Editie mei 2023
Toen de wereld brak, John Boyne, Meulenhoff, 2022*****
De omslagcover waarmee de uitgever het boek siert, verwijst direct naar een vorig boek van Boyne (‘De jongen in de gestreepte pyjama’). De Tweede Wereldoorlog staat opnieuw centraal in deze roman maar ingenieus anders. De dochter van een voormalig Nazi-kampcommandant woont onder een andere naam in Londen en draagt haar herinneringen, als tachtig-plusser, met zich mee. In stilte. Tot de stilte breekt en bij de buren sprake is van grof gezinsgeweld. Aarzelend sluit ze vriendschap met Henry, het buurzoontje van acht. Ze komt erachter dat de vader zowel de zoon als de moeder terroriseert. Ze laat dit merken en de geweldpleger, een rijke filmproducer, gaat op zoek naar haar verleden. Hij ontdekt haar zwakke plek en probeert een deal te maken. Zwijgen of ‘We weten allebei van niets’. Tot het geweld naast de deur opnieuw losbarst.
Adembenemend hoe Boyne alles zo intiem correct beschrijft: teder maar ook niet weg van deze wereld en met geslepen potloodpunt fijnzinnig de dilemma’s van de vorige eeuw opnieuw tot leven brengt in een verhouding tussen drie generaties. Gewaagd qua opzet en geslaagd qua resultaat. Menselijk uitgespit, historisch gedragen, spannende wendingen en vlot van stijl zonder een woord te veel.
Voor mij voorlopig het mooiste boek dat ik las in 2023. Komt zeker in mijn Top 100 aller tijden...
Bournville, Jonathan Coe, De Bezige Bij, 2022***
Een schrijver die me interesseert omwille van zijn Britse humor over… Britten. Hoe het kleinmenselijke verscholen ligt achter hun flegmatiek, de spreekwoordelijke stiff upper lip. Hoe het leven, de romantiek, de talrijke ups en downs achter de maskerade van de zogenaamde untouchables tekeer gaan. Hij beschrijft het met humor en met kennis van het Britse leven voorbehouden aan de Britten die de relativiteit van hun levenswijze onder ogen willen en durven zien.
Toch beantwoordde het boek niet aan mijn verwachtingen. Misschien een teveel aan déjà vu. Zijn vroegere werk ‘Het moordende testament’ was nieuw en verademend leuk. Dit is een flauwe afspiegeling van nogmaals hetzelfde. Wat andere maar vergelijkbare personages, de kleine wereld geïnfiltreerd door het scherm en wereldwijde gebeurtenissen, de ontluiking van het meer dan wat werd voorgespiegeld als absolute waarheid en dan grenzen doorbreekt. Coe verrast niet. Er zijn grenzen aan de verbeelding om telkens opnieuw de sixties mee te maken in een livingroom ergens te velde in… Bournville.
Nee, dit boek is geen hoogstandje. Lezers verwijs ik graag door naar ‘Het moordend testament’ en ‘De regen voor hij valt’.
Lessen, Ian McEwan, De Harmonie, 2023***
Erudiet is deze auteur zeker. Een schrijftalent premier grand cru. Maar soms is het evenwicht zoek. Te veel ineens willen schrijven, de wereld neerzetten op het leven van een opgroeiende jongen niet bepaald in ‘gewone’ omstandigheden vormt een moeilijk startpunt. Als dat leven nog met kunstgrepen wordt gekoppeld aan belangrijke maatschappelijke omwentelingen vanaf 1960 dan wordt het iets van ‘er over’.
Voor mij dus ontgoochelend. Omdat McEwan vooral wil tonen hoeveel hij weet. Naar mijn mening hoeft dat niet in een roman. Dan schrijf je beter een historisch werk of een essay over een of ander fenomeen, een raar feit of een reeks gebeurtenissen met gevolgen. Alles koppelen aan één personage en het sappig maken door een exotisch Engels seks-appeal was voor mij geen trigger. Het verhaal zou slechts één ster krijgen. De schrijfdeskundigheid van de auteur tilt het zwakke verhaal op.
Het woud van Birnam, Eleanor Catton, Ambo/Anthos, 2023****
Na ‘Al wat schittert’ was ik zeker nieuwsgierig om de nieuweling van Catton te lezen. Altijd brengt zij het kosmopolitische binnen en dat op een zeer eigentijdse manier. Nieuwe maatschappelijke strijdpunten krijgen in haar boeken ruimte en worden ook ruim bekeken en bemeten. Daar merk ik een verwantschap met Julia Zeh al hebben deze twee auteurs totaal verschillende roots.
Een activistisch tuinderscollectief is bezig in Nieuw-Zeeland. Ze planten en telen gewassen op verwilderde plekken en proberen deze aan de man te brengen. Zonder veel succes. Maar afzien voor het goede doel hoort erbij en ‘afvallig’ kun je niet worden. Toch leeft er wat bij deze semi-sectaire gemeenschap. Iedereen heeft inspraak maar de een al meer dan de andere. In de anarchie bestaat een hiërarchie die zich voortzet in persoonlijke – soms zelfs seksuele – relaties. Niets menselijks is daar vreemd al wordt het ontkend door een rationalisatie binnen het grote discours.
Twee toevallige omstandigheden zorgen voor een dramatische wending. De ex-vriend van de vrouwelijke leider van het collectief komt terug na jaren afwezigheid. Een aardverschuiving wat verderop maakt een gebied voor hen toegankelijk en kan het collectief een boost geven. Zeker nadat de hoofdfiguur kennis maakt met een magnaat die evengoed zijn oog liet vallen op datzelfde bijna onbewoonbare gebied. Conflicten en listen en menselijke misverstanden maken de plot spannend.
Catton werkt naar een climax al leek die voor mij een anticlimax. Maar dat kan ik niet verklappen. Ik raad het boek aan en zie mensen die het lezen de bladzijden verslinden en stilletjes glimlachen. Alternatief leven is niet altijd wat het lijkt...
The murders at Fleat House, Lucinda Riley, Panmacmillan, 2022*
Dit betreft een boek van ‘de’ Riley die een wereldwijde bestsellerreeks op haar naam heeft met de serie ‘The seven sisters’. Dit boek werd na haar dood in 2022 uitgegeven door haar zoon. Volgens zijn intro heeft hij zo goed als niets veranderd aan het concept van dit werk dat er lag in 2006. Toen was zij nog onbekend en kreeg ze het manuscript niet verkocht.
Op een luchthaven kocht ik dit boek. Deels wegens gebrek aan een beter aanbod en deels ook uit nieuwsgierigheid naar wat Riley nu eigenlijk betekent voor een lezersomnivoor.
Bitter weinig dus. De plot is zo voorspelbaar, de omgeving zo bekend, het Agatha-Christie-syndroom zo aanwezig dat je je lachend afvraagt waarmee je je tijd vult. Eerlijk is eerlijk: ik heb het boek uitgelezen. Een zonde net voor de Paastijd. Ik hoop voor veel lezers dat haar andere serie toch stukken beter was.
Het lijk in de boomgaard, Geert Van Istendael, Houtekiet, 2017**
Hoe maakt iemand als Van Istendael een spannend moordverhaal? Wat is het onderscheid met Coppers of goede auteurs als Biebauw (‘Russisch voor beginners’)? De plot is net goed, de zoektocht matig en de climax minder dan matig. Voor liefhebbers van whodunits absoluut geen meerwaarde. Toch zijn er pluspunten. Door zijn kennis van onze hoofdstad Brussel, het verborgen leven in soms aparte en soms groenere zones dan verwacht in de rand van deze stad, het taaltje en misverstanden tussen dialecten van het binnenland (of de Far West) zijn dan weer een leuk pluspunt.
Op zich goed geschreven maar mager qua idee. Wel leuk voor wie een weekendje Brussel aandoet en op een terras in de zon (?) even kan genieten van passage op straat en passages in het boek.
Heeft iemand Charlotte Salter gezien, Nicci FrenchAmbo/Anthos, 2023****
Aarzelend hieraan begonnen en na dertig bladzijden bijna voor bekeken gehouden. Het lijkt wel een ouverture van een mislukte opera. Alles komt op het toneel en niets hangt samen. Dat mag in een literaire thriller maar dan moet het uitgekiend en met mate aanleiding geven tot meer. Even ontbrak dat punt wat voor mij bijna een point of no return was.
Naderhand komt er diepgang en verrassing. Startend dus van minus zero tot een aangename 27°. Dan toont het auteurskoppel weer dat ze de knepen van het vak kennen en per bladzijde niet dicht doen maar meer ruimte geven.
Slotsom: een goeie zonder meer. Het lijkt wel wat op de champagne van Piper-Heidseck. Ongeacht het jaar, het klimaat of de bodemtoestand blijf je eenzelfde smaak genereren. Dat noemen ze op diverse domeinen vakmanschap. Een perfecte conclusie (waar overigens Coppers niet kan aan tippen).
Het ontstaan van de tijd, Thomas Herzog, Spectrum Lannoo, 2023*****
Herzorg is kosmoloog en hoogleraar aan de KULeuven. Hij werkte jaren samen met Stephen Hawking en samen werkten ze verder op het wat en hoe van de oorsprong van alles. Het ontstaan van de kosmos, het begin van de tijd. Of kan de tijd geen begin kennen?
Dit boek gaat geen filosofische discussies uit de weg, biedt soms leuke anekdotes over hoe eminenties met naam in kosmologie en fysica van mening verschillen, hoe veel ook op dit moment van de wetenschappelijke geschiedenis (tijd dus) op het randje staat van een ‘grote’ nieuwe theorie.
Enorm boeiend en ook zeer vreemd. Met de wet van actie en reactie zijn we allemaal vertrouwd. Het onzekerheidsprincipe van Heisenberg ligt al iets moeilijker. Waar iets is, is eerder een vraag van statistiek dan van exacte berekening. Einstein leerde ons hoe tijd en ruimte eigenlijk eenzelfde soort dimensies zijn. Maar zijn speciale relativiteitstheorie ging verder in de algemene relativiteit. Daaruit bleek dat gravitatie, tot dan toe onderschat als kracht t.o.v. van elektromagnetisme en de zwakke en sterke kernkrachten, opeens weer fundamenteel is voor de kosmos en alle bestaan. Nee dus: geen macrokosmos die niet samenvalt met de microkosmos.
Fotonen waren het eerste punt van discussie wat ‘golven’ zijn en wat ‘deeltjes’. Kunnen deeltjes zonder massa wel deeltjes zijn? En wat zijn ze dan werkelijk?
En kan een mens de kosmos waar hij of zij deel van uitmaakt, bestuderen zonder storing aan te brengen? Kunnen wij onszelf in de kosmos, op deze planeet, in dit zonnestelsel, in deze nevel echt bestuderen en achterhalen waar of wanneer het begin lag? Hoe kijken we dan eigenlijk? Vanuit het begin of rakelen we nu het verleden op dankzij nieuwe middelen?
Ik vond het een schitterend boek. Maar het vraagt van de lezer enige kennis over natuurkunde. Op 400 bladzijden alles uitleggen, is onmogelijk. Dus ga je soms snel over vrij complexe systemen. Ook al omdat wat je als mens waarneemt, helemaal niet statistisch is maar eerder een zekerheid. Ingenieurs bouwen bruggen, auto’s rijden en vliegtuigen vliegen. Dat verschil gaat de auteur niet uit de weg en dat is een grote verdienste, vind ik.
Terugkijken in het verleden, vanuit ons standpunt, is een vreemde uitstap. Niet alle raadsels zijn opgelost maar hoe wij ons bewegen en ons leven beleven is echt wel een apart avontuur als je de kosmos ‘leest’. Ruimte, tijd en informatiestapeling zijn essentieel.
Een aanrader voor jonge wetenschappers en voor ex-wetenschappers die graag een halve eeuw later geboren waren!
Gerechtigheid voor dieren, Martha C.Nussbaum, Querido Facto, 2023***
Intussen meer dan over de pensioenleeftijd blijft Nussbaum (75 jaar) bezig om haar capabiliteitstheorie toe te passen op diverse domeinen. Dit boek is opgedragen ‘uit liefde’ aan haar dochter Rachel die overleed in 2017. Haar dochter was geëngageerd in dierenrechten en de juridische context daaromtrent.
Een lijvig boek over zeer veel. Want dieren zijn (nog altijd) talrijker dan mensen en welke dieren kunnen een vorm van recht claimen als ze opgesloten, gefokt, mishandeld en opgegeten worden door de mens die almachtig is op deze planeet? Dit zijn juridisch niet de gemakkelijkste kwesties. Kan een dier, gaande van gezelschapsdier tot ‘wild’ dier een rechthebbende worden?
Vanuit de capabiliteitstheorie die Nussbaum ontwikkelde, jaren geleden in samenwerking met Ayarta Sen, wil ze haar theorie toepassen op dierenrechten.
Als lezer is het even wennen om dieren als een ‘beklaagde’ te kunnen zien in een rechtbank. Hoe doe je dat in godsnaam? En wie is dan betrokken partij? En hoe begrijpen we het dier en de rechten van het dier?
Hoe wild is de wildernis in onze natuur en hoeveel geld wordt verdiend met stukjes wildernis als tentoonstelling aan te bieden? Dat zijn zeer pertinente vragen die onze menselijke soort tot nederigheid dwingt. We zijn almachtig op deze planeet maar kunnen, voorlopig toch, niet zonder deze bol waarop veel dieren en planten de grond maakten en maken waarop wij leven en waarvan we leven.
Een terechte aanklacht tegen agro-industrie, tegen een te grote vleesconsumptie, tegen het inperken van ruimte voor dieren die geen circusattractie moeten zijn maar evengoed levende wezens met emoties, met ambities en met vooruitzichten.
Nussbaum is grote fan van Frans De Waal die ook in een van de vorige blogs aan bod kwam.
In dit boek gaat de juridisch-filosofe soms te ver. Soms niet ver genoeg. Het verschil tussen vissen en kraakbeenvissen lijkt mij bijvoorbeeld nogal vreemd. Al ben ik geen fan van insecten maar ze uitsluiten op rechten blijkt dan weer een opportunistisch gegeven. Ook in het dierenrijk blijkt het hemd nader dan de rok. Wie bezig is met planten of bomen (zoals Peter Wohlleben) is overtuigd dat ook hier sprake is van ondersteuning en solidariteit. Op een manier die wij nauwelijks vatten of begrijpen of niet ‘zintuiglijk’ kunnen tasten.
Een feit is zeker. Dit boek moet je als mens die zoekt naar een correcte plaats en omgang met onze omgeving op deze planeet, zeker lezen. Het leest overigens zeer boeiend. Al kunnen wel 100 bladzijden geschrapt worden wegens een teveel aan herhaling.
150 ultieme eilanden, Kosmos Uitgevers, 2023***
Het betreft een uitgave van lonely@planet en is door de uitgever mooi vorm gegeven. Eilanden spreken tot de verbeelding zowel voor avonturiers, literaire exploten en biologen/klimatologen. Een eiland vinden om even te vertoeven, lijkt zoiets als Paradise Island.
Een reis naar de meest geweldige eilanden ter wereld. En inderdaad, het gaat van klein naar groot overal ter wereld. Helemaal iets anders dan ‘Atlas of remote islands’ (Judith Schalansky, Penguin Group, 2010).
150 eilanden bespreken op een bestek van zo’n 320 bladzijden is niet min. Elk eiland, hoe groot ook, krijgt exact twee bladzijden. Als een soort voorgerecht op een eiland dat piepklein kan zijn zoals bv. de Trang Islands in Thailand of reusachtig kan zijn zoals bv. Groenland of Madagascar. Eilanden zijn eilanden ongeacht de grootte en krijgen evenveel ruimte. Dat maakt het boek toegankelijk maar ook wat vreemd.
Wel een ontdekkingsreis op zich. Je krijgt op kort bestek de correcte coördinaten, een summiere intro, een typisch fenomeen van daar, een landkaart en tips over wat je best niet mist eenmaal daar.
Voor wie schatten van eilanden zoekt, absoluut aan te raden als inspiratiebron. Maar voor wie zich voorbereidt op een specifieke eilandreis komt dit boek te kort aan diepgaande informatie.
Vogels van Europa, Noordboek Natuur, 2023*****
De ondertitel van dit boek spreekt boekdelen: ‘de meest complete fotogids’. Met vogels van Europa in het vizier. Als amateur-vogelliefhebber hou ik meer van tekeningen. Foto’s zijn soms te flou, soms niet goed belicht of dan weer te veel verborgen in het groen. Zeker in vogelvlucht geven foto’s weinig mee.
Dit boek bewijst dat het anders kan. Eigenlijk de eerste in zijn soort die ik kan appreciëren als naslagwerk. Mooi uitgesneden beelden van koppen, vleugels en vogels in vlucht. Mooi ondergebracht in vergelijkbare elementen. Gierig op foto’s is dit boek niet en bijvoorbeeld wat betreft meeuwen zie je alle stadia van de groei. Absoluut niet simpel als je begint aan zee…
De foto’s krijgen de voorrang. Kaarten van voorkomen en broedgebieden zijn wat kleiner gezet en ook de uitleg is miniem. Goed is wel de verschillen te kunnen zien tussen mannetje-vrouwtje, eerste jaar en dan volwassen look,… Ook de kleine verschillen in determinatie van gelijkaardige vogels of vogelfamilies zetten je op het juiste spoor.
Maar dit boek is geen veldgids. Het boek heeft volume en weegt net iets minder dan 2 kg. Te veel voor de rugzak van de dagstapper. Als encyclopedie of naslagwerk is het een schitterende aanwinst in jouw vogelbibliotheek.
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie maart 2022
Land van sneeuw en as, Petra Rautiainen, Meridiaan Uitgevers, 2022*****
Behoorlijk bevreemdend om dit boek te lezen net terwijl een oorlog tussen Rusland en Oekraïne uitbreekt. Finland zweeft al decennia lang tussen Oost en West. Dit boek vertaalt op een literaire manier de historiek in het noorden van dat land, op het einde en net na de Tweede Wereldoorlog. De auteur zweeft, met een paar jaar verschil, tussen een totaal ander landschap en een andere politieke realiteit. De Duitsers kopieerden de tactiek van de verschroeide aarde in Finland, Lapland. Vandaar ook de titel. De ‘echte’ Finnen doen er alles aan om hun verleden te verzwijgen en verachten de Sami-bevolking.
Boeiend en beklijvend als uitgangspunt. Maar de auteur slaagt erin om emoties en gebeurtenissen adembenemend koel en sereen neer te zetten. Als de damp van een eland. Mooi van structuur, clean van tekst, scherp op snee. Een boek naar mijn hart dat bovendien nog spannend is.
Het eiland van de verdwenen bomen, Elif Shafak, Nieuw Amsterdam, 2021****
Een saga zonder weerga. De splitsing tussen Turks en Grieks op het eiland Cyprus. Uiteraard is er een romance tussen een Turkse en een Griek. Zoals de titel doet vermoeden, ontmoeten ze elkaar vaak onder een vijgenboom.
Het lijkt op een scenario voor een soapserie. Maar de auteur overstijgt gelukkig met talent de valkuil van de stationsroman. De personages zijn goed gezet, de vijgenboom krijgt een stem en het verleden en heden een brug. Vlot, toegankelijk, veel emoties en perfecte stijl. Intussen leer je veel over vijgenbomen en vijgen. Al waren de recepturen in het verhaal voor mij erover en stoorden ze het leesdebiet.
Het dubbelleven van Melenti Maschoelia, Dato Turashvilli, Cossee, 2021****
De namen van het boek en de auteur spreken voor zich. Georgië. Tbilisi. Maar uiteindelijk speelt alles zich af in Nederland. Een ietwat vreemde dialoog tussen twee Georgiërs die elkaar zoeken en niet vinden. Het zoeken heeft te maken met de oorlog. Wat deed de grootvader van de ik-figuur? Wie was zijn lief in Nederland? En wie is zijn sparringpartner daar ergens op een eiland in Nederland? Wat hebben zij gemeen? Hebben ze überhaupt iets gemeen? Het heen en weer is als een veerboot vol verwachtingen en onbegrip.
Het boek leest niet zo gemakkelijk maar is wel een heerlijke manier om Nederland te zien door ogen van mensen uit Georgië. Humor en verrassingen doen verder lezen. De plot is soms wat zoek.
Het atelier, Sarah Hall, Ambo/Anthos,2022***
De pandemie is een inspiratiebron, zo blijkt. Ook in deze roman van Sarah Hall van wie ik ‘De komst van de wolven’ een topper vond. Benieuwd dus naar de insteek van haar laatste roman. Schrijven kan Hall. Ze zet het goed en mooi neer. Toch ontbreekt iets. Ik las het opnieuw. Wat stoorde me? Waarom vond ik het niet schitterend? De personages zijn geloofwaardig, de structuur zit goed ineen en wat zij meemaken, is min of meer herkenbaar.
Uiteindelijk ging het bij mij om ‘overdrijven’ of ‘overdreven’. Alles is geloofwaardig op zich, maar samengelegd, wordt het een teveel. Een boek op toppen van de tenen. Het mist een zool.
De weg naar buiten, Arthur Schnitzler, Borgerhoff & Lamberigts, 2021****
Fantastisch mooi uitgegeven. Op zich dus een hebbeding. Ik kende de auteur louter van een historische beschouwing bij monde van Peter Gay (‘De eeuw van Schnitzler, de opkomst van de burgerij in Europa’, De Bezige Bij, 2002). We hebben het dus over Wenen ten tijde van de fin de siècle. Le beau monde. De tijd van zuchten en kreunen, van een romantiek op zijn einde, van nieuwe wetenschappelijke inzichten die later in de eeuw de wereld op z’n kop zal zetten.
Auteurs van nu zouden de plot beschrijven op zo’n 45 bladzijden. Het verhaal heeft dus niet veel omhanden en dat is precies ook wat de vele hoofdfiguren tekent: tijd vullen met niets doen en doen alsof je iets doet. Dat maakt het boeiend. Omdat de Schnitzler erin slaagt om de culturele decadentie van dit burgerlijk milieu hoogstaand te brengen. Hoe wat gezegd wordt, verschilt van wat gedacht wordt. Hoe verlangens een compleet andere veruitwendiging krijgen wat tot misverstanden aanzet. Dat maakt van het boek een icoon van de tijdsgeest. De vijfde ster ontbreekt omdat midden in het boek de verveling toeslaat. Of was dat net de bedoeling? De verveling als uithangbord van mensen die niet veel moeten doen behalve wat palaberen om het zout op hun patatten te verdienen?
Het kamermeisje, Nita Prose, Ambo/Anthos, 2022****
Een rijke gast wordt vermoord in een chique hotel. Het kamermeisje Molly wordt ondanks haar bijna autistische correctheid betrokken in misdaad en moord. De auteur geeft blijk van een goede kennis van het hotelwezen en wat er achter de schermen gebeurt qua organisatie. De setting is verrassend en ook prima weergegeven. Soms neigt de beschrijving van Molly naar het karikaturale. Haar manie voor netheid met iets te veel kleur in de verf gezet. Dat verlaagt het niveau van dit boek. Maar sowieso is dit werk een heerlijke doorlezer met een plot die tot op het einde verrassend blijft. Een beetje te veel happy end, maar goed, in deze wereld mag iets al eens goed eindigen…
Hoe meester Verbiest Joriske werd, mijmeren over zorg. Trees Coucke, Bibliodroom, 2021****
De pandemie maakte duidelijk hoe belangrijk ouderenzorg is. Niet alleen om het voorkomen van een ‘overdosis’ aan sterfgevallen maar ook over ethische kwesties zoals isolatie, bezoekrecht weigeren, vrijheid en afhankelijkheid van beslissingen boven het hoofd van een bewoner gemaakt…
De auteur is sinds jaren geëngageerd in nadenken over hoe je zorgethisch nabijheid kunt creëren. Ze was medeoprichter van sTimul, een zorgethisch lab dat intussen een vaste waarde is geworden in de opleiding van verpleeg- en zorgkundigen.
Het boek staat bol van herkenbare voorbeelden. De titel is er een van. De hoofdstukken zijn ingedeeld volgens ‘waarden’ die iedere mens belangrijk vindt maar opeens in ouderenzorg weinig en soms niet meer van tel zijn. We hebben het o.a. over empathie, schrijnende afhankelijkheid, betutteling, waardigheid, erkenning, schaamte, medelijden,… Geen hoogdravende theorie maar steeds de opdracht je als lezer (of als zorgverlener) te verplaatsen in de (bejaarde) zorgontvanger. Behoorlijk confronterend hoe jongere, gezonde mensen aankijken tegen wie minder gezond op hoge leeftijd aandacht vraagt als mens.
Dit boek is een must voor teams binnen woonzorgcentra om hiermee aan de slag te gaan. Peer review lijkt me op basis van dit boek een best haalbare kaart en kan zeker een blikopener zijn. Aanbevolen!
Verdwaald in de werkelijkheid, Hans Plets, Sterck & De Vreese, 2022***
Volgens de achterflap is Plets iemand als Aristoteles; fysicus, sterrenkundige en filosoof. Een wetenschapper die ‘samenbrengt’ wat in zoveel verschillende disciplines sinds drie eeuwen sterk uit elkaar is gegroeid.
Benieuwd dus naar de verklaring van de ondertitel van het boek: ‘De mens op zoek naar zijn plaats in de kosmos’. De historische en wetenschappelijke omwentelingen zijn echt goed uitgelegd. Zonder voorkennis kom je met aandachtig lezen tot Deel 4 en nog iets verder. Dan heb je al 66% van het boek goed verteerd. Dit deel verdient vijf sterren. Omwille van de klaarheid, de historische inbedding, de filosofische oorzaken of gevolgen.
Eenmaal je start met quantumtheorie dan wordt het moeilijker voor veel lezers. Maar dat is ook precies wat het is; het gebrek aan een visuele mindview op de werkelijkheid omdat die beschreven wordt in een zeer wiskundige taal. Inderdaad vreemd en bevreemdend.
Uiteindelijk had ik de meeste moeite met het slotwoord. Omdat, na alle correcte uitleg, de auteur opeens het religieuze terug bovenhaalt. Dat deed mij denken aan het boek van Hans Küng (‘Bestaat God?’). De theoloog fileert historisch alle evoluties correct om dan in een paar bladzijden aan te halen dat niets het geloof kan neerhalen. Precies die ervaring had ik met dit boek.
Wat we niet weten, kan meer doen vermoeden en laat ruimte voor religie. Aansluiting houden, aldus de auteur, in zoverre die niet strijdig zijn met wetenschappelijke bevindingen en de stand van zaken op heden. Een rare slotzin. Het doet mij denken aan Oude Belgen en hun angst voor onweer.
De slimste vogelgids, zomereditie, Jan Rodts, Houtekiet, 2022*****
De vogelgidsen van Rodts vinden hun markt. En terecht. Een andere manier van opzoeken, een opsporen van lookalikes en behoorlijk wat achtergrond over de vogel en zijn manier van doen. Nu is er een nieuwe zomereditie op de markt die effectief een gat in de markt vult. Want dankzij een QR-code kan je ook de zang, gekwetter of gekras van een vogel horen. Dat is een enorme winst. Een vogel hoor je soms eerder dan je die ziet. Zeker in de zomer als het bladerdak vol groen kleurt. Frustratie alom. Wat hoorde ik en zag ik niet?
Dit boek helpt je enorm om de communicatie van vogels beter te snappen en te herkennen. Het maakt de observatie achteraf ook meer correct. Goede trouvaille!
Paradijsvogels in cultuur en natuur, diverse auteurs, Sterck& De Vreese, 2022*****
Er zijn veel soorten vogels. Bij ons heb je veel kauwen, kraaien, eksters, mezen en houtduiven. Behalve de mezen zijn deze vrij monotoon van kleur. Geen wonder dat je verbaasd kijkt naar een boek over paradijsvogels. Dat zoiets bestaat! Dat ze, dankzij bescherming, min of meer de praalzucht van mensen hebben overleefd. Want ja, de mooie veren van paradijsvogels waren fashion in heel veel continenten.
De mooiste afbeeldingen van ‘Birds of Paradise’ van Sharpe (eind 19de eeuw) krijgen een prominente plaats in het kijkboek. Evengoed interessant vond ik hoe door de jaren heen, paradijsvogels in kaart werden gebracht, op tekening werden gezet en uiteindelijk ook inspiratie gaven voor heel veel kunstwerken. Op die manier leer je ook hoe drukkunst ons vogels leert herkennen. Hoe kunstenaars vogels als inspiratiebron zien. In dit geval dus paradijsvogels.
Een mooi, leerzaam boek. Een echt hebbeding.
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie januari 2022
Staat van terreur, Hillary R. Clinton en Louise Penny, A.W. Bruna Uitgevers, 2021****
Wie ietwat de VS-politiek volgde de laatste jaren kan zich nauwelijks voorstellen dat voormalig presidentskandidate en Minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, een boek zou schrijven. Nu ja, dat schreef ze niet zelf. Daarvoor deed ze beroep op Penny, een jarenlange vriendin blijkbaar. Met enige aarzeling, ondanks de vele lovende kritieken in de pers, toch uit nieuwsgierigheid begonnen. Het mag gezegd: dit is best een goede politieke thriller. Bijwijlen zelfs visionair, vooral wat de actuele situatie in Afghanistan betreft. Het start wat warrig, met figuren die nauwelijks nog terugkeren in het verhaal. Een en ander is iets te veel op de gezinsleden van de hoofdfiguur Ellen Adams betrokken waardoor het net te sterk lijkt op de – best te smaken – tv-serie ‘Madame Secretary’. De plot zit goed ineen, de stijl is vlot, het verhaal vertoont nauwelijks een dip. Sleutelfiguren zijn herkenbaar en wekken hilariteit al vond ik Hillary als politica zelden hilarisch. Voor liefhebbers van het politieke genre een absolute must. De inkijk in de systemen van het Witte Huis is grandioos.
Silverview, John Le Carré, Luitingh-Sijthoff, 2021****
Dit is dan echt de laatste van een van mijn favoriete auteurs. Le Carré stierf in december 2020. Dit boek werd door zijn jongste zoon uitgegeven. Zoals altijd start de plot eenvoudig. Het lijkt wel iets à la Peyton Place. Tot verwikkelingen komen, niet alles is wat het lijkt en kringen van mensen onverwachte doorsnedes krijgen. Verwarring, vragen, twijfel: het overkomt én de personages én de lezers. Zijn laatste manuscript volgt de tendens van Le Carré. Waar de bekendste onder zijn werken gaan over de onbetwijfelbare inzet van inlichtingendiensten ondanks de menselijkheid van haar dienaars, keert het standpunt zich om. De menselijkheid van wie te maken krijgt met (internationale) complotten, compromitteert inlichtingendiensten en verdeelt ze ook omwille van menselijke twijfels. Niets aan die instituten is nog heilig. Silverview is misschien wel de naam van een villa, maar evengoed de blik van een grijsaard op wat hij al jaren kent en beschrijft. Het is niet zijn beste boek maar ik las het graag.
Hier hoor je niemand over, Patricia Lockwood, Atlas Contact, 2021******
Een hoge score. De hoogste dit jaar. Misschien zelfs over alle blogs heen de hoogste omdat mijn voornemen was geen hogere score te geven dan vijf sterren. Dat vraagt enige uitleg. Aan het woord is een internetexpert. Een eufemisme voor een surfverslaafde die op bondige, absurde en vaak aan een delirisch grenzende manier vertelt wat ze ziet. Geen doorlopend verhaal, een amalgaan aan nieuws dat of nep is of nauwelijks als nieuws die de mensheid kan interesseren, gelezen kan worden.
De lezer wordt geworpen in de virtuele maar zeer reële cultuur die per dag veel uren van heel veel mensen uitmaakt. De combinatie van nieuws, van beeld, van klikken en hangen en niet blijven hangen, wordt perfect literair vertaald. Doorheen absurditeit hoor je eenzaamheid, onbegrip en rebellie. Wrange humor ook.
In het boek komt een keerpunt. In termen van klikken duurt het zelfs lang voor je lezend de omwenteling ontmoet. Want ook wie surft, kent mensen. Ook wie surft, heeft een moeder en misschien een zus of broer. Dan gebeurt iets in het reële leven. Iets wat absoluut niet past in het plaatje van tiktok of twitter.
De verdienste van Lockwood is dat ze ook dit beschrijft met dezelfde taal. En toch een taal die doortrokken is van nabije emotie. Helemaal niet zo virtueel. Zelden las ik een zo’n ontroerend boek. Omdat het afstand wil creëren en getroffen wordt door datgene wat alle mensen vroeg of laat eens treft.
De boekhandel van Algiers, Kaouther Adimi, Ambo/Anthos, 2021****
Het gaat om een fictieve roman met een historische bron. De eerste uitgever van Albert Camus die in Algiers een kleine boekenhandel had. De hoofdstukken wisselen zich chronologisch afwisselend af tussen 1935 en 2017. Daartussen ligt de Frans-Algerijnse oorlog als voorbode en nazaat. Net zoals die boekhandel een vooraf en een achteraf heeft. Terwijl de omstandigheden van het leven in die kleine straat van Algiers quasi dezelfde blijven.
Een mooi boek voor boekliefhebbers en liefhebbers van boekhandels. Die twee hebben een doorsnede die niet altijd samenvalt. De stijl is intimistisch en bijwijlen scherp voor wat modernisatie doet met een menselijke gemeenschap die onder elkaar nauw betrokken leeft en op het eerste zicht alle nieuwe invloeden weert. De typering is mooi gezet. Een rustig boek over woelige tijden.
Lijn van wee en wens, Caro Van Thuyne, Koppernik, 2021,****
West-Vlaams is een populair dialect omdat geen kat het verstaat die niet van de streek komt of op een of andere manier is ingehuwd. Deze auteur schrijft niet in het dialect, soms wel in auditieve vorm en maakt slim gebruik van gewoontes in het Houtland, het hinterland ten zuidwesten van Middelkerke-Oostende. Er is de hoofdfiguur die haar weg gaat. Weg van de rouw met als doel deze rouw een plaats te kunnen geven al trekkend door verlaten dorpen en dito wegen. Haar partner blijft achter en bouwt op zijn stek verder aan een huis, wie weet een thuis.
De afwisseling tussen trekken en stilstaan, tussen ontmoetingen met dier en mens, tussen rouwen en van hoop niets meer dan terug rauwe ellende verwachten,… is mooi en hardzacht van taal. Culturele plattelandstaal. Wat mij belette om een ster meer te geven, zijn de te duidelijk geleende ideeën van Max Porter. Ooit in een vroegere blog beschreven (‘Verdriet is het ding met veren’). Nu werd de kraai door een kauw vervangen. Voor wie iets van vogels kent, totaal ongeloofwaardig. Ook de beschrijving van andere vogels in bepaalde seizoenen is lichtjes absurd of de hoofdpersoon wipt van het ene eiland naar het andere.
Overigens heb ik nog nooit gehoord over olifantenpaden in de polderzone.
Het boek won dit jaar De Bronzen Uil.
Atlas van opmerkelijke feiten, Uitgeverij Noordboek, 2021*****
Infographics zijn in. Door een combinatie van kleuren en cijfers en combinaties lees je op een blad heel veel over de ruimte en tijd wat betreft het specifieke onderwerp. Deze atlas is apart. Een verzameling van ingekleurde kaarten met weinig tekst die je direct geografisch inzicht geven op de vraag die gesteld wordt. Het boek is mooi eenduidig uitgegeven. De structuur biedt zekerheid. De thema’s variëren van politiek tot klimaat, van geschiedenis tot natuur.
Eigenlijk best een goed boek met heel veel informatie in een grafische context gegoten. Zo wordt een mens wellicht de Slimste in een volgende editie.
En ja, als je aandachtig leest dan merk je toch nog dat volgens deze atlas België nog nooit een vrouwelijke regeringsleider had de afgelopen 50 jaar. Die première is de uitgever bij het uitgeven ontsnapt. Even had ik mijn twijfel over Griekenland, Canada en Frankrijk. Maar kijk, even zoeken en het verhaal klopt. Meestal interim-premiers die na hun première ook verdwenen op het politieke toneel. Zelf was ik dus een half uur bezig om te zien waarom een land als Canada of Portugal toch vrouwelijke kleur kreeg. Zelfs bij twijfel blijft het leuk. Een boek dus om te bekijken, na te gaan of dat klopt en zelf verder te zoeken. Een heerlijk cadeau voor een verlate kerstboom!
Vorstelijke personages, Hilary Mantel, Meridiaan Uitgevers, 2021***
Dit boek is niet te vergelijken met de weergaloze trilogie over Cromwell. De titel is enigszins misleidend. Als nietsvermoedende lezer denk je hier een knappe karakterschets te krijgen van ‘vorstelijke personages’. Het boek zit anders in elkaar. Het is een compilatie van recensies geschreven door Mantel voor de London Review of Books. Wie noch vertrouwd is met het boek of de persoon, zal hier weinig leesplezier aan beleven. Een aantal recensies zijn dan zeker te appreciëren en tonen ook de scherpte van Mantel aan. Zelf las ik het liefst ‘De maagd en ik’ en ‘Vorstelijke personages’.
Dit is geen leesboek. Dit is een ‘tribute’ aan Mantel zelf. Dat stoort een beetje.
Alles smelt, Peter Kuipers Munneke & Martijn van Calmthout, Lias Uitgeverij, 2021****
Met enige aarzeling begonnen aan dit boek. Gewoonweg een nestje klimaat-ecologen aan het woord? Nog ethischer en heiliger dan de rest?
Toch gelezen en zeer goed bevonden. Dit boek is een wetenschappelijk correct werk dat enorm veel informatie geeft over water. Water is niet simplistisch. Water is een van de meest vreemde en meest onderschatte structuren. Wij bestaan grotendeels uit water en kunnen zonder water niet leven. Onze planeet bestaat hoofdzakelijk uit water. Maar water kan door ijstijden ijs worden en dus uitzetten, onder druk zelfs van kristalstructuur veranderen. IJs kan zelfs visceus worden als de druk zeer groot wordt; de reden waarom bovenlagen dan ook beginnen te bewegen. Water kan verdampen en woestijnen vormen. Water kan afkoelen en regen, sneeuw, ijs maken dat rap smelt als het weer warmer wordt. Deze wetenschappers geven aan wat ons te wachten staat. Ze doen dat eigenlijk vrij voorzichtig en zijn zeer omzichtig wat betreft statistieken. Noordpool en Antartica worden apart beschreven.
Zelf vond ik het inzicht hoe je jong en oud ijs kan herkennen, hoe je begrijpt dat door lange tendensen die te maken hebben met de zon en ons heelal, het soms wat kouder en soms iets warmer wordt. Hoe een paar graden het verschil maken tussen leuk en chaotische miserie.
De taal kon iets beter. Maar de inhoud staat. Als een paal boven water.
Roofvogels & uilen van Europa, Lars Gejl, Noordboek, 2021****
Een zakgids, zo wordt het boek omschreven dat exact 434 gr weegt. Samen met een standaardverrekijker (zo’n 800 gr) ben je toch enigszins zwaarwegend in het veld. Maar goed, dat doet niets af van de kwaliteit van het boek. Deze vogels zijn niet zo gemakkelijk te spotten. Een buizerd of velduil, tot daar. Meestal zie je rovers hoog, in tegenlicht, zweven of als het uilen betreft ergens iets tussen de bomen in de avondschemering of complete duisternis, blinken. Daarom alleen al zijn de silhouetafbeeldingen na de voor- en achterflap zeer nuttig. Iedere soort wordt ingeleid met een vergelijkend beeld waarop de afwijkende kenmerken duidelijk worden. Een QR-code geeft nog meer inzicht en uitleg. Per soort krijg je dan de diversiteit aan soortgenoten. Per familie zie je ook nog het verschil tussen mannetje, vrouwtje, jongen en eventuele groeifases van de jonge, de zogenaamde jonge adults. Het boek is geïllustreerd met foto’s, niet met tekeningen. Maar dankzij de hoeveelheid aan foto’s is er toch concurrentie mogelijk met een ‘handgetekend’ vogelboek zoals de ANWB-vogelgids. Dit boek is een aanwinst voor vogelspotters en nachtuilen.
Meeuwen, Peter Adriaens, Mars Muusse, Ph. Dubois, F. Jiguet, Noordboek, 2021****
In Nieuwpoort was er een hetze omtrent de nooit eerder gespotte Ross meeuw. Hopen mensen en evenveel telescopen bezetten de dijk op zoek naar deze uitzonderlijk verdwaalde Siberische meeuw. Dan kan een handboek zoals deze van pas komen. Want meeuwen zijn echt geen makkie. Velen dragen een andere kledij per seizoen en hun jongen veranderen ook jaar na jaar hun kledij. Daarnaast heb je nog soorten die louter verschillen van iets meer zwart of ringen of strepen op staart- of vleugelpennen. Dit boek gaat louter over meeuwen in Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten en telt 330 blzn. Het is een enorm goed naslagwerk en opzoekboek. Altijd begint het met een structuur van de meeuw in kwestie. Dan over de adult met vervolgens gelijkende taxa. Dat betreft dan meeuwen die lijken op de meeuw die jij denkt te zien. Daarna wordt uitgebreid ingegaan over de eerste en vervolgens de tweede cyclus.
Ga nooit meer zomaar wandelen langs een dijk of strand. Bekijk wat je ziet aan meeuwen en zoek op.
Een hebbeding voor eilandbewoners, strandwandelaars en dijkkijkers.
Meteosofie, René ten Bos, Boom, 2021*****
Dit is geen klimaatboek of een dagboek van Greta T. Ook geen boek dat meteorologie verklaart voor dummy’s. Toch kon dit boek ook niet ontstaan zonder de blijvende aandacht en heisa om en rond het klimaat. René ten Bos had het eerder over water. Hij zoekt als filosoof de fundamentele natuur op als onderbouw voor eeuwenlange filosofische bovenbouw. De auteur beschrijft op een vrij toegankelijke manier hoe mensen belang hechtten aan wat tussen hemel en aarde gebeurde. Hoe afhankelijk is de mens van wat boven zijn hoofd gebeurt en aan zijn voeten gewaarwordt? Deze Nederlandse filosoof neemt je mee naar de Grieken, naar het christendom en sinds de Verlichting naar de noodzaak van observatie en meten en toch te weinig weten.
Ook het non-lineaire gedrag van het weer, de onwaarschijnlijkheden die op vandaag diverse zogenaamd veilige plaatsen teisteren, plaatsen de mens voor een wereld van chaos en onzekerheid.
Het is en blijft een filosofische taal en dus geen roman. Al blijft het de verdienste van deze auteur dat hij helder blijft, wetenschap en filosofie en sociaal denken samenbalt. Dit vond ik een erg goed boek. Zeker een tweede lezing waard.
Bastions van hoogmoed, Martha C. Nussbaum, Querido Facto, 2021***
Nussbaum is een van mijn favorieten. De ongelooflijke mentale bifurcatie die zij maakt tussen het filosofische, juridische en sociaal-emotionele maken haar sowieso tot een icoon. Slechts twee werken had ze nodig om mij te overtuigen: ‘Oplevingen van het denken’ en ‘Politieke emoties’. Ook het ‘Koninkrijk van de angst’ is een topper.
Dit laatste werk was dan eerder een afknapper. Wellicht geïnspireerd door # me too, schreef Nussbaum een boek over seksueel geweld, rekenschap en verzoening. Weinig nieuws onder de zon. Te lauw voor de dito hashtaggers en gewoon voor wie in ons land hiermee juridisch bezig is. Een ding viel me wel op. Hoe in de USA, staat per staat, wetgeving verschilt en moet afgedwongen worden wat betreft ‘aanranding’, ‘verkrachting’, ‘geweld binnen een huwelijk’. Dit klinkt voor ons middeleeuws. Maar daar is dus nog altijd een enorme strijd te gaan die nog kan keren gezien de Trump-erfenis in de hogere rechtsniveau’s. Overigens is haar verhaal over de seksuele misbruiken in de universitaire sportmilieus echt wel een blikopener. De laatste twee zinnen verdienen de drie sterren.
Theopoëzie, Peter Sloterdijk, Boom, 2021*****
De titel alleen al. Als een varken op een tang in deze tijden. Zowel de ‘theo’ van het goddelijke, het religieuze en dan aaneensluitend ‘poëzie’ in tijden van verwarrende snelheid. De ondertitel van het boek intrigeert nog meer: ‘De hemel tot spreken brengen’.
My god. Daar gaat Sloterdijk weer. Wie waagt het in tijden van nationalisme, van ontkerkelijking en tegelijkertijd religieus fanatisme te filosoferen over het verhaal van ‘religie’? Sloterdijk dus. Voor mij zijn beste boek na de ‘Kritiek van de cynische rede’ (2 delen, Arbeiderspers, 1984) en ‘Sferen’ (2 delen, Boom, 2009).
Sloterdijk leest niet gemakkelijk. Zin na zin kan zowel onbegrijpelijk zijn als hilarisch klinken. Alleszins een one-stop-shop voor wie met manieren zoekt naar one-liners. Dat is één manier om zijn werk te lezen. Geen manier om zijn denken te verteren.
Zelf sta ik verbaasd hoe hij, met een eruditie die hem weinigen nadoen, het verhaal van goden en godsdienst plaatst als een verhaal dat ‘gedicht’ wordt en door instituties en machthebbers wordt bezegeld. Vanaf de wortels van de Antieke Oudheid tot op heden worden verhalen gesmeed die de mens wil plaatsen in een universum dat hij niet snapt. Uiteindelijk niet kan snappen. Maar waar verhalen en verdichtsels, en religies vooral, oorsprong en vooralsnog geen eindpunt zijn van het verdichten van wat de mens tot mens maakt. Niets mag chaos zijn.
Sloterdijk lezen is iets van ingraven. Soms ontbreekt het plaatje. Dat is altijd zo bij deze filosoof. Een schrijver met een hamer die hamert op wat niet juist is. Wat is niet juist? Datgene wat iedereen denkt dat het moet zijn. Dat is het valse wij-gevoel dat deze filosoof met breedspraak brengt. I love it.
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie oktober 2021
Je redt een vreemde vrouw van de verdrinkingsdood en diezelfde dag hoor je dat jouw vrouw is overleden. Je blijft achter met een dochter van tien. De hoofdfiguur Pietro Paladini is een succesvol zakenman, bezig aan de subtop van een internationaal bedrijf waar getrokken en geduwd wordt om de absolute top te bereiken.
Maar met de slag laat Pietro de ratrace achter zich. Hij verschuilt zich in een absurd beschermende rol voor zijn dochter waar hij haar zelfs tijdens de schooluren vanop een parkeerplaats probeert te volgen. Als een roeping is het, om alles wat voordien belangrijk was, achter te laten. Absolute onthechting en de schooltijd op die parkeerplaats, mijmerend en observerend te bekijken. Als een ‘pont mirabeau’, waar de tijd vloeit door beweging van mensen die nergens naar toe lijken te gaan. De man wordt een levende biechtstoel en is verwonderd over het vertrouwen dat hij gratuit krijgt. Alternatieve biechtscènes; die impressies vormen de mooiste passages van het boek. Paladini ontmoet heel wat bekenden, minder bekenden en komt paradoxaal genoeg nog meer te weten van zijn bedrijf, de honger naar macht, het wantrouwen dan toen hij er nog actief was. Zelfs zijn vreemde manier van rouwverwerking maakt hem favoriet voor promotie. Maar dan komen een aantal passages te veel, een niet geloofwaardige plot waarbij hij kortstondig een relatie aangaat met de vrouw die hij redde. Absoluut overbodig. Het einde kan dan wel weer bekoren met een dochter die haar vader vraagt haar leven terug te geven. Ontwaken uit een rouwproces door de wijze woorden van een tienjarige.
De te gewaagde plot kost de auteur wat mij betreft een ster in vergelijking met het prachtige werk ‘De kolibrie’. (zie één van mijn vorige blogs)
Het laatste boek van Zeh dat ik las was ‘Ons soort mensen’. Eigenlijk gaat dit boek op dat elan verder. Als gegeven een kleine dorpsgemeenschap waar de actualiteit evengoed doordringt als in bv. Berlijn. De pandemie maakte een eind aan haar relatie met Robert die als journalist hoge toppen scoort met zijn aanklacht tegen de gebrekkige, onvoldoende maatregelen die de overheid (in paniek) neemt. Hij is voor haar beangstigend principieel geworden. En zo krijg je in het boek een mooi beeld van vrijheid en hoe vrijheid door principes onder dwang komt te staan. Links wordt rechts als het gaat om bescherming van natuur, klimaat, mensen getroffen door een moderne pest. Dora, tot dan werkzaam als copywriter, voelt zich verstikken onder de strenge moraliteit en vlucht naar het platteland. Daar werkt ze zich een bult aan de enorme tuin. Dorpsbewoners duiken op. De buur, een type met een hagenschaar en Nazi-fanaat, een aanhankelijk meisje dat uiteindelijk de dochter van die buur blijkt te zijn, een homokoppel,... Vooroordelen duiken op, twijfel ontstaat. Onder buren is een roman over de menselijkheid van de voorbijganger los van alle grote praat die tot slogans leiden. De manier waarop Zeh dit beschrijft, is vermakelijk en houdt ons een spiegel voor. Maar iets te veel herhaling, iets te veel Blijde Boodschap maakt het boek te emo. Niet het beste boek van haar rijke oeuvre. Door de vele letterlijke herhalingen in het boek lijkt het ook iets te snel geschreven.
Rauw schrijven over de diepste emoties. Zeer emotioneel bezig om bladzijden te vullen met de grootste afgronden die een mens kan zien en nauwelijks overleven. Toch laat je geen traan bij het lezen. Alles is onderkoeld ondanks het soms explosieve karakter van de plot.
Drie broers verzameld bij de dood van hun vader. Samen zitten ze voor het vakantiehuis daar waar zich een tragedie afspeelde. Veel is verdrongen, de littekens zijn pertinent aanwezig. Moeilijke communicatie, flarden herinnering, angst, woede, onbegrip. De overlevenden hebben zichzelf niet overleefd, ze zijn anders geworden.
Beetje bij beetje krijg je zicht op de feiten. Krijg je ook zicht op het waarom van dit zo hoekige gevecht tussen drie broers die niets begrepen van moeder, vader of wat hen bond behalve dan de verdraaide herinnering aan de tragische dood van hun zusje.
Een soort boek dat je eenmaal gelezen, eigenlijk nog eens moet lezen. Om de tweede lezing vast te krijgen. Een pracht van een stijl, een prachtig boek. Het deed mij enorm denken aan de taal en de plot van ‘De bruggenbouwers’ van Zusak (zie een vorige blog). Dezelfde taal, een verhaal dat gelijkaardig start met de dood van vader als nieuw ontmoetingspunt. Toeval?
Het boek leest als een autobiografie. De biologe verhuist naar een desolate streek in Montana. Dankzij haar kennis kan ze er overleven met geringe middelen. Intussen rijdt ze af en toe naar de universiteitsstad om nog wat extra dollars te verdienen of begeleidt ze groepen in de natuur.
Tot daar het saaie begin. En dan komt ‘Vos’ op de proppen. Een echte vos dus en na geduld (van beide kanten?) ontstaat een soort contact tussen Vos en Catherine. Hij blijft komen. Zij verwacht hem. Soms trekken ze er samen op uit. Intussen hoor je de auteur bezig over innerlijk verwerken van moeilijkheden, angsten, … Dat roept dan weer het beeld op van Helen Mac Donald in ‘Schemervluchten’. Auteurs vluchten bij dieren om hun fall & rise te kunnen beschrijven. Dit is echt wel op het randje. Het teveel aan menselijke projectie naar wilde dieren accapareert de auteur goed door haar collega’s of natuurvrienden een cynische toon te laten aanslaan.
Toch heeft het boek te veel weg van een sprookje dat wel dramatisch eindigt door een zware brand. Ecologische boodschap ten top. Maar voor mij geen topper wegens veel te egocentrisch geschreven.
Dit is het eerste deel van een trilogie. Lichtjes te vergelijken met ‘The game of thrones’ maar dan in een toekomstige wereld waar onze planeet peanuts voorstelt.
Drie zaken zijn opmerkelijk in zijn eerste boek (verder ben ik nog niet, maar ze liggen klaar!).
Er wordt ‘gespeeld’ met wetenschap, vooral astrofysica en theoretische natuurkunde. Wie het in Keulen hoort donderen wat dat betreft, raad ik het boek niet aan. Omdat het echt wel de essentie van het verhaal betreft. Er louter ‘doorlezen’ om de plot te vatten, zal wellicht ontgoochelen.
Daarnaast is er een heerlijke mix van fantasie en traditioneel denken. Je ontmoet er Boedhisten, maar ook gekke illusies die toch een summum van creativiteit vragen van de auteur. Bij wijlen hilarisch en zeker spannend.
Ten slotte word je continu eeuwen ver teruggestuurd of doorgezonden. Waar ‘The game of thrones’ een simultaan geografisch uitgesponnen verhaal is over streken gebaseerd op diverse belangrijke culturen, is dit een timelap waar de auteur het gamen gebruikt om die dimensie te overbruggen.
De worsteling met veel Chinese namen moet je erbij nemen. Maar mij hoor je niet klagen. Ik lees en ben spijtig dat ik dit boek niet tegenkwam in de lockdown. Absurde tijden vragen ook om absurd lezen.
Volgende week start ik aan de volgende. Deel 2: “Het donkere woud”. Deel 3: “Het einde van de dood.” Dat belooft!
Het lijkt wel een beproefd recept. Een hoofdfiguur komt op uitnodiging van een bekende, in casu haar broer, terecht op een hotel in de Zwitserse Alpen. Een voormalig sanatorium. Uiteraard zijn er nog een aantal gasten en vanzelfsprekend volgt een sneeuwstorm waardoor het hotel geïsoleerd geraakt van de buitenwereld. Zoals je kunt verwachten, verdwijnen een aantal figuren, overleven een paar mensen dit verhaal niet en zoekt Elin, rechercheur in het gewone leven, naar verbanden en oorzaken.
Met enige aarzeling begon ik te lezen. Ik zag al iets als Christie, of …. van Raven Hall, de revue passeren.
Maar nee, dit boek verdient echt vier sterren. Omdat de plot zeer goed in elkaar zit, de stijl correct en de spanningsboog tot op het einde goed blijft. Dit boek is een goede in zijn soort.
Dit boek zweeft ietwat tussen fiction en non-fiction. Startpunt van de kortverhalen is een vergeten persoon, een verdwenen huis, een vergeten eiland. Hierover wordt een verhaal opgebouwd, soms met heel veel historische feiten en soms vrij fictief maar dan ook wel historisch goed onderbouwd.
Ik kende de auteur van het werk ‘Atlas of Remote Islands’, Particular Books, 2010. Daar houdt de auteur zich op vrij strikte manier bij de feiten: ligging, oorsprong, bevolking, geografie,…
Maar deze inventaris is anders en misschien net te veel een mix, een amalgaam van fictie en non-fictie. Er zitten parels tussen en soms denk je, oh nee.
Wel een pluim voor de prachtig mooie uitgave van Meridiaan. Het verlies wordt grafisch mooi gemaakt door de volle zwarte bladzijden die de verhalen scheiden. Maar schijn bedriegt. De ommezijde van elk zwart blad, lijkt wat op het werk van Thierry De Cordier. Zwart verhult maar bedekt niet alles.
De ondertitel van het boek verklaart veel: “vrouwen als opdrachtgevers, verzamelaars en kunstenaars”.
Dit is een boek naar mijn hart. Je wordt meegesleept door een thema en je leert het historisch belang van vrouwen in de kunst, als kunstenaar maar ook als commercieel genie, kennen en erkennen. Aan de hand van een aantal personen zoals bv. Margaretha van Oostenrijk, Edmonia Lewis, Peggy Guggenheim, ontdek je hoe vrouwen onvergetelijk zijn in wat we nu kunnen meemaken aan kunst. Wie kijkt, merkt ze op in musea, exposities, gallerijen, podia voor actuele kunst. Een verzwegen verhaal dat hier een mooie spreektaal vindt.
Het boek kan je lezen à la bonheur. Per fragment, per persoon. Je mixt waar je zelf wil. Een pluim ook voor de zeer verzorgde uitgave. Leuk is, als je ergens op reis bent eenmaal de pandemie dit toelaat, je gewoon even kan kijken waar wat te zien is. Een goede index met veel info achteraan het boek, helpt je zeker op weg. Dat kan jouw reis vrouwvriendelijker maken dan gedacht!
Na het meesterwerk ‘Ons feilbare denken’ van Nobelprijswinnaar Kahneman was ik benieuwd wat voor nieuwe inzichten nu geboden werden.
De titel is duidelijk. Het gaat om ‘ruis’. Ruis is datgene wat storingen veroorzaakt, een juiste beslissing in de weg staat, interne of externe beïnvloeding niet juist inschat of gewoonweg negeert, het moment van de dag negeert of de psyche van de beslissingsmaker niet kan gecorrigeerd worden.
De auteurs maken dit duidelijk binnen veel vakgebieden: juridische, medische, forensische wetenschap, patentaanvragen, ... De voorbeelden in het boek zijn soms verbijsterend, omdat beslissingen meer afhangen van persoonlijke stemming dan van afgetoetste berekeningen. Een delicaat punt inderdaad: mag een rechter oordelen over iemand als hijzelf met het verkeerde been uit bed stapte? En hoe voorkom je zoiets?
Het duurt te lang vooraleer de auteurs de cases achter zich laten en starten met goede definiets en oplossingen. In die zin is het boek moeilijker verteerbaar dan het andere werk van Kahneman. Maar de laatste 50 bladzijden in het boek zijn echt wel aanbevelingswaardig en ook een praktische gids voor iedereen die beslissingen neemt die het leven van anderen voor jaren kan bepalen.
Gelezen XIX
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie juli 2021
Domein van licht, Yuko Tshushima, De Bezige Bij, 2020 ***
Dit boek is niet nieuw. De Japanse auteur, overleden in 2016, schreef het werk in 1979. In 1990 werd het vertaald en verdween onder het stof. Maar opeens kreeg het boek een tweede leven en scoort het werk internationaal hoge ogen. Een jonge vrouw, net gescheiden, verhuist samen met haar tweejarig dochtertje naar een appartement in Tokio. Zorg combineert ze met werk in een drukke samenleving. Haar nieuwe leven wankelt tussen hoop, eenzaamheid en verdriet. De taal is glashelder en ondanks de emotionele toestanden soms vrij hard. Een scala aan gevoelens onder een Japans masker, zo zou je dit kunnen beschrijven. Daarom voelde het voor mij wat vreemd aan. Vervreemdend eigenlijk. Maar de mooie stijl en de intieme inkijk in de Japanse manier van hoe men daar met elkaar omgaat, vond ik zeer boeiend.
Klara en de zon, Kazuo Ishiguro, Atlas Contact, 2021*****
De eerste roman van de auteur sinds hij in 2017 de Nobelprijs voor de Literatuur won. En wat voor een! Zeer toegankelijk, diep menselijk en toch met een verhaal waar robots, Kunstmatige Vrienden of Vriendinnen, de hoofdrol spelen.
Klara wordt de Kunstmatige Vriendin van Josie. Of beter: ze wordt de Uitverkorene van Josie om haar thuisrobot te zijn en dat stemt Klara blij. Ze is niet de beste robot, zo beseft ze, maar bezit een flinke link om emoties te onderscheppen en daarop in te spelen. Ze is m.a.w. geen techneut als robot, eerder een emotionele tolk. Klara wordt gekocht en heeft de zon nodig om zichzelf op te laden. Anders verzwakt ze. Dat verklaart de titel, technisch dan.
Maar door de ‘ogen’ van Klara, camera’s die elk vlak nauwkeurig ontleden naar uitdrukking, toonhoogte, expressie, beweging… krijg je een spiegelbeeld van menselijk gedrag in een maatschappij die concurrentieel is ingesteld. Bijna onmenselijk is. De vraag is dan ook, naarmate het boek vordert, wie mens is en wie als robot fungeert. Klara of de mensen die ze probeert te snappen, gadeslaat, anticipeert? Klara leeft niet op zonne-energie; ze geeft ook klaarheid. Ze is een zon in huis.
Mooi van taal, zeer vlot leesbaar. Ontroerend en een einde dat je wel verwacht maar niet wenst voor Klara. Het mooiste boek van deze blog. Zeer sterk aangeraden!
Praat met mij, T.C. Boyle, Meridiaan Uitgevers, 2021****
Van Boyle las ik vroeger ‘Na de barbarij’ (2011). Een roman die ik graag las. Benieuwd dus naar zijn laatste roman die een actueel thema bespeelt. De vraag of dieren ons begrijpen en of wij met hen kunnen communiceren, een relatie kunnen opbouwen vergelijkbaar met de intermenselijke relaties die we kennen.
Jarenlang werd o.a. op chimpansees in die zin geëxperimenteerd. In dat milieu speelt zich deze roman af. Sam, een jonge chimpansee, lijkt de verwachtingen in te lossen. Aimee, een naam die wellicht niet toevallig gekozen werd, biedt zich aan om zich over Sam te ontfermen. Er ontstaat een nauwe band tussen die twee.
Het dierlijke van Sam in combinatie met het naïeve karakter van Aimee creëert verrassingen maar wordt stap na stap catastrofaal. Dier en mens blijken anders te reageren, anders te ageren ondanks een apart soort hartstocht. De kloof wordt groter. Of wil Boyle nu precies het omgekeerde beweren en aantonen dat onze menselijke samenleving absoluut niet tolerant, niet humaan ageert, ten aanzien van slimme beesten?
Feit is dat het boek tot nadenken stemt. Over onze rol in een totaliteit van natuur die ons nabij is, ons doet leven en altijd vreemd blijft? Wie krijgt een plaats? Welk dier? Welk soort mensen?
Spannend maar niet ontspannend. Maar goed, dat kun je van Boyle ook niet verwachten. Een topper.
De stemmen van de Pamano, Jaume Cabré, Meridiaan Uitgevers, 2021****
Een turf van een boek. Een kleine zevenhonderd bladzijden die zowat een halve eeuw overspannen. Dat betekent uitgronden, werken in de diepte. Cabré, Spaanse auteur, neemt als centraal thema de Spaanse Burgeroorlog en het fascistisch regime dat decennialang het politieke en sociale leven bepaalde in zijn land. Een aparte kijk van een Spanjaard op een zeer ‘apart’ historisch Spaans tijdperk. De actuele vertaling ligt voor het grijpen.
Maar het boek is een roman en de figuren die een belangrijke rol spelen zijn allemaal goed neergezet en geloofwaardig. Alles start met een ogenschijnlijk onschuldig bezoek aan een school waar een journaliste iets wil over schrijven. Ze vindt de dagboeken van een onderwijzer. Een man die meewerkte met het linkse verzet als spion, als informant, gezien zijn goede band met de fascistische burgemeester. Iets wat hij verborgen hield ook voor zijn vrouw, voor alle dorpsgenoten. Tot de dagboeken het daglicht zien, jaren later. Dagboeken gericht aan zijn dochter voor wie hij een eerlijk testament van zijn leven wil nalaten. Een ingewikkeld complot van leugen, liefde, verraad, ongeloof en daarbovenop een vertaling naar leugen, liefde en (on)geloof nu.
Het enige wat mij wat stoorde waren de soms ellenlange historische gegevens van dynastielijnen, soms bladzijden lang namen van neven, nichten, ouders, grootouders, betovergrootouders,... Daar stokt het verhaal soms.
Het boek is mooi omwille van de duale lijn, het vertolken van hoe een burgeroorlog jaren later een klein dorp blijft storen en contacten wantrouwig maakt, hoe mensen liegen en bedriegen en soms toch als held worden uitgeroepen. Zowel links als rechts.
De tweede plaats, Rachel Cusk, De Bezige Bij, 2021***
Cusk veroverde ons land met de vertaling van de romantrilogie Contouren. Volgens recensenten zou dit boek teruggrijpen naar haar oorspronkelijk oeuvre. Diepgaande psychologie. Ik was benieuwd.
Haar verhaal speelt zich af in een ‘Murdoch-setting’. Vrij beperkt gelokaliseerd, als je de inleiding even buiten beschouwing laat. Een landhuis met een buitenhuisje waar het vrouwelijk hoofdpersonage een schilder uitnodigt. Maar niets loopt zoals verwacht. De schilder brengt ook een mondaine vriendin mee, een ietwat ongeleid projectiel die ook de dochter van het hoofdpersonage op sleeptouw neemt. Dat wekt onbegrip, wrevel, jaloezie maar ook nieuwsgierigheid op.
Diverse relationele banden, manieren van zijn en praten, doorkruisen elkaar, beïnvloeden elkaar en leiden meestal tot scheuring en disharmonie.
Het mooiste in het boek vond ik de strijd van een moeder om haar dochter (weer) voor zich te winnen. De angst om te verliezen, het risico om alles te verliezen als je ook nog die ene persoon verliest.
Soms was de psychologie, voor mij althans, soms te ver gezocht. Ik begreep niet alle gedachtesprongen. Daarom ‘slechts’ drie sterren: een sterk uitgangspunt, een goede schrijfstijl maar de psychologie, die uiteindelijk de motor moet zijn van het boek, overtuigde me niet compleet.
De dood van Francis Bacon, Max Porter, De Bezige Bij, 2021****
Max Porter is een schrijver des doods. Het boek ‘Verdriet is een ding met veren’ (2016), vond ik een superieure literaire neerslag van een rauw rouwproces.
Nu gaat het over Francis Bacon op zijn sterfbed. Niet de filosoof en wetenschapper uit de 16de eeuw, maar wel de kunstschilder die leefde in de 20ste eeuw en aan wie Centre Pompidou in 2020 een fantastische retrospectieve wijdde.
Het boek telt slechts een 75-tal bladzijden en dan nog op grote interlinie en klein formaat. Het zijn sprokkels van herinneringen, verzuchtingen en verlangens van de homoseksuele Bacon die dacht zijn geliefde te zien aan zijn sterfbed maar slechts zijn zuster ziet opdagen. Niet dat het met zoveel woorden wordt gezegd.
Vertalen wat een stervende denkt. Doodziek. Vreemde associaties.
Dit boek kon me bekoren omdat ik zelf van de werken van Bacon houdt. Zonder die herinneringen aan een aantal doeken, begreep ik van dit werk weinig. Gouden raad: bekijk de werken van Bacon. Lees iets over zijn relatie met een bokser en lees dan Porter. Zijn manier om een lege canvas met gedachten te vullen, is grandioos.
Roeivlucht, Mark van Tongele, Atlas Contact, 2021****
Mark van Tongele studeerde geneeskunde. Dat merk je zijdelings op en dat intrigeert me ook als lezer (en wetenschapper van opleiding). De combinatie van wetenschap en literatuur biedt heerlijke dimensies.
Roeivlucht is de baltsvlucht van de zwarte stern. Een spitse, snelle en mooie meeuwensoort die je vooral in de wintermaanden kan aantreffen aan de kust van West-Europa. ’s Zomers maken ze lawaai in het hogere noorden van ons continent.
Kustwoorden zijn niet vreemd in deze poëzie. Samen hangend met wind en plezier van wind in de zeilen. Soms iets cynisch maar meestal opgewekt als de kreet van de stern. Met een kwinkslag, een wingspan.
Nee, ik heb niet alles gelezen van deze bundel. Ik blader door gedichten. Soms lees je er een meerdere keren, en soms vind je dan een nieuwe. Ik lees ze meestal bladerend van achter naar voor. En blijf hangen. Zoals sternen kunnen.
Heerlijk natuurlijk werk. Zo licht van toon, zo intens van constructie.
Vluchtweg, Jet van Vuuren, Ambo/Anthos, 2021****
Een thriller die zich afspeelt in Friesland. Twee zusjes met familie aan het varen op een meer. Een zusje verdrinkt, het hoofdpersonage houdt er een trauma aan over. Tot ze door een tante wordt opgeroepen om het huisje van haar vader zaliger te betrekken, vlakbij datzelfde meer.
Dan komen herinneringen boven en dan ontstaat een nieuw verhaal. Wie niet houdt van oer-hollands laat dit boek best achterwege. Maar de plot zit goed in elkaar, de thema’s zijn actueel, de zijsporen verwarrend. Precies wat een goede thriller nodig heeft om te boeien. En ja, ik heb het in een ruk doorgelezen op een lazy Sunday.
Ideaal voor wachttijden in vaccinatiecentra of om autofiles, luchthavenperikels... te verteren.
Het geheim van Raven Hall, Emma Rous, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2021***
Eerst dacht ik: dit is een copy paste van een film die ik jaren geleden zag. Mensen krijgen een uitnodiging om naar een afgelegen hotel te gaan, ergens in Engeland. Iedereen wordt afgezet en dan begint het spel van wie is wie. Er vallen een paar doden, mensen verdwijnen van de radar.
Maar het boek krijgt langzamerhand meer karakter. Wie is wie en wie was wie vroeger? En dan komen onverwachte wendingen toch nog naar een climax. Naderhand worden figuren beter getekend en krijgt het verhaal ook schwung.
Zeker een goed vakantieboek. Verwacht er niet meer van.
Wallonië en de Ardennen, Kristien Hansebout, Sterck & De Vreese, 2021****
Voor mij ligt een turf van 420 bladzijden. Gewicht: 1475 gram. Dit is dus geen werk om in je rugzak te proppen wil je het zuiden en oosten van ons land verkennen. Dit boek is een topper qua voorbereiding. Het is een naslagwerk met veel doe-dingen.
Wat wil je zien? Wat wil je doen? Waar wil je iets doen? Waar is iets te zien? Waar kan je lekker eten? Waar wil je verblijven? Op dat punt is dit werk een unicum. Het is geografisch grondig. Met download wandelingen en fietstochten.
We namen de proef op de som in Namen, onlangs. We volgden het advies van de auteur. De referenties naar resto’s en hotels zeker goed. Musée Félicien Rops zeker een aanrader. Maar over het nieuwe Delta, prachtig gelegen met continu veranderende actuele kunst werd met geen woord gerept.
Dit boek is een ongelooflijk boeiende prestatie. Over de helft van ons land. Mooi uitgegeven. Schitterend om een start te maken voor een paar dagjes anders België. Dit boek zal voor twee jaar lang alle andere reisgidsen van de kaart vegen wat betreft ons Franstalig landsgedeelte.
Gelezen XV
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie november 2020
Fictie literair
De avond is ongemak, Marieke Lucas Rijneveld, Uitgeverij Atlas Contact, 2020****
‘Brute schoonheid’, zo klonk het oordeel van de jury van de International Booker Prize die deze auteur won als eerste Nederlandstalige. Zelf opgegroeid in een polderdorp in de ‘Lage Landen’ was ik uiteraard enorm nieuwsgierig. Wat in mij opkwam tijdens het lezen: ‘rauwe rouw’ en ‘dierlijke sensualiteit’. De hoofdfiguur, een jong pubermeisje van zo’n 13 jaar, rouwt om haar broer die door het ijs zakte bij de oversteek naar ‘de andere kant’. Ze leeft in een godvruchtige protestantse familie ergens in de rand van de Bijbelgordel (dat laatste wordt niet expliciet gezegd). Vader en moeder kunnen niet om met de rouw, willen troost vinden in Gods Woord maar glijden af; de vader in eenzaamheid en rebellie, de moeder in anorexia. De tweede zoon krijgt alle kans om zijn wraak wreedaardig uit te proberen op plant, dier en mens. De hoofdfiguur walgt van haar bestaan, weigert ook maar iets van zichzelf af te staan. Schijten doet ze niet meer. Ze doet haar jas nooit meer af en verzamelt in de jaszakken de nieuwe relikwieën van haar leven. Ze wordt dan ook ‘Jas’ genoemd. Af en toe is er een glimp van contact bij schoolvriendinnen. Maar het wantrouwen zit diep, de toonaard soms bij de beesten af.
De stijl is kordaat, rauw, cynisch. Maar ook zeer herkenbaar voor wie in de jaren ’70-’80 opgroeide in dat soort niemandsland. Verliefd worden op Boudewijn De Groot, willen geloven en niet meer kunnen geloven, … Een aangrijpende vertaling van een leven zonder stedelijke invloeden. Tja, en wat die Joden doen in hun kelder jaren later? Verborgen voor het aangezicht van de buitenwereld? Dat blijft je bezighouden. Een bewuste tijdsverwarring die achteraf doet glimlachen. Maar verklappen doe ik niet. Lees het zelf.
Een zeer mooi boek dat mij deed denken aan ‘De melkboer’ van Anita Burns en toch helemaal anders. Maar iets van dat rauwe, dat ruwe van het platteland en de achterdocht… hebben ze wel gemeenschappelijk. Het boek is misschien net iets te lang om herhalingen tegen te houden. Anders kreeg Rijneveld een 5. Maar ja, die kreeg ze toch al… internationaal. Kortom: een aanrader al is het boek niet aan te raden voor gevoelige lezers.
Beest, Ane Riel, Uitgeverij Prometeus, 2020****
Een boek met een origineel plot dat zweeft tussen roman en literaire thriller. Vergeet de eerste honderd bladzijden. Lees ze om te kunnen volgen. Deze blinken niet uit qua sfeer of literaire hoogstandjes al is het duale spoor van twee chronologische lijnen een houvast en belofte voor de rest van het boek. Een buurjongen die verliefd wordt op z’n buurvrouw die daarna kiest voor een andere man en kort daarop een zoon krijgt met toch wel vreemde trekjes. Honderd keer gelezen, duizend keer gezien. Maar dan wordt het vreemd: de buurjongen wordt eigenlijk de peetvader van de zoon van zijn grote onbereikbare liefde. Een liefde die later opnieuw vuur vat maar door de tijd gedoemd is tot doven en louter as wordt. Liefde is hier het thema en ‘Beest’ de ruwheid symboliseert waarmee de normaliteit omgaat met een andersoortige liefde. Liefde tussen een generatie, verboden liefde, liefde en zorg voor mensen met een afwijking. De laatste 150 bladzijden verklaren mijn 5 sterren. Omdat ik niet snap hoe je als auteur dit soort liefde tussen mensen een plaats kan geven, terwijl het een liefde is die noch als hetero, homo, trans, non-binair… kan bestempeld worden. Het is gewoon gewoon: liefde en zorg. Een soort inherente gegevenheid die de mens tot mens maakt in een zeer aparte context.
Emotionele lezers houden best een zakdoekje bij naar het einde.
In de wacht, Alfred Birney, De Geus, 2020****
Je kreeg een hartaanval, je bent zestiger en ligt ergens in een Nederlands hospitaal te wachten als een Nederlander met andere migratieachtergrond. Die achtergrond wordt zeer divers uitgespit overigens. Driehonderd bladzijden vanuit een ziekbed beschrijven en een vrij ruim tijdperk in breedbeeld nemen; dat kan Birney dus. Soms hilarisch, soms beklijvend en soms ongemakkelijk voor lezers zoals ik die het onderscheid tussen Hindostaan en Hindoestaan niet vat. Maar misschien is het net dat wat de auteur wil: voel je maar even ongemakkelijk als ‘super’-Hollander als je dit leest want dit stelt niets voor in vergelijking met wat wij door jullie superioriteitsgevoel verplicht werden te ondergaan. Wat dus een zeer individueel getinte roman is (en blijft), wordt tegelijk een scherm waarop een kritisch maatschappijbeeld wordt geprojecteerd. Zoals in een ziekenkamer het nauwelijks zichtbare tv-scherm een journaal toont met actualiteit en je dat onaandachtig bekijkt omdat je geen abstractie kan maken van wie je op dat moment bent. Nog bent. Nog even bent. Ook en vooral jouw lichaam.
Een mooi boek, ook maar niet alleen voor wie in de zorg werkt. Toch kan dit boek echt wel dienen als verplichte lectuur voor hoger onderwijs zorg- en verpleegkunde.
De nieuwe rivier, Eva Meijer, Das Mag Uitgever, 2020****
Bevreemdend boeiend. Ecologisch en af en toe esoterisch. Het is niet helemaal mijn ding als ik het omschrijf en toch heb ik het boek met plezier en met aandacht gelezen. De setting is (?) Zuid-Amerikaans, de filosofie erachter Westers, het detectivegehalte noppes. Maar wat dit boek uitstekend weergeeft, ook door de variatie aan stijl, is het ongemak van mensen in deze natuur en het zichtbare ongemak van een natuur beheerst door mensen. Voor mij toch een hoogstandje van literaire synthese in een wereld waar niets meer samenvalt maar waar wezens die overleven of ze nu mens, dier, plant of rivier zijn…. elkaar toch herkennen, moeten erkennen en samenhangen in een brute omgeving.
Waarover gaat het boek dan, zal je vragen als Zondvloed-blogger. Nee. Ik weiger een samenvatting te geven omdat het geheel caleidoscopisch is. Een ding is zeker: verwacht er geen eco-detective van. Dit is geen Agatha Thunberg-mysterie noch een Greta Christa-whodunit. Het is een goed boek omdat het zich niet laat vangen in één gat.
(Auto)biografie
De hofdame, Anne Glenconner, Ambo/Anthos Amsterdam, 2019****
“Mijn bijzondere leven in de schaduw van de Britse kroon”, aldus de ondertitel op de cover versierd met de foto van een dame met een zeer eigenaardig hoofddeksel. Dan denk je automatisch; of Waregem Koerse of Engeland. Het laatste dus. Een boek voor royaltywatchers? Absoluut niet. Eerder een boek om het rare, exotisch aandoend Britse koninkrijk beter te begrijpen, zeker in deze continue non-exit Brexit-tijden. Glenconner was de hofdame van prinses Margaret. Ze werd geboren in Norfolk (Holkham) op een enorm landgoed op een 15-tal kilometers van Sandringham. Het jachten en jagen deden haar ouders, de graven van Leicester, samen met de koninklijke familie. Daar begint een verhaal die tegelijk irritant, degoutant en amusant is. Enfin, het boek leest als een trein. Maar zelfs achter dit eerlijke verhaal van een 88-jarige merk je het verdriet, de eenzaamheid, het onbegrip. Meer nog, op het eind van het verhaal lees je cru over de onrechtvaardigheid om als vrouw geboren te worden in adellijke context. Neem dan nog een zoon die sterft aan Aids, een andere zoon met zware psychische problemen en een psychotisch rijke man die graag juwelen koopt voor de koninklijke familie maar waarvan je uiteindelijk niets erft. Met humor en liefde dit beschrijven, is een pronkstuk. Dat was ze, ook, deze hofdame. Maar toch iets meer. Misschien op de verkeerde plaats en te vroeg geboren. Al zegt ze dit niet zelf. Daarvoor is ze te trots en te Brits. Dat is precies wat voor ons exotisch overkomt.
Een absolute aanrader voor wie denkt te behoren tot de elite en voor wie elite verafschuwt. Daartussenin vind je dan, letterlijk tussen de regels, een leven dat ook voor ‘gewone’ stervelingen niet vreemd is.
Sontag, Benjamin Moser, De Arbeiderspers, 2019*****
Deze biografie trof me als een mokerslag. Als feministe in de jaren ’90 was Sontag een must. De brede blik, haar ideeën over kunst was ‘de’ stem van ‘de’ vrouw. In mijn lijstje van favorieten vind je overigens nog altijd een van haar zeldzame romans ‘De vulkaanminnaar’.
Maar wat een mens was dat… Het boek nam mijn warme gevoelens voor Sontag weg. Maar anderzijds groeide ook mijn respect voor haar ijver, de ambitie, dat eeuwige willen de eerste zijn. Dat is meer dan een idee. Daar moet je dag na dag voor vechten en werken, je opwerken en altijd voortdoen. Tot daar het respect. Maar de ijver die soms naijver werd, kon me niet bekoren. Sontag was geen aaibare, geen lieve. Ze was echt een bitch met een enorme intellectuele capaciteit om te onthouden en te verwerken.
Dit is wat een biografie moet zijn. Idolen plaatsen als mens in de context van elk moment van hun leven. In deze biografie zie je de tijdsgeest van midden vorige eeuw tot de millenniumwissel. Een monument van een boek over een monument van een vrouw die af en toe van haar sokkel valt.
Het zette me aan om in mijn bescheiden bib even alle werken na te gaan van Sontag. Ik had er meer dan ik dacht. Herlezen met dit werk in mind: heerlijke Covid-lectuur.
Non-fictie
Simon Stevin van Brugghe, Guido Vanden Berghe, Dieter Viaene, Ludo Vandamme. Uitgeverij Sterck & Devreese, 2020***
Eindelijk, zucht je dan. Eindelijk, denk je dan. Eindelijk een erkenning voor een intellectuele breedhoekdenker waarvan de meeste Belgen niets meer weten dan dat de man een standbeeld kreeg op het gelijknamige plein in Brugge en dat hij de ‘uitvinder’ is van de decimale getallen.
Het boek is opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel zet Brugge in de kijker ten tijde van Stevin. Daarna volgt een levensschets om te eindigen met een derde deel dat vooral de ‘cijfermatige’ en praktische vernieuwingen toelicht die aan hem te danken zijn. Alle delen zijn goed gedocumenteerd en leren ook meer over de 16de eeuw hier in de Lage Landen.
Een mooie combinatie van geschiedenis, proberen en uitproberen, en hoe een boekhouder eigenlijk de eerste mathematicus werd. Hij introduceerde zelf het woord ‘wiskunde’. Want dat was ‘Stevin van Brugghe’: boekhouder en dus altijd bezig met cijfers en het berekenen van interest. Opnieuw leert de geschiedenis dat uitvindingen beginnen bij een volgehouden praktijk en bij het stellen van vragen bij de onvolmaaktheden die vanzelfsprekend lijken. Overigens maakte de man ook ontwerpen voor sluizen, gaf hij regels aan voor een ‘behoorlijke’ omgang. Tja, van Stevin kunnen we veel leren. Ook dat je verder mag gaan, grenzen mag overschrijden. Uiteindelijk was hij misschien meer Leidens dan Brugs. Maar ja, daar zullen de vele Brugse auteurs van een teveel aan voorwoorden het niet met mij eens zijn.
Het boek is mooi vormgegeven, met goed beeldmateriaal van authentieke documenten. Het leest vlot door omdat de delen altijd andere aspecten belichten. Je blijft verbaasd hoeveel aparte domeinen baat hebben bij goed inzicht. Mocht Simon Stevin nu opnieuw geboren worden, stond hij stevig in zijn schoenen als de nieuwe Steve Jobs.
Tip voor het toerismebureau Brugs Ommeland: waarom werd er nooit een Stevin-route gemaakt?
Hoe ouder, hoe beter, Daniel J. Levitin, Uitgeverij Pluim, 2020***
Iedere dag in de spiegel kijken, helpt niet. Het zijn vooral de non-verbale reacties van mensen die jou jarenlang niet meer zagen. Ben jij dat? Dan besef je dat de tijd sporen nalaat en dat je lichaam, jouw gelaat, veroudert. In eigen gedachten, louter mentaal, kan je je 35 jaar voelen. De spiegel spiegelt je leeftijd en dat is precies wat de auteur van dit boek niet leuk vindt. Ga de uitdaging aan en gebruik het reservoir van wat je hersenen hebben opgebouwd en opgeslagen aan ervaring op een goede manier. Oordelen en zelfs sneller én juister oordelen is een voorrecht van mensen met ervaring. Dat is een opsteker.
Maar er zijn randvoorwaarden: de gezondheid moet goed blijven, de kansen tot ontwikkeling moeten ook voor jouw portefeuille betaalbaar blijven. Dan zijn voorbeelden à la Jane Fonda misschien te Amerikaans en dus niet navolgbaar. Alles gaat goed zolang alles goed gaat en dan speelt leeftijd een mindere rol. Het glamourverhaal van een paar krasse, rijke Amerikanen is niet direct een stimulans. Gelukkig gaat de auteur iets dieper dan dat soort voorbeelden. De oproep om nieuwsgierig te blijven, te willen bijleren, te blijven bewegen… blijft natuurlijk belangrijk. Jarenlang sudoku’s oplossen om dementie tegen te gaan, helpt niet. De auteur is schatplichtig aan Kahneman: na 720 uur ‘ken’ je het spel intuïtief en leer je niets meer bij. Je maakt geen nieuwe schakelingen in je hersenen. Dus af en toe iets nieuws proberen, is de boodschap: schakelen van Sudoku naar een game, leer een andere taal of zoek het licht. Maak van je dagen geen nachten. Licht brengt duidelijkheid en ook geluk. Voor chronische pijn zonder een direct verband met een specifieke aandoening helpt enkel bewegen. Bewegen doet pijn maar helpt de pijn bestrijden.
En nog leuk: aandacht verscherpt zich als je afwisselt tussen focussen en de dagdroommodus. Omdat in die laatste- vaak onderschatte- fase, je hersenen zaken opnieuw en anders ordenen. Op dat moment word je creatiever dan je denkt en… jonger dan je denkt.
Kortom, een toegankelijk boek met een degelijke wetenschappelijke basis. Stoor je niet aan het Amerikanisme à la Jane-Fondaïsme.
De Bourgondiërs, Bart Van Loo, De Bezige Bij, 2019**
Bejubeld, een van de best-sellende auteurs in onze contreien en wie weet straks ook de aanvoerder van de Vlaamse Canon gezien de ondertitel ‘Aartsvaders van de Lage Landen’? De podcast en radio-uitzendingen maken van Bart Van Loo een historisch entertainer. Dat is precies wat zijn boeken ook zijn; entertainment met historie verweven. De pluspunten zijn legio: het boek leest vlotjes weg, de details zijn pittoresk, de view adembenemend. Je moet het maar kunnen: Bourgondië beschrijven als een bourgondiër.
Toch stoort me iets in dit werk. De stijl van het overdrevene, het zoeken naar het te pikante, het vergelijken met een heden dat niet te vergelijken is met dat verleden,... Zo’n boek is niet mijn ding omdat de mix de geloofwaardigheid ondermijnt. Geef mij maar Duby, Pernaud, Ariës. Deze auteurs waren voor mij het startpunt van een historische interpretatie vertrekkend vanuit het leven van alledag. Daar kan Van Loo niet tegenop. Hij vertegenwoordigt een ander genre. Game of Thrones noemen we science fiction. Terecht. Maar te vaak bezondigt deze auteur zich aan het gamen met historische feiten.
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie juli 2020
Russisch voor beginners, Dominique Biebau, Uitgeverij Vrijdag, 2019****
Aarzelend begonnen aan dit boek. Thrillers op z’n Vlaams waren voor mij het kleine broertje van het literair spannend geweld uit Scandinavië of de UK. Met twee literaire prijzen op zak (Gouden Strop 2020 en Hercule Poirotprijs 2019) toch wel benieuwd naar die Russische invalshoek. Toevallig een taal die ik dankzij jarenlange inspanning een beetje machtig ben.
Biebau heeft met deze zijn talent bewezen. Je leest het boek in een ruk uit en de plot laat zich niet verraden. Alhoewel, twee jaar Russische les volstaat al om de hint te snappen. En dan nog, dan nog blijft het boeiend tot de laatste bladzijde. Heerlijk weglezen tijdens een vakantieperiode en weg van de wereld in je eigen tuin. Dat kan een Vlaamse thriller dus. Zelfs Hercule Poirot zou snorren van genoegen…
https://dezondvloed.store/winkel/russisch-voor-beginners/
Jaag je ploeg over de botten van de doden, Olga Tokarczuk, De Geus, 2020***
De Nobelprijswinnaar 2019 schuwt de controverse niet; zoveel is duidelijk na deze nieuwe roman van Tokarczuk. Een ecologische thriller, een beetje Miss Marple achterna, lees ik op de achterflap. Niets van aan. Wat je in handen hebt, is een apart gegeven en totaal onverwacht. Inhoudelijk soms echt ver van ons bed, lichtjaren ver zelfs. Stijl en personages zijn dan weer schitterend geplaatst. De plot is niet honderd procent geloofwaardig (zelfs voor lezers die achteraf het boek achterstevoren nog eens doornemen). Een roman die tekenend is voor deze tijd. Het werk van Julia Zeh (‘Onze Mensen’) ligt in eenzelfde lijn al is haar werk meer politiek dan etherisch/ecologisch gekleurd. Toch wel boeiend om te vergelijken.
Geen vier sterren dus maar alleszins een boek dat voer is voor discussie. Meer wil ik niet kwijt anders krijgt het boek de lezers niet dat het verdient. De vreemde titel begrijp je als je weet dat twee hoofdpersonages elkaar continu vinden in het vertalen van gedichten van William Blake.
https://dezondvloed.store/winkel/jaag-je-ploeg-over-de-botten-van-de-doden/
Door jouw ogen, Peter Hoeg, Meulenhoff, 2020 vertaling***
Deze Deense durfal blijft verrassen. Nieuwe technologie, oude trauma’s, vroege herinneringen, een weerzien en weer zien. Je gelooft je eigen ogen niet als je dit werk leest. Door jouw ogen? Hoeg vraagt van zijn lezers een portie fantasie via een revolutionaire techniek om het eigen bewustzijn te verkennen via hightech. Wat je denkt, is niet langer geheim. Levens die verweven zijn, worden waarneembaar. Het wordt gemeten en in beeld gezet. Wie graaft in herinneringen, krijgt kleur en moet dus kleur bekennen. Van ploeteren in trauma’s door het lezen van een IT-plot. In een geheime setting wordt het onverwerkte verleden, diep in het geheugen, in beeld gebracht en via gesprekken gaan mensen zichzelf als een aura van gevoelskleuren verkennen. Maar is dit heilzaam? Worden mensen hier beter van? Wie neemt het risico om zichzelf als een plot waar te nemen?
Je twijfelt of dit sciencefiction is of reeds realiteit. Hoe ver kan het geheugen van een mens gepeild en verkend worden? Precies die balans maakt het boek intrigerend en bijwijlen akelig.
Het jaar van magisch denken, Joan Didion, Uitgeverij De Arbeiderspers, 2006****
Je bent bekend omwille van je politieke columns, je bent een bezige bij en schrijft essays op z’n Europees als American citizen. Dan slaat het noodlot toe: ze verliest haar echtgenoot (de schrijver John Dunne) en in diezelfde periode wordt haar dochter opgenomen in het ziekenhuis en ligt zij daar wekenlang in coma. Shit happens. Niet louter omwille van een sociale onrechtvaardigheid maar omdat leven altijd chaos kan worden ondanks onze welgemeende voorzorgen.
Wat schrijf je dan? Wat gaat door je heen? Hoe maak je dit mee en hoe overleef je ook dat angstwekkende in een leven dat zich tot die cruciale momenten focuste op het maatschappelijk gebeuren? Je wordt zelf een verhaal van die maatschappij. Een aangrijpend boek, zeer eerlijk neergezet. Het lijden zoals het begint bij ons. Niets menselijks is ons vreemd.
https://dezondvloed.store/winkel/het-jaar-van-magisch-denken/
Witte Huizen, Amy Bloom, Nijgh & Van Ditmar,2018***
Dit boek is een andere benadering van Eleanor Roosevelt. “Een roman over de geheime en scandaleuze liefde van Eleanor Roosevelt”, aldus de cover. Een documentaire op VRT was voor mij de trigger om meer te weten te komen over deze presidentsvrouw. Haar autobiografie las ik eveneens en de bespreking hiervan vind je iets verderop deze blog (rubriek non-fictie).
De auteur van deze roman focust op de liefdesrelatie tussen de presidentsvrouw en Lorena Hicock, journaliste en later ook communicatieverantwoordelijke van het Witte Huis onder president Franklin Delano Roosevelt.
Voor mij was het ongelooflijk dat dit boek uitkwam in 2018. Ik spreek over een déjà-vue: een echte lesboroman zoals je die eind vorige eeuw verslond. Dat deze roman nu hoge toppen scoort en Amy Bloom als auteur zelf niet de eerste de beste is, verwondert me. Het boek leest wel aardig door. Een roman over een romance tussen twee belangrijke Amerikaanse vrouwen in een periode die in alle talen zweeg over andere geaardheden, zich afspelend in het White House waar ook de president zelf niets vies was van leuke secretaresses. De plot ligt zo voor dehand. Waar fictie de overhand neemt op historische feiten, is niet na te gaan. De documentaire op VRT sluit dicht aan bij deze roman. De autobiografie van Eleonaro zelf is veel meer verhullend.
https://dezondvloed.store/winkel/witte-huizen/
https://dezondvloed.store/winkel/white-houses/
The autobiography of Eleanor Roosevelt, Harper Perrianal, 1961****
Eleanor was de echtgenote van Franklin Delano Roosevelt die in 1933 president van de VS werd. Haar man begon aan drie ambtstermijnen en het beeld van de Conferentie van Jalta met Roosevelt, Churchill en Stalin, behoort tot ons collectief geheugen.
Tevergeefs zocht ik naar de maiden name van Eleanor. Roosevelt, zo dacht ik, was een pachtnaam verkregen door haar man, de president. Maar nee, Eleanor is ook zelf een Roosevelt. In het boek ontbreekt een stamboom wat spijtig is gezien ook de oom van Eleanor ooit president was (Theodore Roosevelt). Op internet vind je snel hoe de twee verweven zijn en dat zit ergens in het zevende knoopsgat. Beide stammen af van Zeeuwse immigranten die naar de States trokken in de 17de eeuw. Maar er is dus wel degelijk sprake van het echtpaar Roosevelt-Roosevelt.
Een autobiografie lezen, vraagt geduld. Omdat de auteur die zijn of haar leven beschrijft vaak in herhaling valt, details niet kan onderscheiden van wat belangrijk is en wat essentieel is vaak wordt verzwegen om er zelf beter uit te komen.
Toch verdient dit boek aandacht en dat om verschillende redenen. Er is de Eerste Wereldoorlog, de crisis van 1929, de dreiging van Nazi-Duitsland uitmondend in nog een wereldoorlog. Haar kijk op een leiders als Churchill of Stalin zijn soms hilarisch verhelderend. Zij was voor haar man een belangrijke sparringpartner ondanks haar bezige moederrol (zes kinderen). Het moment dat de president door polio werd getroffen, is een meer dan boeiende passage. Hoe de president dit verborg, altijd arm in arm liep waar het kon, zijn krukken verborg,… je houdt het niet voor mogelijk.
Na de dood van haar man wordt Eleanor een vrije vrouw. Geen theekransjes meer, geen verplichtingen, geen vervelende urenlange recepties,… Eleanor werd VN-afgevaardigde en reisde de wereld rond. Zij werd voorzitter van de Commissie Human Rights en lag aan de basis van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
Oorlog, politieke intriges, mensenrechten, armoede en een vrouw aan het woord. Ondanks de herhalingen blijft dit een verbazingwekkend actueel boek. Nota bene: in dit boek van zo’n 600 pagina’s wordt Lorena Hicock drie keer geciteerd. Verzwegen? Privacy? Een overdreven case van Bloom? Wie zal het zeggen?
Morgen komt geen dag te laat, Ivan Krastev, Atlas Contact, 2020****
Deze Bulgaarse filosoof is niet bang van een rondje politiek. Hij is een scherp waarnemer die op een toegankelijke en transparante manier zijn ideeën op papier krijgt. Bij de aanvang van de coronapandemie in Europa volgde hij de reactie van de politieke leiders en hun communicatie met de bevolking. Hij eindigt zijn essay (het boek telt 80 blz.) met zeven paradoxen die te maken hebben met globalisme, deglobalisme en hernationalisering, een verstevigd gevoel van nationale eenheid, het uitroepen van een noodtoestand die de democratie kan bedreigen, de afwezigheid van de Europese Unie en het kantelmoment dat er zit aan te komen als de EU wil overleven, de bereidheid om privacy op te heffen wat met de vorige drie belangrijke crises nauwelijks kon (de economische crisis, de vluchtelingencrisis, de strijd tegen terreur) en tenslotte hoe ondanks een gevoel van nationale eenheid het besef doordringt dat de wereld van elkaar afhankelijk is en hoe mensen bereid zijn omwille van hun gezondheid macht te centraliseren.
Krastev houdt van paradoxale betogen. Dat zet je als lezer op scherp omdat je telkens een balans ziet naar voor komen die inderdaad merkbaar is: een pandemie die zich kan ontwikkelen door de economische globalisatie, mensen terug op zichzelf laat plooien maar tegelijkertijd ook het besef geeft dat iedereen getroffen wordt: noord én zuid, jong én oud, rijk en arm. Opeens zijn we herkenbaar ‘menselijk’ geworden en verwacht een bevolking van zijn leiders leiderschap. Iets wat dictators absoluut niet lusten: de pandemie is voor hen, aldus Krastev, geen zegen.
Een zeer boeiend boek dat best verplichte lectuur mag worden in het kader van corona-afstandsonderwijs in de hogere jaren van ons secundair onderwijs!
https://dezondvloed.store/winkel/morgen-komt-geen-dag-te-laat-hoe-de-pandemie-europa-verandert/
De slimste vogelgids, Jan Rodts, Houtekiet, 2019*****
Is deze vogelgids slim? Het was alvast even schrikken om vogels niet volgens familie maar naar grootte te schikken. Het begint bij een goudhaantje en eindigt bij de knobbelzwaan. Dat is alvast een aparte invalshoek. De gids werkt met foto’s, niet met tekeningen. Een riskante operatie want vogels fotograferen met zicht op alle details is niet eenvoudig. Daarom werken veel professionele vogelgidsen met tekeningen. Maar het moet gezegd: de foto’s zijn super van kwaliteit en de aanduiding van in het oog springende kenmerken is een meerwaarde.
Dit is effectief een slimme vogelgids voor wie vogels wil (leren) spotten niet ver van huis. De eigen tuin, een bos, een natuurgebied, eventjes Nederland in; 192 vogelsoorten worden goed beschreven en afgebeeld. Een rijkdom aan mogelijke waarnemingen.
Alle vogelsoorten worden zowel in het Nederlands, Frans, Engels en Duits aangegeven. Ook in het woordenregister. Dat maakt het gemakkelijk als je even een taalgrens oversteekt.
Per tegenoverliggende bladzijde krijg je een vogel in beeld. Als het mannetje veel van het vrouwtje verschilt, komen beide in beeld. Je ziet aan een tijdslijn wanneer de vogel te zien is in ons land.
Zeer handig is ook welke vogel lijkt op de vedervriend die je ziet. Op die manier kan je vlug vergelijken en via uitsluiting de juiste naam op je waarneming plakken.
Vogels klasseren op grootte werkt niet altijd eenvoudig. Je ziet een zwaluw maar huiszwaluw en boerenzwaluw staan wel in andere delen. Dat is even wennen. De 5 delen, volgens grootteorde, zijn wel ingekleurd maar altijd in groenkleuren. Dat maakt het moeilijker zoeken. Esthetisch is dit wel mooi maar naar zoekfunctie mocht het iets kleurrijker. Zijn vogels zelf niet kleurrijk?
Dit is toch wel een zeer goede vogelgids voor onze streken. Duidelijk en met heel veel informatie op kort bestek en goed beeldmateriaal. Een pluspunt voor wie begint met vogels spotten. Om vogels te plaatsen binnen een grotere familie is een veldgids à la ANWB of Peterson aangeraden.
https://dezondvloed.store/winkel/de-slimste-vogelgids-alle-192-broedvogels-van-belgie-en-nederland/
Fwiet Fwiet, Begijn Le Bleu, Sterck & De Vreese, 2020****
Begijn Le Bleu is een Vlaams cabaretier én een fervent vogelspotter. Over dat soort spotten schreef hij dit boek. Elk hoofdstuk is genoemd naar een vogel. Soms vogels van dichtbij zoals de merel, ekster, huismus, zilvermeeuw of roodborst. Maar soms legt Begijn ook afstanden af om een vogelsoort te zien: flamingo’s, laplanduilen, slangenarend, parelduiker… Ietwat verwarrend is het dat de hoofdtekening van de vogel niet altijd het beest is waarnaar het hoofdstuk werd vernoemd.
Als comedian schreef hij het boek met veel humor en het leest als een trein. Over vogels praten, breekt soms ook het ijs tussen mensen en zo ontstaan naast het tureluren ook ernstige gesprekken over het leven. Af en toe krijg je zelfs medelijden met zijn gezin die hij vaak overtuigend meesleept naar een specifiek vogeloord waar behalve die ene vogel niet zo veel te beleven valt…
Via QR-codes kan je ook alle podcasts van Begijn beluisteren: lees-en luisterboek ineens! Een extraatje. Dit boek is geen veldgids voor beginners maar wel een liefdevol en hartverwarmend verhaal van een man die zot is van vogels en daarover liefdevol kwettert. Zijn passie heeft ook maatschappelijke repercussies: de auteur ziet de vogel als vriend van de mens, ook van landbouwers. Eén gierzwaluw verorbert 10.000 insecten per dag, kraaiachtigen eten krengen en zijn dus een gratis vuilnisdienst, wormeters verluchten de grond,… In zijn epiloog vertelt Begijn Le Bleu over een bijeenkomst van landbouwers in Sint-Gillis-Waas. Zeer omzichtig benadert hij de kwestie van het boeren in de polders en hun bedreigde omgeving wat betreft ruimte, natuur en exploitatie. Nee, volgens Le Bleu zijn niet alle polderboeren natuurhaters. Dat soort hokjeslogica is niet aan hem besteed. Het brengt ons inderdaad geen stap dichter bij een evenwicht dat mens en natuur nodig hebben.
https://dezondvloed.store/winkel/fwiet-fwiet-de-passie-van-het-vogelkijken/
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie juni 2020
Tijd om te lezen zat. Het weer was droog, niet nat. Lezen en de zon voelen branden. Wie wou nog weg naar andere landen? Een beetje grasduinen in de eigen bibliotheek, een verlanglijstje aanstippen voor straks wanneer je even een boek in de hand mag nemen in de ‘boek-hand-el’ en intussen de net-voor-corona-boeken die gekocht werden, blad na blad ontdekken.
Hierbij een logboek van mijn coronatijd.
Zij, Helle Helle, Querido, 2019******
Dit is een must. Daarom de zes sterren terwijl de grens op vijf ligt. Mocht het over cognac gaan dan praat je over XXO. Een mens blijft zich verbazen over de diversiteit aan literair talent richting noord. Peter Hoeg, Per Olov Enquist, Tarjei Vesaas en nu pas ontdekt: Helle Helle. Waar Hoeg hilarisch is, Enquist historisch en soms wat gek doet, komt Vestaasen (IJspaleis) meest in de buurt van Helle Helle. Een zeer eenvoudig taalgebruik die in de eenvoud misleidend werkt; opeens ontdek je emoties die je zelf vergeten was ondanks de schijnbaar emotieloze taal. Dat is knap. Een boek dat mij deed wenen ondanks het gemis aan sentimentele taal.
Een dochter vertelt hoe zij het nakende sterven van haar moeder beleeft. Dat is gewoon in één zin de synthese van het boek. Hoe lijden bij jonge vrouwen geen kans krijgt en tot isolement dwingt en je toch de confrontatie met het levenseinde elke dag moet aangaan.
Op zo’n auteur ben je als schrijfliefhebber jaloers. Omdat de snoeischaar hier onverbiddelijk was.
Dit boek is voor iedereen in deze rouwperiode een aanrader. Het is helemaal niet moeilijk, niet beschouwelijk. Het is gewoonweg ‘zij’.
De Kolibrie, Sandro Veronesi, Prometheus Amsterdam, 2020****
Het duurde lang voor ik iets las van deze auteur. Misschien was het de ‘Veronesi’ die me tegenhield? Een naam waar je geen goed auteur achter zoekt, een soort schrijver van boeken die je in spoorwegwinkels en luchthavenshops snel binnenslaat om uren reizen te vergeten gezien op een langdurig snel transport niets te zien valt. Met deze een rechtzetting. Deze auteur schrijft goed en ondanks een beperkte invalshoek ook blijvend boeiend. De twist in tijd en personages, de soms overdreven pietluttige strijd van wat mensen tot mens maakt, laten dit boek lezen als een ontdekking van wat wij kunnen en niet kunnen, willen en niet willen en toch doen ondanks dat niet kunnen of willen. De kleine mens dus, de kolibrie. Mobiel, wendbaar en rusteloos. Zeer gaaf geschreven. Een aanrader voor wie reist naar de binnenkant van de mens. Laat zon en zee voor wat ze zijn. Wat mensen bindt over tijd en ruimte, is nauwelijks vatbaar. Laat staan te beschrijven. Maar dit komt aardig in de buurt.
Kindsoldaat, Oscar van den Boogaard, De Bezige Bij, 2018***
Jachthuis, Oscar van den Boogaard, De Bezige Bij, 2020****
Deze twee boeken sluiten aaneen en zijn, zo zegt toch de literaire pers, sleutelromans. In ons land hebben we Delphine Boël, beeldend kunstenares. Bij de noorderburen wordt het dan deze auteur die een buitenechtelijk kind zou zijn van Prins Bernhard. De waarheid ontdek je nooit in een roman. Maar die ietwat fabuleuze achtergrond maakt het natuurlijk leuker en smeuïger. De beide boeken situeren zich in een upperclassmilieu met alle opgeblazen feitjes en kinderachtigheden eigen aan deze klasse. Diverse tendensen zoals natuur, feminisme, seksuele revolutie,… die karakter gaven aan de tweede helft van de vorige eeuw, komen terug in het denken en doen van de protagonisten. Toch herken je de man als auteur: de kern van wat feminisme is, mist hij. Hij schrijft ‘er over’ en niet ‘over’ en zeker niet ‘er in’. Zijn mannelijke personages zijn mensen van vlees en bloed, de vrouwen meestal karikaturen.
Voor mij was ‘Kindsoldaat’ net iets te langdradig, miste de plot een spanningsboog door een teveel aan zich herhalende details. ‘Jachthuis’ krijgt een hogere score omdat gebeurtenissen en plot in een beter tempo liggen en het boek tot op het einde weet te boeien. De auteur laat zich goed lezen, een beetje te goed soms. Je walst door de bladzijden. Maar als het waar is, als Oscar echt een buitenechtelijke zoon is van Prins Bernhard (PB)… dan is dit een meer dan behoorlijke (bekoorlijke?) inkijk op het o zo integere, protestantse Holland.
Pruisisch Blauw, Philipp Kerr, Boekerij, 2017****
Deze auteur maakte naam en faam met ‘De Berlijnse trilogie’. Maar mij intrigeerde de titel van dit minder bekende werk van Kerr omdat net dat Pruisisch Blauw ook een hoofdrol speelde in de hierboven besproken romans van Oscar van den Boogaard. Bij die auteur staat PB én voor Prins Bernhard én voor Pruisisch Blauw. Twee keer PB in een week? Toeval bestaat. Of niet?
De auteur Kerr schuwt de grote namen niet in WO II. Bormann, Heydrich, Goebbels… ze komen op het platform van de literaire actie. Dat getuigt van durf. De hoofdpersoon in zijn boeken is Bernie Gunther; een complot an sich van een mens. Is hij fascist of socialist? Heult hij met de Nazi’s? Of is hij gewoon een opportunist? Bernie is een antiheld en neemt je mee als getuige bij alle grote namen van het nieuwe Duitsland eind de jaren 30. Je wordt meegenomen in een roman à la Spielberg en je leest en leest tot je bijna gelooft dat wat hij beschrijft ook realiteit was in de Duitse schimmige onderwereld.
Zijn stijl is op het randje van hilarisch. Niet erg gekuist maar vreselijk associatief. Er zijn twee keuzes: of je giert van het lachen bij bepaalde stijlfiguren of je gooit het boek weg na tien bladzijden. Faites vos jeux!
En wat met dat Pruisisch blauw? Blijkbaar een antigif voor thallium (atoomnummer 81), een metaal dat een geliefd middel was bij en voor spionnen die dood moesten of die anderen de dood injoegen. Maar eerlijkheidshalve voegen we er aan toe dat dit pas bekend werd en officieel werd in 2003. Dus dat soort PB moeten we hier zeker met een korreltje (zout?) nemen.
Zeer goed werk ook van deze auteur: “Als de doden niet herrijzen”*****, Boekerij, 2009. Gelauwerd met de titel van ‘Thriller van het jaar 2010’ door VN Detective & Thrillergids.
De Stille dood, Volker Kutscher, The House of books, 2019****
Een toevallige aankoop en met plezier gelezen. Het verhaal speelt zich af in Berlijn (1930). Tijden veranderen zowel wat betreft politiek als techniek. Dat is de geniale vondst wat dit boek echt leuk maakt. De overgang van ‘stomme’ film naar de gesproken versie en hoe ‘stom’ de wereld in elkaar zit bij machthebbers en diegene die hunkeren naar meer macht of anderen die blijven hangen bij traditie. Wie veel whodunits leest, zal rap weten hoe de vork in de steel zit. Maar dit neemt het leesplezier niet weg. Het boek speelt zich af in een Berlijns film- en zakenmilieu, leest als een ‘Silent Witness’ en is correct qua stijl. Nee, geen literaire thriller. Eerder een apart spannend verhaal mooi geplaatst en gescreend in een collectief verleden. Het vleugje romantiek was er misschien net te veel aan. Stomme film, remember?
Hydropolitiek, Haroon Sheikh, Boom, 2019*****
Water is belangrijk. Droogte, overstromingen, een variabele zeespiegel… is onderwerp van veel denken. De auteur neemt hiervan kennis en start met ‘water’filosofen zoals Ten Bos en Sloterdijk. Maar dit boek gaat niet over het klimaat. Hier lezen we over politieke belangen om en rond oceanen en zeeën. Hydropolitiek als uitgangspunt voor de toekomst. Sheikh maakt een onderscheid tussen geopolitieke landen zoals bv. Rusland of (tot voor kort) China en hydropolitieke landen zoals bv. Indonesië, Japan, het Verenigd Koninkrijk, de VS en… Nederland. In zeven hoofdstukken worden landen palend aan zeeën en oceanen uitgelicht vanuit een historisch, economisch, politiek gekoppeld aan een beetje futuristische visie. Dat maakt dat heel veel landen op de wereldkaart een eigen geschiedenis krijgen vanuit hun maritiem verleden.
Dit is een boek voor wakkere wereldburgers. Wat zijn belangen die nu en straks spelen: welke landen hebben kansen en welke verliezen terrein? Sheikh schuwt de controverse niet en dat maakt het net boeiend. Hij pleit voor landen die aan hydropolitiek doen: open grenzen, soft power en inspelen op invloeden van buitenuit. Geslotenheid geeft geen toekomst, aldus de auteur. Ook voor mensen die (straks) ver reizen, kunnen hier een beknopte, maritiem getinte historiek lezen van landen grenzend aan zeeën en oceanen. En dat zijn er echt wel veel.
Het boek leest vlot al werkt de opsomming van feiten soms wat vertragend. Het is beter dit boek als naslagwerk te gebruiken voor wie een ‘zee’-land aandoet, voor wie wat meer wil te weten komen over maritieme belangen. Voor mij alvast een meerwaarde in mijn boekenkast!
Het deel en het geheel, Werner Heisenberg, Lemniscaat, 2019***
Heisenberg is een fysicus die aan de basis ligt van het ‘onzekerheidsprincipe’. Hiermee vormt hij met Einstein, Bohr en Pauli het magische kwadraat van een natuurkundige revolutie die tot op heden de wereld schokt en verandert. Tot circa 1900 was de wereld lineair en redelijk ‘eenvoudig’: de klassieke mechanica à la Newton en Keppler gaven ons een beeld van ver en dichtbij. Een vertrouwd beeld gezien de appel nooit ver van de boom valt. Daar kwam in de eerste helft van vorige eeuw verandering in. Opeens leek niets meer continu en waren niet alle grootheden tegelijkertijd meetbaar. Energie bestond uit kleine pakketjes, quanta. Ruimte en tijd werden gelijke dimensies en snelheid veranderde de perceptie van ruimte en tijd.
Wie waren die natuurkundigen? Waarover praatten ze onderling? Je hoort gesprekken, je leest over wandelingen en onderlinge discussies stap na stap. Dit boek vraagt een beetje inzicht in natuurkunde maar gaat veel meer over de ethische, filosofische en politieke vragen waarmee deze wetenschappers zich toen al van bewust waren. In zekere zin is het ontroerend te weten dat deze grote ‘revolutionairen’ ook bezig waren met de eeuwig menselijke vragen en twijfel hun deel was. Blijf ik in Duitsland of ga ik naar de VS? Nazi-Duitsland kwam op. Wie bleef, werd verdacht. Wie vertrok, zoals Einstein, werd omarmd in het Manhattan-project.
Dit boek krijgt drie sterren en verdient er tien. Slechts drie omdat de entry niet eenvoudig is. Tien omdat dit een superdocument is van wat positieve wetenschap ook is; namelijk een grondig nadenken over de wereld, in de brede zin van het woord. Exacte wetenschap als humane bezigheid, in coronatijden niet verrassend eigenlijk.
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie april 2020
De kroon-corona op het werk van lezen. In tijden van verplichte opsluiting geven boeken soelaas. Helemaal niet helaas. Want een boek dat boeit, doet tijd(en) vergeten. Gezien de verplichte fysieke sluiting van De Zondvloed, van bibliotheken, … grasduinen we in ons eigen boekhoudkundig verleden.
Daarom een beetje deze aparte editie. Hierbij een aantal favoriete auteurs, onderverdeeld in diverse genres. Wellicht heb je ze niet allemaal zelf in huis, maar misschien kan je via een ‘hengel’ (reëel of virtueel) samen boeken delen (of ze gewoon bestellen via dezondvloed.store). Dat helpt in het overleven. Bladzijden raken het leven.
Rose Tremain
Nog altijd het mooiste van wat ik ooit las. Zeer toegankelijk en toch verrassend qua diepte. Zin per zin goed gezet. Mijn favoriet is een roman die zich afspeelt binnen het Deense hof, met in de hoofdrol een luitspeler en een koningin. Niets is wat het lijkt maar het drama blijft boeien.
Favoriet boek: ‘Muziek en stilte’.
Robert Walser
Misschien ben ik blij dat ik Walser nooit heb ontmoet. Walser sleet zijn laatste jaren in een psychiatrische instelling. Maar hij schrijft zo indringend juist dat je ietwat ongemakkelijk in je zetel of stoel begint te schuiven tijdens het lezen. Een beetje lichaamsbeweging kan geen kwaad in quarantaine. Mentaal schuif je zeker een aantal dimensies op. Zet je schrap. Walser walst lezers ondersteboven.
Favoriet boek: ‘De vrouw op het balkon en andere prozastukjes’.
Iris Murdoch
Hoeveel kan je schrijven over een paar personages in een beperkte ruimte? Het universum van menselijk contact delen en een spanningsboog onderhouden? Murdoch schreef vaak dikke turven met weinig personages met weinig buitensporig nieuws. Wat gebeurde was een mentale twist die het universum van menselijk denken en doen exact beschrijft. Een dikke roman schrijven over wat in een living van 10 op 6 meter gebeurt. Living! Misschien is het dat wat de UK ok maakt. Dat benepene rare, dat beperkte dat groot denkt of denkt te worden.
Favoriet boek: ‘Bruno’s droom’. Niet aan te raden voor mensen lijdend aan arachnafobie.
Juli Zeh
De stem van het andere, nieuwe Duitsland. Merkwaardige Merkel-achtige auteur wat betreft de manier van observeren, analyseren. Dan weer helemaal geen ‘Angela’ in haar sociale kritiek op benepenheid. Zeh schrijft duidelijk, frappant en cassant. Met een groot sociaal hart al zal ze dit niet laten blijken in haar stijl. Valse bescheidenheid, mensen die van natuur profit maken, de grote principedenkers… een voor een worden ze afgemaakt. In stijl met stijl.
Favoriet boek: ‘Ons soort mensen’.
Per Olov Enquist
De naam zet het kompas aan. Richting noord. De geschiedenis van Scandinavië is ons vreemder dan de roerige tijden in Frankrijk, Italië, Oostenrijk of Spanje. Dat Denemarken ooit heerser was van het noorden, weinigen die het weten. Dat hier een koningshuis regeerde met grote invloed, het lijkt wel een trollenverhaal. Niets van dat bij de pas overleden Enquist. Open en eerlijk inzicht in het noordse denken, historisch goed gefundeerd.
Favoriet boek: ‘ Het bezoek van de lijfarts’.
Peter Hoeg
Deense auteur die wereldwijd bekend werd met ‘Smilla’s gevoel voor sneeuw’. Zeker een aanrader maar mij bekoorde hij veel meer met een hilarisch, spannend, hectisch boek dat jammer genoeg onder de radar bleef. Een boek te gek om te bedenken.
Favoriet boek: ‘De kinderen van de olifantenhoeders’. Als jouw partner gestoord wordt door een onvoorziene lach dan lees je dit boek beter in een eigen kamer. Perfecte lectuur in deze aparte tijden.
En verder…
Niets naar je zin? Probeer dan eens volgende auteurs:
Irvin. D. Yaloom, ‘Nietsches tranen’. Aanrader voor anti-therapeutische filosofen.
Nino Haratischwilli, ‘De kat en de generaal’. Aanrader voor historici die kleine geschiedenissen vergeten.
Graham Swift, ‘En andere verhalen’. Aanrader voor expats UK binnen Europa.
Susan Sontag, ‘De vulkaanminnaar’. Aanrader voor verzamelwoedenaars en andere.
Alessandro Baricco: ‘Zijde’. Aanrader voor wereldreizigers die hun reis naar het Oosten nu in West-Europa doorbrengen.
George R.R. Martin/Frank Herbert
Game of thrones. Goed voor uren leesplezier. De boeken zijn beter dan de verfilming. Heerlijke sleutelroman over historiek, over macht, over lijden en overleven. Zelf ben ik er laat aan begonnen, wegens het vooroordeel dat het ietwat onder ‘mijn’ niveau zou liggen. Niets van. Dit is pure spannende ontspanning en zeer goed geschreven.
Overigens is ook ‘Duin’, een voorloper in hetzelfde genre, een heerlijke aanrader.
Favoriet: ‘Duin’, Frank Herbert.
John Le Carre
MI5. Cold war. Berlijn, Hamburg, Londen, Moskou, Panama,…. Je leert iets over wat omgaat in wat de media bestempelen als ‘intelligence service’. Met inzicht, met Engelse humor en met gevoel voor de mens achter ‘the service’. Deze auteur is totaal niet Fleming. De spanning komt via wat menselijk gebeurt in een te grote wereld waar mensen zoeken naar waarheid en waarheid vooral een strategisch spel wordt. Naar mijn mening meer dan spannend genoeg.
Maar wie het niet heeft voor ‘spionage’-affaires; Le Carre schreef in zijn beginperiode ook gewone misdaadromans, in de sixties.
Favorieten: “Voetsporen in de sneeuw’, ‘Telefoon voor de dode’.
En verder….
Daniël Hecht, ‘Geestdrift’. Aanrader voor getourmenteerde thuiszitters.
Minette Walters, 'De IJskelder' en ‘De beeldhouwster’. Aanrader voor wie een moord wil plegen.
Sarah Waters, ‘Vingervlug’ en ‘Fluwelen Begeerte’. Aanrader voor wie geen moord wil plegen maar met plezier leest over harde tijden.
Laten we het luchtig houden en het hermetische even vergeten. Plezier en herkenbaarheid mogen ook in de korte taal die poëzie nu eenmaal is. Mijn favorieten in gesloten omgeving:
Judith Herzberg, '111 hopla’s'. Niet alle 111 zijn om te lachen. Het lukt je wel bij een 80-tal.
K. Schippers, 'Een leeuwerik boven een weiland'. Twee benen zijn niet voldoende om op te staan. Er is nog een twist van fantasie nodig. Dat is Schippers. Heerlijk, eenvoudig mooi.
Indien er sprake is van rouw lees ik hier wat meest aansluit bij de kern van een afscheid:
Leonard Nolens, 'Manieren van leven'. Dichter.
Julian Barnes, 'Hoogteverschillen'. Romancier.
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie maart ‘19
Pachinko, Min Jin Lee, Meulenhoff Boekerij bv, Amsterdam, 2018*****
Familiegeschiedenissen zijn mijn ding niet. Generaties herhalen zich, overtreffen zich en zetten zich eindeloos verder in bijna… niets. Een vleugje romantiek, een historisch decor dat uiteraard varieert naargelang de generatie die aan het woord komt: dat is wat je kort door de bocht kan verwachten van een familie-epos. Epos als episodes die tot geeuwen leiden. Wat een verademing was dit boek. De geschiedenis speelt zich af tussen Korea en Japan en hoe Koreanen in Japan als tweederangsburgers werden beschouwd. Geld en het gokken, geliefd in die regio, is een rode draad in het verhaal. Fijnbesnaard maar ruw geschetst, een blikopener over het ons onbekende inter-Azië. Geen happy end maar wel doorspekt met goed uitgetekende figuren die bijwijlen zwak en bijwijlen krachtig zijn. Universeel herkenbaar. Correct geschreven.
Blackwell, Kevin ‘Valgaeren, Lannoo, 2018****
Aangekondigd als een gothic novel. Nu ja, wat betekent een titel, een woord, een categorie? Feit is dat het boek goed is opgebouwd en je vasthoudt van begin tot einde. In 1891 vergaat een schip in Whitby. Niemand overleeft de ramp. Blackwell, een beetje Holmsachtige figuur (onderzoeker en opiumverslaafde) gaat op onderzoek uit samen met zijn kompaan (Dr. Watson?). De twee ontdekken dat er één iemand aan boord was die al 200 jaar had moeten dood zijn. Gekoppeld aan een aantal moorden in Whitby vormt dit de basis van een spannend ontspannend boek. Tekstfragmenten van getuigen met het onderzoeksteam wisselen elkaar af. Ze volgen elkaar steeds nauwer op tot het einde zich sluit.
Noorderzon, Patrick de Witt, Nijgh & Van Ditmar, 2018****
Van dezelfde auteur las ik een paar jaar terug ‘De gebroeders Sister’, een voor mij erg vermakelijk absurd gegeven als een literaire spaghettiwestern. Nu spint het boek zich rond een excentrieke moeder met haar afhankelijke zoon en hun kat. Spilfiguren als parodie op ‘cult zonder cent’. Hebben ze geld of niet? Behoren ze tot de upper class of niet? Zetten ze iedereen op het verkeerde been? Op alles kan met ja en nee geantwoord worden. Je hebt de feiten en er is de beschrijving van een feit die opeens vanuit een andere invalshoek gebeurt. Dat maakt het bijna tot een film en totaal ongeloofwaardig tenzij je het als een training in flexibiliteit beschouwt: gewoonweg meegaan met het absurde van het bestaan en in de kleine verhalen de grote trekken van ieder mensenleven herkennen. Hilarisch en leuk. Maar niet iedereen houdt van de Witt: controversieel voor lezers. Daarom des te boeiender.
Heterdaad, Johan Harstad, Uitgeverij Podium, 2018****
Het begint al goed: een detective die ‘Heterdaad’ noemt. Je wordt meegenomen in teksten zoals korte filmfragmenten. Korte zinnen, acties, reflecties op acties gevolgd door een abrupt einde of nog een rare reflectie. Zo krijg je detective Heterdaad ten tonele in een 15-tal fragmenten (microromans) telkens onderverdeeld in zeer korte hoofdstukken. Maar het boek zit nog vreemder in elkaar: de eindnoten – opgemaakt in een typische eindnotenstijl en dus kleiner van font - zijn eigenlijk langer dan het boek en bevatten heel veel reflecties van de schrijver die schrijft over de schrijver die over Heterdaad schreef. Als je dit leest, dan is Kierkegaard niet veraf: de schrijver of filosoof die schrijft over wat een ander schreef over een ander. Spiegelteksten. Het existentialisme is verrassend nabij en ook verrassend lichtvoetig. Zeer leuk, alleen zeer vervelend om telkens flappen te moeten omslaan bij het lezen, wat me deed twijfelen tussen drie of vier sterren. Gelukkig is het boek van een inslagcover voorzien, dat helpt enorm.
1793, Niklas Natt och Dag, Prometheus, 2018*****
Een tuchtwachter in Stockholm (1793) wordt opgeroepen en vindt een lijk zonder armen of benen. Duidelijk wel menselijk. Dan ontstaat een verhaal van een aan onderzoeksrechter lijdend aan tbc, een dwarse tuchtwachter en een historische Europese achtergrond volop in beweging: de Franse revolutie, de val van de adel, de corruptie in hoge kringen, de armoede op straat.
Het boek is fantastisch goed opgebouwd. Mocht het een film zijn, komt automatisch de waarschuwing “niet voor gevoelige kijkers”. Maar een boek creëert meer afstand dan filmische inkijk. De intrige en de vragen zijn belangrijker dan de afgrijselijke beschrijvingen van hoe lijken er uitzien en waarom mensen waanzinnig met andere mensen omspringen. Het blijft leesbaar maar vooral ook door de opbouw verrassend intrigerend. Voor mij een kanjer in zijn genre. Mocht een boek een geur afgeven, dan waan je je in de riolen van de samenleving. Toen. En nu?
Het koninkrijk van de angst, Martha C. Nussbaum, Uitgeverij Atlas Contact, 2018****
Is Nussbaum een filosoof? Nee. Is Nussbaum een politicoloog? Nee. Is Nussbaum een jurist? Nee. Is Nussbaum een psycholoog? Nee. Maar kan Nussbaum een genuanceerde verbinding maken tussen filosofie, politiek en emoties? Ja. Zeker en vast. Daarom behoort ze tot mijn favorieten in het denken over mens en samenleving. Genuanceerd en Amerikaans. Het klinkt als een contradictio in terminis. Maar door een goede structuur, een opbouw vanaf de basis zowel wat betreft klassieke denkers als psychologische inzichten en daarop maatschappelijk verder bouwend met hedendaagse tendensen, doorspekt met heel veel voorbeelden, levert Nussbaum altijd weer een sterk boek af. Het lezen ‘woord-waard’ in een verwarrend en angstig Trump-tijdperk. Fascinerend is hoe zij ‘angst’ eerst psychologisch benadert, vanuit de vroege kindertijd, om dan hiermee een geloofwaardig verhaal op te zetten naar maatschappelijke trucs om emotioneel angst uit te spelen. Angst als trigger. Het werkt duidelijk. Dit Nussbaum-boek staat voor mij samen met ‘Oplevingen van het denken’ (2004) op een gedeelde eerste plaats.
The lies that bind, Kwame Anthony Appiah, Profile Books, 2018*****
Leugenachtig aan politiek doen, bindt mensen. Leugenachtig optreden, bindt kapitaal. Leugenachtig mensen klasseren, bindt het verlies aan identiteit. Leugens binden mensen omdat leugens soms gemakkelijker zijn dan waarheid. En dat gaat over heel veel zaken zoals land, kleur, klasse, cultuur. We ontwerpen categorieën om mensen in onder te delen. Maar die categorieën kloppen zelden: mensen zijn niet te vangen in kastjes en wie dat doet en wil veralgemenen, vertelt leugens. Wie is wie, vraagt de auteur zich af. Zelf begint hij zijn boek met het verhaal van een taxirit in Brazilië: daar dacht de chauffeur dat hij Braziliaan was en sprak hem aan in het Portugees. In Kaapstad was hij een zwarte, in Rome dacht men dat hij van Ethiopië kwam. Hij is geboren in Londen, antwoordt hij als mensen hem vragen vanwaar hij komt. Maar dat willen ze niet weten. Vanwaar komt hij nu ‘eigenlijk’? Vanwaar en wat is hij? Wie is hij? Dat is het uitgangspunt van dit boek. Zeer confronterend. Omdat wie als blanke Vlaming geboren is in Vlaanderen, met ouders en grootouders uit Vlaanderen, niet snapt wat het is om in geen enkele categorie te passen. De vraag is of dit categorisch denken dan wel past. Dit boek werd nog niet vertaald, jammer genoeg.
Het tijdperk van de tovenaars, Wolfram Eilenberger, De Bezige Bij, 2018****
Duitsland tussen twee wereldoorlogen in. Een tijd van transformatie, van verwerking, maar ook van bitterheid omwille van het niet kunnen verwerken. Een transitietijd die het denkende Duitsland nu nog altijd op de kaart zet. De auteur voert parallel vier filosofen op: Heidegger, Wittgenstein, Cassirer en Benjamin.
Vier denkers die een antwoord zochten op de plaats van de mens in een wereld die niet stilstond.
Het leuke aan dit boek is dat het niet alleen over ‘pure’ filosofie gaat, maar ook de denker schetst in zijn wereld, in zijn leven. Het vallen en opstaan, de mislukkingen in de carrière, de conflicten, de kleine overwinningen en soms… de roem vrij laat achteraf. In die zin ook een aanrader voor de meer historisch geboeide lezer. Een mooi denk-beeldige roman over Duitsland tussen 1919 en 1929, telkens in hoofdstukken die een aantal jaren bundelen, in kroniek gebracht. Jammer dat de inhoudstafel die chronologische structuur niet helemaal duidelijk maakt.