Gelezen V

Annick Vansevenant 

voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M

Editie november ‘17

Fictie

 

Een erfenis van spionnen, John le Carré, LS Amsterdam, 2017*****

Voor mij is deze auteur wat vinologen beschrijven als VSOP, very special old pale. Buitengewoon en navigerend tussen oud en nieuw. Spionage is sinds jaren het item voor le Carré maar wie houdt van 007 raden we andere lectuur aan. Ieder boek van JlC laat zich lezen als een diepgang aan karakterschetsen, het eeuwige nadenken over leugen en waarheid, trouw en ontrouw. Dit laatste boek van de meester is niet anders. Soms doet het me denken aan Iris Murdoch: hoe je in een zeer beperkte kring het universum van menselijke handel en wandel binnenkrijgt en dat bladzijden lang zonder dat de lezer verveeld geraakt. 

In dit boek wordt de hoofdfiguur geconfronteerd met een ver verleden opgerakeld. Een beetje absurd parallel aan wat in ons land het onderzoek rond de Bende van N overkwam. Onderzoek naar het onderzoek en de kleine kantjes lezen en de randen van het onwaarschijnlijke reële aftasten. Actueler kan het verleden niet zijn.

Ik ben fan van John le Carré. Omdat in zijn omschrijven en beschrijven de wandelgangen van de macht met precisie en nuance verwoord worden, de nauwe grens tussen loyaliteit en eigenbelang bijna onzichtbaar wordt overschreden en altijd opnieuw wordt beschreven. 

Iedere zin telt. En worden boeken niet per zin gemaakt?

Mijn andere favoriete boeken van le Carré zijn: De kleermaker van Panama, uiteraard de Smiley-reeks en buitenbeentje… ‘Telefoon voor de dode’, een van zijn eerste boeken en eerder een whodunit in Anglofiele stijl. 

 

Dichtbij het einde, terug naar het begin, Memoires van een psychiater, Irvin D. Yalom, Balans, 2017****

Van Yalom las ik ‘Nietzches tranen’, ‘De Schopenhauerkuur’, ‘Het raadsel Spinoza’ en ‘De therapeut’. Ik begon met hoe een psychiater tegen Friedrich Nietzsche aankijkt. Indrukwekkend subtiel. Een andere en aparte manier van benaderen; correct wat betreft de filosofische contouren maar vertaald in een manier van leven via een plot van therapeutische gesprekken. Verfrissende kijk op stoffige dingen, dacht ik toen.

Irvin D. Yalom brengt nu zijn memoires uit. Zeer toegankelijk. Absoluut niet ‘te’ filosofisch. Je kan het werk zeker lezen zonder voorafgaande kennis. Het boek staat op zich. De fragiele jonge Jood, beschaamd voor zijn ouderlijke woonst, zijn vader en moeder als buurtkruidenier, de onveiligheid en agressie tussen etnische groepen,… alles verandert en alles blijft zo herkenbaar.

Het zet mij wel aan om een aantal werken te herlezen op basis van deze memoires. Dubbele bodems zijn altijd de moeite. Tip: begin met ‘Nietzsches tranen’ na deze memoires. 

 

Wil, Jeroen Olyslaegers, De Bezige Bij, 2017 *

 De auteur kreeg prijzen zat. Met enige aarzeling begon ik aan dit boek. Toch niet weer van dat? Jawel, weer van dat. Het onverteerde verleden van collaboratie in een taaltje dat het provinciaals niveau niet overstijgt, maakt furore. Vlamingen blijven steken in het moeras van hun oorlogen en dialecten zijn daar niet vreemd aan. 

Ik worstelde me door de eerste tientallen bladzijden en miste een blik op de wereld, een uitzicht op meer. A room with a view ontbrak compleet. Naderhand werd de plot genuanceerder en rijker. Ik las het boek door. Het einde met een kleindochter à la Salander die zelfmoord pleegt omwille van de  dubieuze houding van de grootvader werkt bijna hilarisch. De grote kleine wereld uitvergroot. Wat mij opvalt en blijft opvallen bij auteurs in ons taalgebied is de telelens-kijk op de dingen, populair verwoord en zonder subtiliteit dikwijls seksueel getint. Zo moet het blijkbaar kunnen in Vlaanderen. 

Nee, ik ben geen fan van dit boek. Maar wat ik ook onthou: we zijn ons verleden niet voorbij. 

 

 

Non-fictie

 

Tijdwachters, Simon Garfield, Podium Luster, 2017****

Tijd is een hype geworden, zowel in de literaire als (semi)wetenschappelijke fondsen. Als fysicus blijven tijd en ruimte me boeien. Als een backcover dan iets beloofd over een combinatie van tijd met treinen, Beethoven en spreektijd… dan word ik nieuwsgierig gezien mijn voorkeur voor Beethoven en niet voor de Klara Top 100 bezet door Bach.

Niet alle verwachtingen worden ingelost; het boek is een voorbeeld van ‘popular science’ en dus minder diepgravend dan een ander boek over tijd besproken in de vorige blog (‘Waarom de tijd vliegt’). 

Maar het leest vlot weg, staat bol van leuke weetjes en geeft je toch wat meer inzicht wat tijd met een maatschappij doet en vice versa. Dat het treinverkeer bijvoorbeeld aan de basis lag van op elkaar afgestemde tijdszones. Hoe tijd door dirigenten altijd anders geïnterpreteerd wordt dan wat componisten bedoelden. Hoe tijd in film niet alleen bepalend is maar ook een leuk onderwerp wordt zoals te zien in het befaamde beeld van acteur Lloyd hangend aan de wijzers van de Big Ben. De auteur kijkt breed en verbindt. 

Dit is een goed boek. Omdat het diverse niches in leven en samenleven, in kunst en business, samenbrengt rond het item ‘tijd’. En dat ‘tijd’ nu worldwide is maar een dikke honderd jaar terug alleen maar lokaal bestond, bijna zonder uurwerk. Van nostalgie tot detox van time; tijd verliezen doe je zeker met dit boek te lezen. Maar hoeveel heb je over voor de glimlach terwijl je leest?

 

Van bacterie naar Bach en terug, Daniel C. Dennett, Atlas contact, 2017*****

De titel is ietwat misleidend; het doet denken aan het legendarische boek ‘Gödel, Escher, Bach. Een eeuwige gouden band.’ van D. Hofstadter.

Waar het boek van Hofstadter aan een vorm van ‘vrolijke’ verkennende wetenschap deed, is het boek van Dennett behoorlijk zware stuff. Maar moeilijk is geen synoniem van saai. Het boek leest goed en blijft verbazen; duidelijk, wetenschappelijk onderbouwd, met heel veel nuances en voorbeelden. Dit boek lees je twee keer en je leest het gegarandeerd twee keer anders.

Wat mij bijbleef: de vraagwoorden. Het vraagwoord ‘waarom’ wordt ontleed tot ‘hoe’ en tot ‘waarvoor dient het’? Het nuttigheidsdenken geënt op een Darwinistisch existentialisme.  Een boek dat alle Puidgemonts, Trumps, Roya’s en Poetin’s moeten lezen en jammer genoeg nooit zullen lezen. Ze hebben er geen tijd voor en ze willen het ook niet weten. De confrontatie tussen mens en bacterie is eventjes terugkeren, back to basics.

Want van bacteriën kregen we alles mee. Een boek voor mensen met voeten op de grond die zich blijven verbazen over wat evolutie kan doen. Ontroerend nuchter.

 

Kinderboeken

 

Pierre de doolhofdetective, Het Geheim van de Grote Doolhoftoren, Thoth, 2017*****

 

Een specialist van kinderboeken ben ik niet. Maar een beetje detectivewerk is altijd aan mij besteed. Waar is Wally? Voor mij een leuke eerste ontdekking, jaren geleden. Een zoektocht onder de kerstboomgeschenken. 

Maar intussen is er beter op de markt. Pierre de doolhofdetective zoekt en vindt de oplossing voor zijn werk dankzij de jonge speurneuzen. En speuren is de boodschap! Heerlijk mooie tekeningen met heel veel franje en aparte verhalen, een oogstrelende verkenning. Per tekening moeten kinderen zoeken naar diverse elementen en  de oplossingen zijn - eerlijk toegegeven –  niet voor de hand liggend. Je moet echt wel zoeken. Maar intussen doorloop je de tekening, kan je bij deze of andere een verhaal neerpoten en zijn kinderen uren bezig. En eenmaal alles opgelost, kan jouw (klein)kind een wedstrijd organiseren met maatjes. Wie is beter dan Pierre? Uiteraard is jouw oogappel de beste… een win-winsituatie op alle fronten.

Een fantastisch mooi alternatief voor game-freaks. Ouders en grootouders moeten ook zoeken en kunnen allerhande fantasieën de vrije loop laten. Het boek telt zo’n 15 supergrote tekeningen op tegenoverliggende bladzijden. Per bladzijde ben je goed voor zo’n 20 minuten zoek- en kijkwerk. 

Didactisch absoluut verantwoord: zoeken, puzzelen, details opnemen en intussen spannend werken naar een oplossing. Tja, ik werd wat jonger toen ik dat onder ogen zag. Een heerlijk geschenk voor kinderen vanaf 8 jaar!

 

 

 

 

Fictie

 

Machten der duisternis, Anthony Burgess, Uitgeverij Van Oorschot, 2017 ***

Er was twijfel. De film ‘Clockwork Orange’ veroorzaakte tumult & cult in de jaren ’70, een mijlpaal van gimmick & violence gebaseerd op het gelijknamige boek van Burgess. Dat boek heb ik nooit gelezen. De associatie die bij mij bleef hangen over Burgess was  een vorm van ‘evil writing’ met te weinig ‘contence’, iets van schoppen tegen het vastgeroeste morele denken van de burgerij. Tot daar Burgess.

Maar goed, tijden kunnen veranderen. 

Om eerlijk te zijn: ‘Machten der duisternis’ viel me op door de omslagcover waarop een schilderij van Francis Bacon te zien is. Wie verdient zo’n cover? Dat was het startpunt van veel uren lezen.

Het vraagt tijd want het gaat om een turf van zo’n 750 bladzijden gezet in een kleine font. Details komen per zin en diagonaal lezen is in dit geval alles verliezen en dus not done. Hier doorheen geraken, vraagt tijd en aandacht. De eerste honderd bladzijden waren voor mij een worsteling; te typisch, te druk, te veel willen tonen zonder veel te zeggen. Maar het boek won aan kracht. Hoe Kenneth Toomey, 80-plusser en homo, opdracht krijgt om steun te verlenen aan de heiligverklaring van een voormalige paus, hoe intriges van macht spelen, hoe verdeeld de homoscene reageert om haar rechten te verdedigen, hoe mensen lijden onder liefde, hoe eenzaam de hoogbejaarde mens kan zijn. Een soms tragisch, zeker hilarisch en ook sociaal bewogen boek.

Een meesterwerk. Enorm erudiet zonder aan menselijkheid te verliezen. Doorlezen blijkt achteraf te resulteren in een inspanning zoals langeafstandslopen. Lastig, maar de endorfines na de laatste pagina geven een zalig gevoel. De reden waarom ik slechts 3 sterren geef, heeft te maken met de tijd nodig om het boek goed te lezen. Het leesdebiet is traag. Tijd die een paar andere boeken kost. Als tijd geen rol speelt, mag je de waardering gerust in 5 sterren omzetten.

 

 

Iets ter grootte van het universum, Jon Kalman Stefansson, Ambo/Anthos, 2016****

IJsland, sowieso een vreemde naam voor een vulkanisch eiland. Maar de wind kan er ijzig waaien en het binnenland is nauwelijks toegankelijk. De bewoners zijn schaars: bij het binnenrijden van een dorp ver weg van de ringweg staat geen wegwijzer maar wel een plan waarop de huizen staan en ook de namen van de bewoners. Straatnamen zijn grotendeels overbodig. 

Dat is de setting van deze roman die diverse decennia en diverse families als een caleidoscoop in elkaar past. De stamboom als bijlage in het boek is geen overbodige luxe en zelfs nog niet genoeg: de namen zijn zo vreemd dat je vaak niet weet of het over een man of vrouw gaat. En naast de protagonisten komen zoveel personages aan bod dat je als lezer de indruk krijgt dat half IJsland ten tonele wordt gevoerd.

De aparte geografische setting en de geïsoleerde entourage zijn fundamenteel in het boek. Een kaart van het land bij de hand houden, maakt het tot een exploratie en zou een goede tip kunnen zijn voor de uitgever bij een volgende druk.

Het boek is mooi geschreven. Ruw en warm, apart en sociaal,  zowel historisch als economisch, met magistrale indrukken van zowel zee als land. Vertellers variëren en doet teruggrijpen naar de stamboom: wie is aan het woord in dit hoofdstuk? Het antwoord vinden is een moeilijke opgave maar wel verrassend en een stijlvorm die herhalingen vermijdt al worden dezelfde gebeurtenissen ettelijke keren beschreven. Een vorm van storytelling door de een en de ander, met andere toevoegingen, zoals vaak het geval is ’s winters op plaatsen waar weinig mensen wonen en isolatie verbaal doorbroken wordt. 

Geen aaibaar boek en toch benemend, vulkanisch ijskoud. IJsland is niet idyllisch. Het is er hard leven. Voor mij was het lezen tot het einde met een traan in de ogen, achteraf. Geen levertraan.

 

Bulles Bleues, Maurice Maeterlinck, Lannoo, 2011****

Nu de zomer voorbij is, wordt het tijd om het geluk en de herinneringen aan deze tijd te vatten met de breekbaarheid in schoonheid van een zeepbel. De uitgelezen kans hiervoor is het boek ‘Bulles Bleues’ door Lannoo zeer mooi uitgegeven en geschreven door Nobelprijswinnaar Maeterlinck. De ondertitel ‘herinneringen van geluk’, vat het goed samen. Een vlot leesbaar en aparte benadering van wat een leven pakweg een eeuw geleden was, los van sociale en politieke of economische besognes. De verkenning van een onschuldige wereld (al was die niet zo onschuldig!). 

Wat voor mij frappant was: de herinnering ook aan de eigen kindertijd, de oog voor het detail, de bijna kinderlijke maar toch doordachte stijl van schrijven. Een kinderboek voor mensen van een beetje leeftijd. Zo goed, zo herkenbaar, zo eenvoudig en door de eenvoud toch ontroerend universeel.

Deze uitgave bleef onder de radar en verdient eigenlijk beter. Een koesterboek voor mensen die weten hoe het was. Mooi. Echt mooi.

 

Het grotere wonder, Thomas Glavinic, Signatuur, 2015****

Dit boek kwam ik op het spoor via het literair programma van ‘Crossing Border’ 2016. Af en toe kom je zo ‘andere’ auteurs op het spoor. Glavinic was er een van. Gospodinov was in dat kader ook een trouvaille. (‘Wetten van de melancholie, een ****-sterrenboek).

Je bent nieuwsgierig, wereldburger, eenzaam toch en zoekt het ver. Dan ga je de Mount Everest op. Toegegeven: deze plot lijkt ferm op een soap of een weekendfilm van de jaren ’80. Maar het boek bewijst dat ‘zoeken’ en ‘proberen’ en ‘tot het uiterste gaan’ ook literair een hoogtepunt kan worden ongeacht welke Mount wordt beklommen. Waarom en hoe drijven mensen elkaar tot het uiterste? Wat is de dwang van de liefde? Wat is de vrijheid van doen? Is geluk louter het elkaar terugvinden na catastrofes? 

Dit boek houdt je in de ban. De ban van wat eigenlijk niet kan. Vlot te lezen en toch ook weer dat tikkeltje exotisch, dat net iets andere van een auteur die wel in Graz (Oostenrijk) leeft maar Slavische roots heeft. 

Het monster van Essex, Sarah Perry,Prometheus, 2017*****

Niets monstrueus aan dit boek. Zorgvuldig en precies geschreven, op en top Engels, maar met een exotisme aan personages en toestanden. Het monster is zowat alles in dit boek: een rode draad, een mysterie, een allegorie om nieuwe wetenschappelijke inzichten te confronteren met bijgeloof, een vermoeden om mensen tot actie of reactie te forceren, een motief om een samenleving te laten kantelen, een beweegreden om morele grenzen te overschrijden tot zelfmoord toe. Een huzarenstukje om zowat alle sociale en relationele thema’s aan bod te brengen (masochisme, autisme, homoseksualiteit, ontrouw, bijgeloof, verstedelijking en proletariaat,…) zonder dat het verhaal belerend of moraliserend wordt. Want de plot is niet ondergeschikt: is er nu een monster of niet? Je blijft als lezer uiteraard denken van niet. Maar in dit boek zijn zeker monsters aanwezig. A la Loch Ness maar ook op dat vasteland ergens aan de Backwaters.

Een filmisch boek om gewoonweg van te genieten. Een sterk begin dat een goede spanningsboog blijft houden (al kent de verhaallijn een dipje rond 75% van de bulk) en de gretige lezer gretig meeneemt. Anders dan verwacht; het einde is not happy maar ook niet unhappy.

Zonder capsones weet Perry een verhaal neer te zetten dat stukken beter is dan bestsellers als ‘The game of Thrones’ of ‘De ban van de ring’. Een Victoriaanse fin de siècle, eindelijk… na al die jaren…

 

 

Annick Vansevenant is geboren in 1959 te Oostende, an sich veelzeggend. Ze is fysicus van opleiding met specialisatie theoretische fysica en chaostheorie. Zestien jaar lang educatief medewerker vrouwenorganisatie. Vier jaar lang hoofdredacteur en sinds veertien jaar communicatiewerker en copywriter. Kortom: Woordwerker. Haar interesses: literatuur à la omnivoor, wandelen, filosofie, Russisch, vogels, en rare dingen zoals kunst kan zijn.

Liza Noteris - Hij noemt zichzelf geen schrijver pur sang, plaatst de romantische schrijverscultus met de voeten op de grond en balt een vuist tegen de verloedering van onze taal. Nederlands schrijver Ronald Giphart, bouwjaar 1965, schrijft al 25 jaar tegen het sérieux in: “Als het om humor gaat, doseren schrijvers te veel.”

Pagina 8 van 9