Editie mei 2023
Toen de wereld brak, John Boyne, Meulenhoff, 2022*****
De omslagcover waarmee de uitgever het boek siert, verwijst direct naar een vorig boek van Boyne (‘De jongen in de gestreepte pyjama’). De Tweede Wereldoorlog staat opnieuw centraal in deze roman maar ingenieus anders. De dochter van een voormalig Nazi-kampcommandant woont onder een andere naam in Londen en draagt haar herinneringen, als tachtig-plusser, met zich mee. In stilte. Tot de stilte breekt en bij de buren sprake is van grof gezinsgeweld. Aarzelend sluit ze vriendschap met Henry, het buurzoontje van acht. Ze komt erachter dat de vader zowel de zoon als de moeder terroriseert. Ze laat dit merken en de geweldpleger, een rijke filmproducer, gaat op zoek naar haar verleden. Hij ontdekt haar zwakke plek en probeert een deal te maken. Zwijgen of ‘We weten allebei van niets’. Tot het geweld naast de deur opnieuw losbarst.
Adembenemend hoe Boyne alles zo intiem correct beschrijft: teder maar ook niet weg van deze wereld en met geslepen potloodpunt fijnzinnig de dilemma’s van de vorige eeuw opnieuw tot leven brengt in een verhouding tussen drie generaties. Gewaagd qua opzet en geslaagd qua resultaat. Menselijk uitgespit, historisch gedragen, spannende wendingen en vlot van stijl zonder een woord te veel.
Voor mij voorlopig het mooiste boek dat ik las in 2023. Komt zeker in mijn Top 100 aller tijden...
Bournville, Jonathan Coe, De Bezige Bij, 2022***
Een schrijver die me interesseert omwille van zijn Britse humor over… Britten. Hoe het kleinmenselijke verscholen ligt achter hun flegmatiek, de spreekwoordelijke stiff upper lip. Hoe het leven, de romantiek, de talrijke ups en downs achter de maskerade van de zogenaamde untouchables tekeer gaan. Hij beschrijft het met humor en met kennis van het Britse leven voorbehouden aan de Britten die de relativiteit van hun levenswijze onder ogen willen en durven zien.
Toch beantwoordde het boek niet aan mijn verwachtingen. Misschien een teveel aan déjà vu. Zijn vroegere werk ‘Het moordende testament’ was nieuw en verademend leuk. Dit is een flauwe afspiegeling van nogmaals hetzelfde. Wat andere maar vergelijkbare personages, de kleine wereld geïnfiltreerd door het scherm en wereldwijde gebeurtenissen, de ontluiking van het meer dan wat werd voorgespiegeld als absolute waarheid en dan grenzen doorbreekt. Coe verrast niet. Er zijn grenzen aan de verbeelding om telkens opnieuw de sixties mee te maken in een livingroom ergens te velde in… Bournville.
Nee, dit boek is geen hoogstandje. Lezers verwijs ik graag door naar ‘Het moordend testament’ en ‘De regen voor hij valt’.
Lessen, Ian McEwan, De Harmonie, 2023***
Erudiet is deze auteur zeker. Een schrijftalent premier grand cru. Maar soms is het evenwicht zoek. Te veel ineens willen schrijven, de wereld neerzetten op het leven van een opgroeiende jongen niet bepaald in ‘gewone’ omstandigheden vormt een moeilijk startpunt. Als dat leven nog met kunstgrepen wordt gekoppeld aan belangrijke maatschappelijke omwentelingen vanaf 1960 dan wordt het iets van ‘er over’.
Voor mij dus ontgoochelend. Omdat McEwan vooral wil tonen hoeveel hij weet. Naar mijn mening hoeft dat niet in een roman. Dan schrijf je beter een historisch werk of een essay over een of ander fenomeen, een raar feit of een reeks gebeurtenissen met gevolgen. Alles koppelen aan één personage en het sappig maken door een exotisch Engels seks-appeal was voor mij geen trigger. Het verhaal zou slechts één ster krijgen. De schrijfdeskundigheid van de auteur tilt het zwakke verhaal op.
Het woud van Birnam, Eleanor Catton, Ambo/Anthos, 2023****
Na ‘Al wat schittert’ was ik zeker nieuwsgierig om de nieuweling van Catton te lezen. Altijd brengt zij het kosmopolitische binnen en dat op een zeer eigentijdse manier. Nieuwe maatschappelijke strijdpunten krijgen in haar boeken ruimte en worden ook ruim bekeken en bemeten. Daar merk ik een verwantschap met Julia Zeh al hebben deze twee auteurs totaal verschillende roots.
Een activistisch tuinderscollectief is bezig in Nieuw-Zeeland. Ze planten en telen gewassen op verwilderde plekken en proberen deze aan de man te brengen. Zonder veel succes. Maar afzien voor het goede doel hoort erbij en ‘afvallig’ kun je niet worden. Toch leeft er wat bij deze semi-sectaire gemeenschap. Iedereen heeft inspraak maar de een al meer dan de andere. In de anarchie bestaat een hiërarchie die zich voortzet in persoonlijke – soms zelfs seksuele – relaties. Niets menselijks is daar vreemd al wordt het ontkend door een rationalisatie binnen het grote discours.
Twee toevallige omstandigheden zorgen voor een dramatische wending. De ex-vriend van de vrouwelijke leider van het collectief komt terug na jaren afwezigheid. Een aardverschuiving wat verderop maakt een gebied voor hen toegankelijk en kan het collectief een boost geven. Zeker nadat de hoofdfiguur kennis maakt met een magnaat die evengoed zijn oog liet vallen op datzelfde bijna onbewoonbare gebied. Conflicten en listen en menselijke misverstanden maken de plot spannend.
Catton werkt naar een climax al leek die voor mij een anticlimax. Maar dat kan ik niet verklappen. Ik raad het boek aan en zie mensen die het lezen de bladzijden verslinden en stilletjes glimlachen. Alternatief leven is niet altijd wat het lijkt...
The murders at Fleat House, Lucinda Riley, Panmacmillan, 2022*
Dit betreft een boek van ‘de’ Riley die een wereldwijde bestsellerreeks op haar naam heeft met de serie ‘The seven sisters’. Dit boek werd na haar dood in 2022 uitgegeven door haar zoon. Volgens zijn intro heeft hij zo goed als niets veranderd aan het concept van dit werk dat er lag in 2006. Toen was zij nog onbekend en kreeg ze het manuscript niet verkocht.
Op een luchthaven kocht ik dit boek. Deels wegens gebrek aan een beter aanbod en deels ook uit nieuwsgierigheid naar wat Riley nu eigenlijk betekent voor een lezersomnivoor.
Bitter weinig dus. De plot is zo voorspelbaar, de omgeving zo bekend, het Agatha-Christie-syndroom zo aanwezig dat je je lachend afvraagt waarmee je je tijd vult. Eerlijk is eerlijk: ik heb het boek uitgelezen. Een zonde net voor de Paastijd. Ik hoop voor veel lezers dat haar andere serie toch stukken beter was.
Het lijk in de boomgaard, Geert Van Istendael, Houtekiet, 2017**
Hoe maakt iemand als Van Istendael een spannend moordverhaal? Wat is het onderscheid met Coppers of goede auteurs als Biebauw (‘Russisch voor beginners’)? De plot is net goed, de zoektocht matig en de climax minder dan matig. Voor liefhebbers van whodunits absoluut geen meerwaarde. Toch zijn er pluspunten. Door zijn kennis van onze hoofdstad Brussel, het verborgen leven in soms aparte en soms groenere zones dan verwacht in de rand van deze stad, het taaltje en misverstanden tussen dialecten van het binnenland (of de Far West) zijn dan weer een leuk pluspunt.
Op zich goed geschreven maar mager qua idee. Wel leuk voor wie een weekendje Brussel aandoet en op een terras in de zon (?) even kan genieten van passage op straat en passages in het boek.
Heeft iemand Charlotte Salter gezien, Nicci FrenchAmbo/Anthos, 2023****
Aarzelend hieraan begonnen en na dertig bladzijden bijna voor bekeken gehouden. Het lijkt wel een ouverture van een mislukte opera. Alles komt op het toneel en niets hangt samen. Dat mag in een literaire thriller maar dan moet het uitgekiend en met mate aanleiding geven tot meer. Even ontbrak dat punt wat voor mij bijna een point of no return was.
Naderhand komt er diepgang en verrassing. Startend dus van minus zero tot een aangename 27°. Dan toont het auteurskoppel weer dat ze de knepen van het vak kennen en per bladzijde niet dicht doen maar meer ruimte geven.
Slotsom: een goeie zonder meer. Het lijkt wel wat op de champagne van Piper-Heidseck. Ongeacht het jaar, het klimaat of de bodemtoestand blijf je eenzelfde smaak genereren. Dat noemen ze op diverse domeinen vakmanschap. Een perfecte conclusie (waar overigens Coppers niet kan aan tippen).
Het ontstaan van de tijd, Thomas Herzog, Spectrum Lannoo, 2023*****
Herzorg is kosmoloog en hoogleraar aan de KULeuven. Hij werkte jaren samen met Stephen Hawking en samen werkten ze verder op het wat en hoe van de oorsprong van alles. Het ontstaan van de kosmos, het begin van de tijd. Of kan de tijd geen begin kennen?
Dit boek gaat geen filosofische discussies uit de weg, biedt soms leuke anekdotes over hoe eminenties met naam in kosmologie en fysica van mening verschillen, hoe veel ook op dit moment van de wetenschappelijke geschiedenis (tijd dus) op het randje staat van een ‘grote’ nieuwe theorie.
Enorm boeiend en ook zeer vreemd. Met de wet van actie en reactie zijn we allemaal vertrouwd. Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg ligt al iets moeilijker. Waar iets is, is eerder een vraag van statistiek dan van exacte berekening. Einstein leerde ons hoe tijd en ruimte eigenlijk eenzelfde soort dimensies zijn. Maar zijn speciale relativiteitstheorie ging verder in de algemene relativiteit. Daaruit bleek dat gravitatie, tot dan toe onderschat als kracht t.o.v. van elektromagnetisme en de zwakke en sterke kernkrachten, opeens weer fundamenteel is voor de kosmos en alle bestaan. Nee dus: geen macrokosmos die niet samenvalt met de microkosmos.
Fotonen waren het eerste punt van discussie wat ‘golven’ zijn en wat ‘deeltjes’. Kunnen deeltjes zonder massa wel deeltjes zijn? En wat zijn ze dan werkelijk?
En kan een mens de kosmos waar hij of zij deel van uitmaakt, bestuderen zonder storing aan te brengen? Kunnen wij onszelf in de kosmos, op deze planeet, in dit zonnestelsel, in deze nevel echt bestuderen en achterhalen waar of wanneer het begin lag? Hoe kijken we dan eigenlijk? Vanuit het begin of rakelen we nu het verleden op dankzij nieuwe middelen?
Ik vond het een schitterend boek. Maar het vraagt van de lezer enige kennis over natuurkunde. Op 400 bladzijden alles uitleggen, is onmogelijk. Dus ga je soms snel over vrij complexe systemen. Ook al omdat wat je als mens waarneemt, helemaal niet statistisch is maar eerder een zekerheid. Ingenieurs bouwen bruggen, auto’s rijden en vliegtuigen vliegen. Dat verschil gaat de auteur niet uit de weg en dat is een grote verdienste, vind ik.
Terugkijken in het verleden, vanuit ons standpunt, is een vreemde uitstap. Niet alle raadsels zijn opgelost maar hoe wij ons bewegen en ons leven beleven is echt wel een apart avontuur als je de kosmos ‘leest’. Ruimte, tijd en informatiestapeling zijn essentieel.
Een aanrader voor jonge wetenschappers en voor ex-wetenschappers die graag een halve eeuw later geboren waren!
Gerechtigheid voor dieren, Martha C.Nussbaum, Querido Facto, 2023***
Intussen meer dan over de pensioenleeftijd blijft Nussbaum (75 jaar) bezig om haar capabiliteitstheorie toe te passen op diverse domeinen. Dit boek is opgedragen ‘uit liefde’ aan haar dochter Rachel die overleed in 2017. Haar dochter was geëngageerd in dierenrechten en de juridische context daaromtrent.
Een lijvig boek over zeer veel. Want dieren zijn (nog altijd) talrijker dan mensen en welke dieren kunnen een vorm van recht claimen als ze opgesloten, gefokt, mishandeld en opgegeten worden door de mens die almachtig is op deze planeet? Dit zijn juridisch niet de gemakkelijkste kwesties. Kan een dier, gaande van gezelschapsdier tot ‘wild’ dier een rechthebbende worden?
Vanuit de capabiliteitstheorie die Nussbaum ontwikkelde, jaren geleden in samenwerking met Ayarta Sen, wil ze haar theorie toepassen op dierenrechten.
Als lezer is het even wennen om dieren als een ‘beklaagde’ te kunnen zien in een rechtbank. Hoe doe je dat in godsnaam? En wie is dan betrokken partij? En hoe begrijpen we het dier en de rechten van het dier?
Hoe wild is de wildernis in onze natuur en hoeveel geld wordt verdiend met stukjes wildernis als tentoonstelling aan te bieden? Dat zijn zeer pertinente vragen die onze menselijke soort tot nederigheid dwingt. We zijn almachtig op deze planeet maar kunnen, voorlopig toch, niet zonder deze bol waarop veel dieren en planten de grond maakten en maken waarop wij leven en waarvan we leven.
Een terechte aanklacht tegen agro-industrie, tegen een te grote vleesconsumptie, tegen het inperken van ruimte voor dieren die geen circusattractie moeten zijn maar evengoed levende wezens met emoties, met ambities en met vooruitzichten.
Nussbaum is grote fan van Frans De Waal die ook in een van de vorige blogs aan bod kwam.
In dit boek gaat de juridisch-filosofe soms te ver. Soms niet ver genoeg. Het verschil tussen vissen en kraakbeenvissen lijkt mij bijvoorbeeld nogal vreemd. Al ben ik geen fan van insecten maar ze uitsluiten op rechten blijkt dan weer een opportunistisch gegeven. Ook in het dierenrijk blijkt het hemd nader dan de rok. Wie bezig is met planten of bomen (zoals Peter Wohlleben) is overtuigd dat ook hier sprake is van ondersteuning en solidariteit. Op een manier die wij nauwelijks vatten of begrijpen of niet ‘zintuiglijk’ kunnen tasten.
Een feit is zeker. Dit boek moet je als mens die zoekt naar een correcte plaats en omgang met onze omgeving op deze planeet, zeker lezen. Het leest overigens zeer boeiend. Al kunnen wel 100 bladzijden geschrapt worden wegens een teveel aan herhaling.
150 ultieme eilanden, Kosmos Uitgevers, 2023***
Het betreft een uitgave van lonely@planet en is door de uitgever mooi vorm gegeven. Eilanden spreken tot de verbeelding zowel voor avonturiers, literaire exploten en biologen/klimatologen. Een eiland vinden om even te vertoeven, lijkt zoiets als Paradise Island.
Een reis naar de meest geweldige eilanden ter wereld. En inderdaad, het gaat van klein naar groot overal ter wereld. Helemaal iets anders dan ‘Atlas of remote islands’ (Judith Schalansky, Penguin Group, 2010).
150 eilanden bespreken op een bestek van zo’n 320 bladzijden is niet min. Elk eiland, hoe groot ook, krijgt exact twee bladzijden. Als een soort voorgerecht op een eiland dat piepklein kan zijn zoals bv. de Trang Islands in Thailand of reusachtig kan zijn zoals bv. Groenland of Madagascar. Eilanden zijn eilanden ongeacht de grootte en krijgen evenveel ruimte. Dat maakt het boek toegankelijk maar ook wat vreemd.
Wel een ontdekkingsreis op zich. Je krijgt op kort bestek de correcte coördinaten, een summiere intro, een typisch fenomeen van daar, een landkaart en tips over wat je best niet mist eenmaal daar.
Voor wie schatten van eilanden zoekt, absoluut aan te raden als inspiratiebron. Maar voor wie zich voorbereidt op een specifieke eilandreis komt dit boek te kort aan diepgaande informatie.
Vogels van Europa, Noordboek Natuur, 2023*****
De ondertitel van dit boek spreekt boekdelen: ‘de meest complete fotogids’. Met vogels van Europa in het vizier. Als amateur-vogelliefhebber hou ik meer van tekeningen. Foto’s zijn soms te flou, soms niet goed belicht of dan weer te veel verborgen in het groen. Zeker in vogelvlucht geven foto’s weinig mee.
Dit boek bewijst dat het anders kan. Eigenlijk de eerste in zijn soort die ik kan appreciëren als naslagwerk. Mooi uitgesneden beelden van koppen, vleugels en vogels in vlucht. Mooi ondergebracht in vergelijkbare elementen. Gierig op foto’s is dit boek niet en bijvoorbeeld wat betreft meeuwen zie je alle stadia van de groei. Absoluut niet simpel als je begint aan zee…
De foto’s krijgen de voorrang. Kaarten van voorkomen en broedgebieden zijn wat kleiner gezet en ook de uitleg is miniem. Goed is wel de verschillen te kunnen zien tussen mannetje-vrouwtje, eerste jaar en dan volwassen look,… Ook de kleine verschillen in determinatie van gelijkaardige vogels of vogelfamilies zetten je op het juiste spoor.
Maar dit boek is geen veldgids. Het boek heeft volume en weegt net iets minder dan 2 kg. Te veel voor de rugzak van de dagstapper. Als encyclopedie of naslagwerk is het een schitterende aanwinst in jouw vogelbibliotheek.