit is geen pulp. Dit is een goed boek en goed gestructureerd. Altijd een stijgende climax-lijn. Los van de vele climaxen die een aantal duo’s in bed beleven...
Het is lang wachten op die bepaalde affaire. Daarom ook een zeer goede titel. Wat was nu die affaire van Rachel?
Vlot, modern, goed opgebouwd en toch niet simplistisch. Zet je als oudere generatie even boven die eerste tien bladzijden en hou vol. Inspanning loont.
Solenoïde, Mircea Cartarescu, De Bezige Bij, 2022****
Hier bereik je een andere dimensie. Dit is geen boek al is er een kaft en zijn er talloze bladzijden volgeschreven. Dit is echt geen boek.
Dit lees je niet als een boek. Het is zoals een eerste kennismaking met een land als India: you hate it or you love it.
Soms was ik het lezen na een tijd beu. Als ik opnieuw begon, bleef ik weer een behoorlijk paar uur bezig tot mijn eigen verbazing. Deze auteur doet iets met de lezer en hij bespeelt jouw verveling vanuit ‘getikte’ woorden. 876 bladzijden is niet niks. Vooral als elke zin werkelijk een gelaagde volzin is en uitspittend (en soms uitputtend) neergepoot wordt.
De schrijver leeft in Boekarest. Niet direct de meest mooie stad van ons continent en ook jarenlang onder een regime dat niet zo (h)eerlijk was. Het hoofdpersonage is leraar ietwat tegen zijn zin en soms met zijn zin. Hij droomde eigenlijk van een literaire carrière maar die aspiratie werd gefnuikt door vernietigende kritiek bij een eerste voorstelling. Dat blijft hem parten spelen.
Stukje bij beetje krijg je inzicht. Daartussen is veel doorzicht van details waar bijna geen levend wezen op let. Begrijp jij hoe eelt groeit als het gaat om dode huid? En waarom koopt hij een huis met een solenoïde in de kelder waar hij door een vinger op de knop zwevend zijn vriendin tot een climax brengt?
Is dit vreemd? Is dit gewoon gewoon? Is hij geschift? Of net niet? Zijn wij allemaal geschift en redeneert deze auteur gewoon en zijn we iets vergeten van het (ab)normale? Ben ik ergens blijven hangen in het normale verwachtingspatroon?
Zijn zinnen, in alle betekenissen van het woord, gaan diep en onverwacht raar. Altijd ook die neiging naar natuurkundige verklaringen.
Met dit boek ben ik niet klaar. Ik zie het als een levensopdracht. Op dit moment 70% gelezen.
Poel, Claire-Louise Bennet, Koppernik, 2023****
Van gek naar gekker. Was het vorige boek al vreemd, dan mag Bennet voor mijn part de titel van premier van het ‘Gekke Absurdistan’ krijgen. Zomaar. Niet zomaar. Nooit heb ik zoveel gelachen (zelfs luidop) met wat deze schrijfster beschrijft in een zeer directe stijl. Soms zo herkenbaar dat je achterover valt en soms zo vreemd dat je je als lezer op een andere planeet waant. Weg en weer en ver van alles en soms dichtbij. Maar de aandacht van de auteur over de details die je vergeet in onze haast is een leerles in aandacht voor alles wat leeft en beweegt. Het leven zoals het is. Simplistisch ingewikkeld. Neem nu het eten van een banaan. Vul daarover zinnig drie bladzijden. Het intimistische doet wat denken aan Proust (die van de Madeleintjes). Of hoe een vaatwasmachine werkt. Of hoe mensen aan je deur staan en eigenlijk die potten en planten die daar staan met afgrijzen bekijken en toch niets zeggen.
Een raar boek. Geen complot. Geen plot. Dus geen climax behalve als je de tussen de regels leest wat zij bedoelt. Soms ook vrij herkenbaar. Soms absoluut niet. Een boek dat je meeneemt op een rare reis tussen droom, daad en realiteit. Veel korter van stof dan ‘Solenoïde’ (zie recensie hierboven).
Van haar is ook nog ‘Kassa 19’. Zelf nog niet gelezen. Misschien wacht ik nog twee weken. Te veel is nooit goed. Alhoewel...
Editie juli 2023
Leven in tijden van versnelling, Hartmut Rosa, Boom, 2022****
Onbeschikbaarheid, Harmut Rosa, Boom, 2022****
Gezien de twee boeken tegelijkertijd aangekocht en dus ook naeen gelezen, bespreek ik ze samen. Duitse filosofen kunnen af en toe uit de hoek komen. Dat had je met Heidegger, heb je met Sloterdijk en nu verfrissend met Rosa. Tot bleek dat hij geen filosoof maar een socioloog is.
Geen turven van Rosa om te lezen. Wel veel om over na te denken en eigenlijk gemakkelijk door te lezen. Helemaal niet Heideggeriaans qua zijn en niet zijn en daartussen toch ergens aanwezig zijn in de mate dat zijn dan eventueel zijn kan zijn of kan worden. Ook niet de retoriek van Sloterdijk die altijd amuseert maar waar je het risico loopt om in zijn ‘turven’ het noorden kwijt te geraken.
Eenvoud siert. Een gedachte ontwikkelen met sier op een 120 bladzijden is op zich een kunst.
‘Leven in tijden van versnelling’ gaat over de snelheid van ons bestaan dat eigenlijk een versnelling is. Maar zonder wiskundige trucjes is de essentie van dit boek dat ook de versnelling versnelt. Geen constante versnelling en dus nauwelijks bij te houden en je daarom sowieso achterop geraakt hoe snel je ook wil gaan. Wat de nodige individuele en maatschappelijke frustraties tot gevolg heeft. De versnelling van de versnelling. Het is een kettingreactie die niet kan bijgehouden worden door (democratische, rechterlijke, onderwijs,…) instanties die vanuit het verleden zich gestaag maar erg traag aanpassen naar de toekomst. Ook niet door mensen die niet de middelen hebben om die versnelling als plezier te beschouwen.
Dat staat in schril contrast met ons leven. Zelden, zo schrijft Rosa, kan wie dan ook een vol biografisch leven delen met een individu. Een zo simpele waarheid die me erg trof. Onze biologie is traag en precair en zeer tijdelijk. Wat wij kunnen delen en snappen en chatten en gamen, is van een orde zonder wat het leven met ons doet. Hij pleit voor een resonantie. Voor fysici is dit een vorm van in ritme komen met datgene waarop je stapt of waar je bent en waardoor de eigenfrequentie wordt aangewakkerd en de amplitude opeens veel groter wordt. Iets wat niet altijd zonder gevaar is, dat zoeken naar resonantie. Rosa bedoelt het natuurlijk eerder in romantische, filosofische zin. Tijd nemen om je te laten omgeven door een omgeving die jou (nog altijd) zal overleven. Een belangrijk essentieel weten omdat wij, als levende wezens met onze afkomst en biologie, nu eenmaal op die manier onze weg zoeken en tot rust en creativiteit komen.
In dat eerste werk raakt Rosa ook al ‘onbeschikbaarheid’ aan. Nog zo’n ondenkbaar idee in tijden van versnelde versnelling. Onbeschikbaar zijn.
In onze honger naar steeds meer weten, op alle mogelijke wetenschappelijke en soms ‘eigenaardige’ vlakken, lopen we onszelf voorbij. Waarover je heerst, is niet meer van jou. Wat je weet, zijn data geworden.
Daarin schuilt een gevaar van vervreemding die zich steeds sneller versnelt. Dus stelt deze filosoof zich de vraag hoe je omgaat met wat onbeheersbaar en onbeschikbaar is. Of we daar ruimte voor maken en nog kunnen maken gezien onze drang naar weten, heersen en schikken of beschikken.
Hij maakt en cours de route nog een mooi onderscheid tussen toegankelijkheid en beschikbaarheid. Twee totaal verschillende zaken die politici van de toekomst best eens kunnen leren onderscheiden. Als ze tenminste niet aan de versnelling van de versnelling onderhevig zijn.
Het rare is dat het eenvoudige aan dit idee van ‘onbeschikbaarheid’ maar toegankelijk blijven, een keerpunt kan worden in een maatschappelijk debat. Rosa heeft mijn hart gewonnen.
Alledaags utopia, Kristen R. Ghodsee, Epo, 2023****
Een aangenaam te lezen verhaal over wat op, dit moment, waar ook ter wereld, iets benadert wat ‘utopia’ kan zijn. Het summum van samenleven als een geheel van economisch rendabel, sociaal invoelend, ecologisch verantwoord en zonder dwang. Soms gaat het over kortstondige projecten, andere duurden bijna een eeuwlang, zoals de industriële droom in Guise (Noord-Frankrijk) nog altijd een idee geeft van hoe kapitaal, industrie, arbeid en onderwijs tot een geheel willen komen in de beste voorwaarden. Overigens absoluut een bezoek waard!
Startend dacht ik niets te vinden in dit boek te midden van een wereld die verre van utopisch is. Een utopie om over ‘utopia’ te schrijven. Naderhand herzag ik mijn mening. Omdat de auteur goed gedocumenteerd en ook zeer breed gaat in het streven naar ‘verbetering’ op een aantal cruciale punten in onze historiek en nog altijd hoekstenen van onze samenleving vormen, zelfs fundamenten van overleving. Denk aan wonen, arbeid en winst, onderwijs, netwerken van liefde en zorg, respect en toekomst geven aan de natuur.
Niets nieuws onder de zon. Maar de verdienste van dit boek zit net in hoe kleinschalige ‘utopia’ werden gebouwd, soms decennia lang overleefden en dan toch verdwenen. Hoe kleinschalige andere wijzen van organiseren ons iets kunnen leren om deze planeet en de mensen, onze dierbare nabestaanden, die daar straks leven een toekomst te geven.
Het boek leest vlot. Soms iets te veel naar Oost-Europa gericht naar mijn gevoel en soms ook te persoonlijk. De auteur is soms te nauw verweven met haar onderwerp en dat stoort me soms. Maar tegen alle verwachting in, zeer graag gelezen.
Romeinse verhalen, Jhumpa Lahiri, Atlas Contact, 2023****
Mijn eerste kennismaking met Lahiri was ‘Een tijdelijk ongemak’ maar absoluut niet ongemakkelijk las. Nog altijd blijf ik gefascineerd door haar kracht. Het ongemak van leven, de taalbeheersing, de details zo onooglijk maar uitvergroot zo duidelijk. Een ontrafeling van onze actuele maatschappij die niet gemaakt voor wie ‘vreemd’ is.
Haar stijl is verraderlijk eenvoudig. Niet en nooit te verwarren met simplistisch. Wat ze beschrijft, soms bijna onbelangrijk, heeft zijn belang in het leven van de personages. Dat is volgens mij subliem schrijven.
Na ‘De naamgenoten’ en ‘’Vreemd land’ las ik nu ‘Romeinse verhalen’. Lahiri schrijft met kennis van zaken. Ze is Indische, lang gewoond in New York en dan ook in Italië, meer bepaald in Rome, een stek gevonden. Ze weet wat leven is als buitenstaander maar verkent dat leven als ‘binnenstaander’.
‘Romeinse verhalen’ zijn verhalen met een herkenbare, bittere kant. Altijd op lichte voet geschreven worden zware thema’s niet ontweken. Je leert iets bij als autochtoon. Soms gaat dat ook over schaamrood omdat de primitieve angst voor andere culturen in het rijke Westen maar niet overgaat.
Alle boeken van Lahiri zijn een aanrader. Maar de twee verhalenbundels ‘Een tijdelijk ongemak’ en ‘Romeinse verhalen’ zijn zo pregnant dat ik ze alleen maar kan aanbevelen.
Lege kasten, Maria Judite de Carvalho, De Bezige Bij, 2023****
Portugal is Spanje niet. Zelfs de taal op straat verschilt nogal wat. Toch hebben de twee landen veel gemeen. Zuiders temperament, een warm mediterraans klimaat (normaal gezien) en behoorlijk wat haventrafiek. Beide landen werden eeuwenlang door een katholiek regime overheerst. Met de pracht en praal in de straten, de zwijgplicht en onderdrukking van vrouwen in de huizen.
Er waren in de vorige eeuw revoluties nodig om die landen te bevrijden van een juk die hen nillens willens afstand liet nemen van de rest van Europa. Soms vergeten we het verleden. Gelukkig is er literatuur die ons daaraan herinnert.
Zo las ik graag dit boek van een auteur die stierf in 1998. Ze schilderde, schreef en was bezig met de situatie van vrouwen. Op zich een teken dat zo’n boek terug kansen krijgt.
Want het boek is goed. Is nog altijd herkenbaar voor vrouwen geboren in de jaren ’60 vorige eeuw. Je leest de strijd en het ongemak. Het onderdanige en het venijn. De humor en de overlevingsdrang. Voor mij een mooie kennismaking met een vrouw die wellicht ook haar strijd streed in Portugal, tijdens die jaren. Mooi van stijl, goed in elkaar gezet. Een tijdsdocument dat in staat is een aantal decennia te overschrijven. Met veel respect voor de vrouwen die nu een vuist maken in Spanje. Maar nee, het zijn twee aparte landen. Absoluut niet te vergelijken…
Bob, Helle Helle, Querido, 2022***
Een nieuwe van Helle Helle. Uiteraard is het de onderkoelde schrijverij die blijft boeien. Dat onaanraakbare, dat gekapte van een taal die ook daar ‘natuurlijk’ is. Dat blijft. Helle Helle moet schrijven en herschrijven en vooral schrappen, vermoed ik. Altijd opnieuw. Alles uitgepuurd in Scandinavisch licht.
Al kon dit boek me net iets minder bekoren. Misschien te ‘gewoon’ ondanks het cassante schrijven. Je kan als auteur iets uitlichten, maar dan moet je het wel kansen geven. Uitpuren en dan ook nauw gaan in de thematiek… daar word je als lezer wat ongemakkelijk van.
Dat is misschien wat ik net had verwacht. Een totaal ander onderwerp met eenzelfde breedte en scherpe punten. De punten en de scherpte blijven haar stijl. De breedte en daarmee ook het begrip vielen wat weg in dit boek. De taal is al wat vreemd. Neem daarbij nog een randfiguur en dito toestanden. Dan wordt dit een stilistisch perfect verhaal waar weinig lezers zich in herkennen. Mooi voor de taal. Minder voor het verhaal.
De onbedoelden, Cobi van Baars, Atlas Contact, 2023***
Bezwaarlijk een mooi boek te noemen. Maar wel aangrijpend en ook een frame van een bepaalde tijd. Iets wat nu verdwijnt maar uiteindelijk tot voor kort veel levens richting, zin of onzin gaven. Plaats is het katholieke Limburg. Adopteren is soms later een kwestie van verteren na het zoeken. De titel is goed gekozen. Het verhaal soms ietwat te romantisch met zijwegen die je in deze harde thematiek beter negeert. Je moet het niet harder maken omdat de wereld nu hard is. Hard is hard genoeg. Dan schrijven oudere auteurs weer over de jonge wereld en dan is het niet honderd procent geloofwaardig.
De plot zit goed in elkaar. De stijl is mooi en gaaf. Her verhaal lag me niet zo. De auteur wel.
De Pool, J.M.Coetzee, Cossee, 2023***
Naarmate hij verder schrijft, lijkt Coetzee getourmendeerder. Altijd opnieuw een zoektocht naar de ware en de waarheid of daartussen het leven van mensen.
Altijd is de meester aan het woord. De kleine wendingen, het ongemak uitvergroot, de zoektocht over wel of niet. Ook hier weer als een Pool Chopin komt spelen en uiteindelijk zijn Beatriz verleidt. Of zij hem even vasthoudt? Is er sprake van een Dante in Spanje?
Waarom is Beatriz getriggerd? Of toch niet en gewoon gedaan? Net zoals hij Chopin speelt?
Het boek is opgedeeld in cijfers. Hoofddelen een en twee en drie… Dan weer onderdelen in een, twee, drie tot… Alsof alles op een maat zit en in delen vatbaar is. Misschien vooral die delen. Een mooie trouvaille die eigenlijk geen orgelpunt kent.
Coetzee gaat altijd over essentie van het bestaan. Eigenlijk zijn de personen in zijn oeuvre denkbeelden over dat bestaan. Zij bestaan nauwelijks.
A sharp solitude, Christine Carbo, Atria, 2018***
Deze geef ik mee louter als goede verrassing. Het boek is enkel in de States en als e-book verkrijgbaar. Maar wie ooit Glacier, een nationaal park van de VS dichtbij de Canadese grens, bezoekt moet zeker iets van Carbo lezen. Ze woont zelf in de streek en kent dat ruige gebied op haar duim. Op zich nog geen garantie voor een goed boek. Op de luchthaven gekocht toch best tevreden met mijn impulsieve aankoop. Want het boek zit goed ineen, is correct van taal en de karakters zijn prima neergezet. Een kleine dip in het midden van het verhaal misschien, een te lange stilstand in de plot. Maar dan gaat het weer goed vooruit en de climax is goed gevonden. Intussen leer je zoveel bij over de streek en de mensen dat Reizen Waes erbij verbleekt.
De ontraadselaar, Fernando Pessoa, Koppernik, 2020*****
Toevallig viel mijn oog op dit boek dat ook zo mooi is uitgegeven. Felicitaties dus aan de uitgeverij. Pessoa is een van de meest illustere Portugese dichters. Verrassend dus om van zijn pen detectiveverhalen te vinden (die pas recentelijk vertaald zijn).
Hij start met zijn verhaal zoals Kierkegaard dat ook doet in sommige van zijn werken. Als auteur je voordoen als een vriend van die auteur die verderop het hoofdpersonage blijkt te zijn. Als het goed misleidend geschreven is altijd raak voor een verbazende en grappige entry. De verhalen zijn relatief kort. Behalve ‘De dood in de steeg – de zaak Vargas’. Goed voor een grote honderd bladzijden vol zetwerk. Uiteindelijk gaat het om raadsels die met deductie moeten opgelost worden. Als lezer krijg je de info. De arts Abilo Quaeresma legt wat feit en fictie is naast elkaar, denkt na en ontraadselt. Je krijgt als lezer alle inzicht in zijn logica die onverbiddelijk rationeel is. Veel minder romantisch dan de de ouderwetse en ook modernere whodunits. Je leest een gedachtegang in vrij geconcentreerd taalgebruik. In dat laatste herken je ook de dichter.
Door die concentratie vraagt het boek alle aandacht. Maar goed, wie houdt van ontraadselen dient te focussen. Voor mensen die het liever romantisch zien, raad ik dit boek niet aan.
Picknick bij maanlicht, Margaret Kennedy, Atlas Contact, 2023***
Het gaat om een werk geschreven in 1950 en pas nu in vertaling beschikbaar. Het boek speelt zich af in Cornwall, net na de Tweede Wereldoorlog. Engelser kun je de plot niet bedenken. Een toevallig samenzijn van een aantal personages verblijvend in een hotel op een klif. Uiteenlopende types die eerst niet lijken te passen, dan soms toch elkaar vinden of net uit elkaar groeien. Iets wat automatisch doet denken aan Dorothy Sayers of Agatha Christie. Mooie typering, een vlotte stijl en intrigerend. De climax is er misschien wat over maar toch een boek die je af en toe doet schaterlachen en tot op het einde boeit. Op zich al een kunst. Door de dramatische wending lijkt het wel een wake-up call te zijn voor de klimaatverandering maar in de jaren vijftig van vorige eeuw was daar weinig sprake van. De Club van Rome had nog zijn rapport niet uit en de wonden van de oorlog zinderen nog na. Zeker in het Engeland van die jaren.
Echt een goed vakantieboek of eentje voor straks in een ouderwets café.
Editie mei 2023
Toen de wereld brak, John Boyne, Meulenhoff, 2022*****
De omslagcover waarmee de uitgever het boek siert, verwijst direct naar een vorig boek van Boyne (‘De jongen in de gestreepte pyjama’). De Tweede Wereldoorlog staat opnieuw centraal in deze roman maar ingenieus anders. De dochter van een voormalig Nazi-kampcommandant woont onder een andere naam in Londen en draagt haar herinneringen, als tachtig-plusser, met zich mee. In stilte. Tot de stilte breekt en bij de buren sprake is van grof gezinsgeweld. Aarzelend sluit ze vriendschap met Henry, het buurzoontje van acht. Ze komt erachter dat de vader zowel de zoon als de moeder terroriseert. Ze laat dit merken en de geweldpleger, een rijke filmproducer, gaat op zoek naar haar verleden. Hij ontdekt haar zwakke plek en probeert een deal te maken. Zwijgen of ‘We weten allebei van niets’. Tot het geweld naast de deur opnieuw losbarst.
Adembenemend hoe Boyne alles zo intiem correct beschrijft: teder maar ook niet weg van deze wereld en met geslepen potloodpunt fijnzinnig de dilemma’s van de vorige eeuw opnieuw tot leven brengt in een verhouding tussen drie generaties. Gewaagd qua opzet en geslaagd qua resultaat. Menselijk uitgespit, historisch gedragen, spannende wendingen en vlot van stijl zonder een woord te veel.
Voor mij voorlopig het mooiste boek dat ik las in 2023. Komt zeker in mijn Top 100 aller tijden...
Bournville, Jonathan Coe, De Bezige Bij, 2022***
Een schrijver die me interesseert omwille van zijn Britse humor over… Britten. Hoe het kleinmenselijke verscholen ligt achter hun flegmatiek, de spreekwoordelijke stiff upper lip. Hoe het leven, de romantiek, de talrijke ups en downs achter de maskerade van de zogenaamde untouchables tekeer gaan. Hij beschrijft het met humor en met kennis van het Britse leven voorbehouden aan de Britten die de relativiteit van hun levenswijze onder ogen willen en durven zien.
Toch beantwoordde het boek niet aan mijn verwachtingen. Misschien een teveel aan déjà vu. Zijn vroegere werk ‘Het moordende testament’ was nieuw en verademend leuk. Dit is een flauwe afspiegeling van nogmaals hetzelfde. Wat andere maar vergelijkbare personages, de kleine wereld geïnfiltreerd door het scherm en wereldwijde gebeurtenissen, de ontluiking van het meer dan wat werd voorgespiegeld als absolute waarheid en dan grenzen doorbreekt. Coe verrast niet. Er zijn grenzen aan de verbeelding om telkens opnieuw de sixties mee te maken in een livingroom ergens te velde in… Bournville.
Nee, dit boek is geen hoogstandje. Lezers verwijs ik graag door naar ‘Het moordend testament’ en ‘De regen voor hij valt’.
Lessen, Ian McEwan, De Harmonie, 2023***
Erudiet is deze auteur zeker. Een schrijftalent premier grand cru. Maar soms is het evenwicht zoek. Te veel ineens willen schrijven, de wereld neerzetten op het leven van een opgroeiende jongen niet bepaald in ‘gewone’ omstandigheden vormt een moeilijk startpunt. Als dat leven nog met kunstgrepen wordt gekoppeld aan belangrijke maatschappelijke omwentelingen vanaf 1960 dan wordt het iets van ‘er over’.
Voor mij dus ontgoochelend. Omdat McEwan vooral wil tonen hoeveel hij weet. Naar mijn mening hoeft dat niet in een roman. Dan schrijf je beter een historisch werk of een essay over een of ander fenomeen, een raar feit of een reeks gebeurtenissen met gevolgen. Alles koppelen aan één personage en het sappig maken door een exotisch Engels seks-appeal was voor mij geen trigger. Het verhaal zou slechts één ster krijgen. De schrijfdeskundigheid van de auteur tilt het zwakke verhaal op.
Het woud van Birnam, Eleanor Catton, Ambo/Anthos, 2023****
Na ‘Al wat schittert’ was ik zeker nieuwsgierig om de nieuweling van Catton te lezen. Altijd brengt zij het kosmopolitische binnen en dat op een zeer eigentijdse manier. Nieuwe maatschappelijke strijdpunten krijgen in haar boeken ruimte en worden ook ruim bekeken en bemeten. Daar merk ik een verwantschap met Julia Zeh al hebben deze twee auteurs totaal verschillende roots.
Een activistisch tuinderscollectief is bezig in Nieuw-Zeeland. Ze planten en telen gewassen op verwilderde plekken en proberen deze aan de man te brengen. Zonder veel succes. Maar afzien voor het goede doel hoort erbij en ‘afvallig’ kun je niet worden. Toch leeft er wat bij deze semi-sectaire gemeenschap. Iedereen heeft inspraak maar de een al meer dan de andere. In de anarchie bestaat een hiërarchie die zich voortzet in persoonlijke – soms zelfs seksuele – relaties. Niets menselijks is daar vreemd al wordt het ontkend door een rationalisatie binnen het grote discours.
Twee toevallige omstandigheden zorgen voor een dramatische wending. De ex-vriend van de vrouwelijke leider van het collectief komt terug na jaren afwezigheid. Een aardverschuiving wat verderop maakt een gebied voor hen toegankelijk en kan het collectief een boost geven. Zeker nadat de hoofdfiguur kennis maakt met een magnaat die evengoed zijn oog liet vallen op datzelfde bijna onbewoonbare gebied. Conflicten en listen en menselijke misverstanden maken de plot spannend.
Catton werkt naar een climax al leek die voor mij een anticlimax. Maar dat kan ik niet verklappen. Ik raad het boek aan en zie mensen die het lezen de bladzijden verslinden en stilletjes glimlachen. Alternatief leven is niet altijd wat het lijkt...
The murders at Fleat House, Lucinda Riley, Panmacmillan, 2022*
Dit betreft een boek van ‘de’ Riley die een wereldwijde bestsellerreeks op haar naam heeft met de serie ‘The seven sisters’. Dit boek werd na haar dood in 2022 uitgegeven door haar zoon. Volgens zijn intro heeft hij zo goed als niets veranderd aan het concept van dit werk dat er lag in 2006. Toen was zij nog onbekend en kreeg ze het manuscript niet verkocht.
Op een luchthaven kocht ik dit boek. Deels wegens gebrek aan een beter aanbod en deels ook uit nieuwsgierigheid naar wat Riley nu eigenlijk betekent voor een lezersomnivoor.
Bitter weinig dus. De plot is zo voorspelbaar, de omgeving zo bekend, het Agatha-Christie-syndroom zo aanwezig dat je je lachend afvraagt waarmee je je tijd vult. Eerlijk is eerlijk: ik heb het boek uitgelezen. Een zonde net voor de Paastijd. Ik hoop voor veel lezers dat haar andere serie toch stukken beter was.
Het lijk in de boomgaard, Geert Van Istendael, Houtekiet, 2017**
Hoe maakt iemand als Van Istendael een spannend moordverhaal? Wat is het onderscheid met Coppers of goede auteurs als Biebauw (‘Russisch voor beginners’)? De plot is net goed, de zoektocht matig en de climax minder dan matig. Voor liefhebbers van whodunits absoluut geen meerwaarde. Toch zijn er pluspunten. Door zijn kennis van onze hoofdstad Brussel, het verborgen leven in soms aparte en soms groenere zones dan verwacht in de rand van deze stad, het taaltje en misverstanden tussen dialecten van het binnenland (of de Far West) zijn dan weer een leuk pluspunt.
Op zich goed geschreven maar mager qua idee. Wel leuk voor wie een weekendje Brussel aandoet en op een terras in de zon (?) even kan genieten van passage op straat en passages in het boek.
Heeft iemand Charlotte Salter gezien, Nicci FrenchAmbo/Anthos, 2023****
Aarzelend hieraan begonnen en na dertig bladzijden bijna voor bekeken gehouden. Het lijkt wel een ouverture van een mislukte opera. Alles komt op het toneel en niets hangt samen. Dat mag in een literaire thriller maar dan moet het uitgekiend en met mate aanleiding geven tot meer. Even ontbrak dat punt wat voor mij bijna een point of no return was.
Naderhand komt er diepgang en verrassing. Startend dus van minus zero tot een aangename 27°. Dan toont het auteurskoppel weer dat ze de knepen van het vak kennen en per bladzijde niet dicht doen maar meer ruimte geven.
Slotsom: een goeie zonder meer. Het lijkt wel wat op de champagne van Piper-Heidseck. Ongeacht het jaar, het klimaat of de bodemtoestand blijf je eenzelfde smaak genereren. Dat noemen ze op diverse domeinen vakmanschap. Een perfecte conclusie (waar overigens Coppers niet kan aan tippen).
Het ontstaan van de tijd, Thomas Herzog, Spectrum Lannoo, 2023*****
Herzorg is kosmoloog en hoogleraar aan de KULeuven. Hij werkte jaren samen met Stephen Hawking en samen werkten ze verder op het wat en hoe van de oorsprong van alles. Het ontstaan van de kosmos, het begin van de tijd. Of kan de tijd geen begin kennen?
Dit boek gaat geen filosofische discussies uit de weg, biedt soms leuke anekdotes over hoe eminenties met naam in kosmologie en fysica van mening verschillen, hoe veel ook op dit moment van de wetenschappelijke geschiedenis (tijd dus) op het randje staat van een ‘grote’ nieuwe theorie.
Enorm boeiend en ook zeer vreemd. Met de wet van actie en reactie zijn we allemaal vertrouwd. Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg ligt al iets moeilijker. Waar iets is, is eerder een vraag van statistiek dan van exacte berekening. Einstein leerde ons hoe tijd en ruimte eigenlijk eenzelfde soort dimensies zijn. Maar zijn speciale relativiteitstheorie ging verder in de algemene relativiteit. Daaruit bleek dat gravitatie, tot dan toe onderschat als kracht t.o.v. van elektromagnetisme en de zwakke en sterke kernkrachten, opeens weer fundamenteel is voor de kosmos en alle bestaan. Nee dus: geen macrokosmos die niet samenvalt met de microkosmos.
Fotonen waren het eerste punt van discussie wat ‘golven’ zijn en wat ‘deeltjes’. Kunnen deeltjes zonder massa wel deeltjes zijn? En wat zijn ze dan werkelijk?
En kan een mens de kosmos waar hij of zij deel van uitmaakt, bestuderen zonder storing aan te brengen? Kunnen wij onszelf in de kosmos, op deze planeet, in dit zonnestelsel, in deze nevel echt bestuderen en achterhalen waar of wanneer het begin lag? Hoe kijken we dan eigenlijk? Vanuit het begin of rakelen we nu het verleden op dankzij nieuwe middelen?
Ik vond het een schitterend boek. Maar het vraagt van de lezer enige kennis over natuurkunde. Op 400 bladzijden alles uitleggen, is onmogelijk. Dus ga je soms snel over vrij complexe systemen. Ook al omdat wat je als mens waarneemt, helemaal niet statistisch is maar eerder een zekerheid. Ingenieurs bouwen bruggen, auto’s rijden en vliegtuigen vliegen. Dat verschil gaat de auteur niet uit de weg en dat is een grote verdienste, vind ik.
Terugkijken in het verleden, vanuit ons standpunt, is een vreemde uitstap. Niet alle raadsels zijn opgelost maar hoe wij ons bewegen en ons leven beleven is echt wel een apart avontuur als je de kosmos ‘leest’. Ruimte, tijd en informatiestapeling zijn essentieel.
Een aanrader voor jonge wetenschappers en voor ex-wetenschappers die graag een halve eeuw later geboren waren!
Gerechtigheid voor dieren, Martha C.Nussbaum, Querido Facto, 2023***
Intussen meer dan over de pensioenleeftijd blijft Nussbaum (75 jaar) bezig om haar capabiliteitstheorie toe te passen op diverse domeinen. Dit boek is opgedragen ‘uit liefde’ aan haar dochter Rachel die overleed in 2017. Haar dochter was geëngageerd in dierenrechten en de juridische context daaromtrent.
Een lijvig boek over zeer veel. Want dieren zijn (nog altijd) talrijker dan mensen en welke dieren kunnen een vorm van recht claimen als ze opgesloten, gefokt, mishandeld en opgegeten worden door de mens die almachtig is op deze planeet? Dit zijn juridisch niet de gemakkelijkste kwesties. Kan een dier, gaande van gezelschapsdier tot ‘wild’ dier een rechthebbende worden?
Vanuit de capabiliteitstheorie die Nussbaum ontwikkelde, jaren geleden in samenwerking met Ayarta Sen, wil ze haar theorie toepassen op dierenrechten.
Als lezer is het even wennen om dieren als een ‘beklaagde’ te kunnen zien in een rechtbank. Hoe doe je dat in godsnaam? En wie is dan betrokken partij? En hoe begrijpen we het dier en de rechten van het dier?
Hoe wild is de wildernis in onze natuur en hoeveel geld wordt verdiend met stukjes wildernis als tentoonstelling aan te bieden? Dat zijn zeer pertinente vragen die onze menselijke soort tot nederigheid dwingt. We zijn almachtig op deze planeet maar kunnen, voorlopig toch, niet zonder deze bol waarop veel dieren en planten de grond maakten en maken waarop wij leven en waarvan we leven.
Een terechte aanklacht tegen agro-industrie, tegen een te grote vleesconsumptie, tegen het inperken van ruimte voor dieren die geen circusattractie moeten zijn maar evengoed levende wezens met emoties, met ambities en met vooruitzichten.
Nussbaum is grote fan van Frans De Waal die ook in een van de vorige blogs aan bod kwam.
In dit boek gaat de juridisch-filosofe soms te ver. Soms niet ver genoeg. Het verschil tussen vissen en kraakbeenvissen lijkt mij bijvoorbeeld nogal vreemd. Al ben ik geen fan van insecten maar ze uitsluiten op rechten blijkt dan weer een opportunistisch gegeven. Ook in het dierenrijk blijkt het hemd nader dan de rok. Wie bezig is met planten of bomen (zoals Peter Wohlleben) is overtuigd dat ook hier sprake is van ondersteuning en solidariteit. Op een manier die wij nauwelijks vatten of begrijpen of niet ‘zintuiglijk’ kunnen tasten.
Een feit is zeker. Dit boek moet je als mens die zoekt naar een correcte plaats en omgang met onze omgeving op deze planeet, zeker lezen. Het leest overigens zeer boeiend. Al kunnen wel 100 bladzijden geschrapt worden wegens een teveel aan herhaling.
150 ultieme eilanden, Kosmos Uitgevers, 2023***
Het betreft een uitgave van lonely@planet en is door de uitgever mooi vorm gegeven. Eilanden spreken tot de verbeelding zowel voor avonturiers, literaire exploten en biologen/klimatologen. Een eiland vinden om even te vertoeven, lijkt zoiets als Paradise Island.
Een reis naar de meest geweldige eilanden ter wereld. En inderdaad, het gaat van klein naar groot overal ter wereld. Helemaal iets anders dan ‘Atlas of remote islands’ (Judith Schalansky, Penguin Group, 2010).
150 eilanden bespreken op een bestek van zo’n 320 bladzijden is niet min. Elk eiland, hoe groot ook, krijgt exact twee bladzijden. Als een soort voorgerecht op een eiland dat piepklein kan zijn zoals bv. de Trang Islands in Thailand of reusachtig kan zijn zoals bv. Groenland of Madagascar. Eilanden zijn eilanden ongeacht de grootte en krijgen evenveel ruimte. Dat maakt het boek toegankelijk maar ook wat vreemd.
Wel een ontdekkingsreis op zich. Je krijgt op kort bestek de correcte coördinaten, een summiere intro, een typisch fenomeen van daar, een landkaart en tips over wat je best niet mist eenmaal daar.
Voor wie schatten van eilanden zoekt, absoluut aan te raden als inspiratiebron. Maar voor wie zich voorbereidt op een specifieke eilandreis komt dit boek te kort aan diepgaande informatie.
Vogels van Europa, Noordboek Natuur, 2023*****
De ondertitel van dit boek spreekt boekdelen: ‘de meest complete fotogids’. Met vogels van Europa in het vizier. Als amateur-vogelliefhebber hou ik meer van tekeningen. Foto’s zijn soms te flou, soms niet goed belicht of dan weer te veel verborgen in het groen. Zeker in vogelvlucht geven foto’s weinig mee.
Dit boek bewijst dat het anders kan. Eigenlijk de eerste in zijn soort die ik kan appreciëren als naslagwerk. Mooi uitgesneden beelden van koppen, vleugels en vogels in vlucht. Mooi ondergebracht in vergelijkbare elementen. Gierig op foto’s is dit boek niet en bijvoorbeeld wat betreft meeuwen zie je alle stadia van de groei. Absoluut niet simpel als je begint aan zee…
De foto’s krijgen de voorrang. Kaarten van voorkomen en broedgebieden zijn wat kleiner gezet en ook de uitleg is miniem. Goed is wel de verschillen te kunnen zien tussen mannetje-vrouwtje, eerste jaar en dan volwassen look,… Ook de kleine verschillen in determinatie van gelijkaardige vogels of vogelfamilies zetten je op het juiste spoor.
Maar dit boek is geen veldgids. Het boek heeft volume en weegt net iets minder dan 2 kg. Te veel voor de rugzak van de dagstapper. Als encyclopedie of naslagwerk is het een schitterende aanwinst in jouw vogelbibliotheek.