De strijd om de macht, Johny Vansevenant, Lannoo, 2024*****
Hou je vast bij dit boek en lees het best aan tafel. Het gaat om een turf van zowat 800 bladzijden, 1.7 kg zwaar. Starten lijkt een enorme opdracht. Maar schijn bedriegt. De stijl is vlot, snel leesbaar en blijft boeiend voor wie... geboeid is wat betreft het reilen en zeilen van de Belgische politiek.
De neerslag van Vansevenant bestrijkt een behoorlijke periode. Startend bij de laatste regering van Wilfried Martens (1987) tot op de rand van de verkiezingen juni 2024.
Zo zie je figuren als Martens, Dehaene, Verhofstadt, Leterme, Van Rompuy, Di Rupo, Michel, Wilmès en Decroo passeren als premier van de federale staat België.
Vlaams begint de geschiedenis dan bij Luc Vandenbrande. Al moet gezegd dat het accent blijft liggen op het federale niveau.
In het boek ontmoet je cruciale topics, kantelmomenten in ons bestel: de abortuskwestie, de affaire Dutroux, de St-Michielsakkoorden, de dioxinecrisis, de coronapandemie...
Daaronder en daartussen geeft Vansevenant inzicht in wat gaande is, wat onderliggend moeilijk lag of kon werken, wat en wie uiteindelijk het haalde.De strijd om de macht. Een strijd die zich niet altijd afspeelt op het publieke terrein maar vooral binnenskamers, binnen partijen, tussen mensen in eenzelfde partij, wordt beslecht.
Een fantastisch realistisch document over zo’n 40 jaar politiek in ons land. Hoe een radiojournalist er moet zijn om de toon te vatten. Onzichtbaar en altijd aanwezig. Ook dat lees je. In een turf als deze staan geen foto’s. Uiteraard niet. Het is het ultieme verhaal van een radiojournalist. Stem en stemmen capteren. Geen beeld. Louter horen en vatten en samenvatten. Ook hierover lees je. Hoe journalisten uren kloppen zonder resultaat en er toch moeten zijn als de kans zich voordoet. Als luisteraar ben je je hiervan niet altijd bewust. De eerlijkheid en de draagkracht van onafhankelijke media is een rijkdom die ons land niet mag verliezen. In het volgende Trump-tijdperk een absolute must en iets wat we met z’n allen moeten bewaken. Ook wereldwijd.
Dit is een prachtig naslagwerk. Uit het hart (of oor?) geschreven. Het is als een reminiscentie van onze staat van de staat. België. Het bestaat. Meer dan we denken.
Voor alle duidelijkheid: Johny deelt mijn familienaam en de provincie van afkomst maar is niet verwant.
Tot het glinstert, Kathy Mathys, Ambo/Anthos, 2024***
Een mooi geschreven boek. De auteur kan schrijven. Dat staat buiten kijf. Maar kan Mathys ook een verhaal brengen zonder een teveel aan extra’s?
De ogenschijnlijke eenvoudige plot vraagt leesconcentratie. Er wordt complex gespeeld met plaatsen, feiten, chronologie. De stijl van het boek is modern, strak, puntgaaf en de dialogen zijn goed geplaatst. In principe kan je dit boek in een paar uur doornemen. Maar dat is buiten de auteur gerekend. Zij maakt het niet gemakkelijk en dus is het worstelen.
Er wordt geschommeld tussen 1996 en 2018. 1996 is de start van een masterclass schrijven geleid door de hoofdfiguur Anna. Ze geeft klas aan vier studenten en er ontstaat een intense band. Uiteraard gaat een klas uiteen, ieder zoekt een richting. Maar er blijven knooppunten. Een van de studenten, Bruce, maakt een mooi debuut maar sterft te jong en in een mist van niet weten.
2018 is het jaar van de ontknoping. Hoe stierf Bruce nu eigenlijk? Wat was de verantwoordelijkheid van de masterclass en hoe kan zijn dochter die in dat jaar (2018) zoekt naar de ware toedracht een antwoord vinden?
Er wordt geschommeld met plaats en tijd. Er wordt intens gependeld tussen Oostende, Brussel, St.-Ives en soms nog een zijstapje Los Angeles en Noord-Frankrijk. Dat ook in diverse jaren. Soms ook gekoppeld aan inzichten. De jaartallen als titels van hoofdstukken zijn van levensbelang.
Neem daarbij nog de parallellen tussen Anna en Bruce, zoals de vroege dood van Anna’s moeder en de al even intens beleefde dood van Bruce’s vader, de kans op depressies en trauma’s en het trage ontrafelen van de dood van Bruce… en je begrijpt waarom dit boek niet leest als een trein.
De plot wordt te complex beschreven voor wat die waard is.
De taalbeheersing maakt veel goed. Net zoals Mathys in haar 'schrijfcursus' ook mooi beschrijft hoe je een verhaal kan of moet maken. Kun je alles verzinnen? Wat is een realiteitsgehalte en hoe ga je daar als beginnend schrijver mee om? Zeer interessante passages die een opening geven van wat Mathys als schrijfdocent zeker doceert. Taal herschept herinnering, zegt lerares Anna.
Maar als het moeilijk wordt om de verhaallijn als lezersherinnering op te roepen, schort er iets.
De titel is goed gevonden. Anna’s moeder was een kunstenares die zeewier als basismateriaal gebruikte. Wanneer is een werk af, vroeg Anna haar ooit. Tot het glinstert, antwoordde haar moeder.
Dat is effectief het moeilijkste aan alle artistiek werk. Hoever ga je met schaven, composities maken, plotten verzinnen, dialogen aanmaken? Wanneer is het net goed en net een stap te ver?
Exact mijn punt over dit boek.
Vrij spel, Richard Powers, Atlas Contact, 2024*****
Een aanrader! Een schitterend boek zowel wat betreft verhaallijnen, stijl, diepgang gekoppeld aan een brede visie op mens, natuur, cultuur en virtuele realiteit.
Het boek laat zich lezen als een film die een aantal decennia bestrijkt. In een vijftal decennia zie je de wereld compleet veranderen. Niet alleen de wereld, ook de mensen die denken iets te realiseren in deze wereld of deze wereld al of niet willen ondergaan.
Onder gaan. Een ander element van dit boek.
Want water en de liefhebberij van wat onderwater leeft en het duiken, krijgen een aanzienlijke rol. Hoofdfiguren kunnen blijkbaar duiken als geen een. Minutenlang onderwater blijven, is hun habitat. En de vreemde onderwaterwereld is net het absurd natuurlijke, de fiction met realiteitsgehalte, een kennismaking met vreemde wezens die aandacht vragen en soms in staat lijken te zijn om te communiceren met de nieuwsgierige duiker.
Er zijn drie hoofdpersonages. Tod, Rafi en Evelyne. Tod is rijk geboren, intelligent en zal een imperium uitbouwen van AI. Een soort mix dus van Musk en Bezos. Starten met backgammon, daarna schaken en uitbreiden naar het Japanse bordspel go wat hij doet met zijn compaan Rafi, zijn speelse uitdager. Deze is arm van afkomst en filosofisch geïnspireerd. Daarnaast is er Evelyne. Een duikster. Haar verhaal is apart en staat ook lange tijd in het boek als een simultaan gegeven. Gefascineerd is ze door wat onderwater te zien is aan leven. Met vallen en opstaan maakt ze een ongeziene carrière.
Op het eiland Makatea in de Stille Oceaan komen de drie figuren samen. Met tegengestelde belangen. Er is iets op komst en de weinige inwoners van het eiland moeten een beslissing nemen aangaande een enorme investering die het eiland kan maken of kraken.
Een boek met veel zijkanten en veel kennis over veel. Geschreven voor het tweede tijdperk Trump.
Vrij spel. Spel en spelen zit er in. Vrijheid is iets waarmee je niet speelt. Uiteindelijk met mondjesmaat verdient.
Intermezzo, Sally Rooney, Ambo/Anthos, 2024*****
Op zich doet dit boek me denken aan romans van Iris Murdoch. Hoe je in een beperkte omgeving, in een familiale omtrek met een beperkt aantal figuranten, een verhaal compleet maakt. In dit boek zijn er twee broers en drie vrouwen aanwezig.
De titel kan ik plaatsen na het lezen van het boek. Misschien een gok. Maar het intermezzo ontstaat na de dood van de vader van de twee broers. Er is Peter en er is Ivan. Familienaam Koubek.
Ivan is een schaker, draagt een beugel en is wat jaloers op zijn broer Peter. Peter is een advocaat, kan het goed zeggen, ziet er leuk uit en versiert vrouwen.
Of nee. Het ligt ietwat delicater. Peter blijft trouw aan Sylvia. Maar Sylvia is door een ongeluk niet meer wat ze was en kan seksueel niet aan zijn verlangens voldoen. Intellectueel zijn ze een stel. Peter houdt ook van Naomi, een aparte young girl, die niet past in zijn professioneel context maar toch wel belangrijker is voor zijn emotionele leven dan hij denkt.
Intussen ontstaat dankzij een schaaktoernooi een romance tussen Ivan en Margaret. Ivan is jonger dan Margaret die ongeveer zo oud is als zijn broer Peter.
Rooney beschrijft het zoals het leven is. Heerlijk nuchter.
Het verhaal bezit een mooie symmetrie. Twee broers. Drie vrouwen. Drie verhoudingen die zich verhouden van jong naar oud in weeral een symmetrische context.
Ivan en Peter begrijpen elkaar niet.
Hun leefwerelden zijn er een van onbegrip en jaloezie en een totaal niet weten en snappen wat er gaande is bij de een of de ander.
Rooney spit het mooi uit. De enorme psychologische draagkracht van haar halve dialogen laten ruimte voor verbeelding. Dit was voor mij het eerste boek dat ik las van deze auteur. Het zal niet de laatste zijn.
Lied van de profeet, Paul Lynch, Prometheus, 2024****
Prachtig geschreven maar moeilijk verteerbaar. Een duister boek over een Ierland waar een militair regime steeds meer mensen en meningen opzij zet. Tot een rebellenleger in de aanval gaat en evengoed terreur en treurnis opwekt.
Hoofdfiguur is Eilish Stack, moeder van vier kinderen en werkzaam als moleculaire biologe. Haar man Larry is werkzaam in de onderwijsvakbond en wordt opgepakt door de Garda. Dan begint de survival van Eilish.
Soms iets te veel en te lang van hangen tussen kinderen, het verleden, de argwaan, de isolatie en de groei van haar kinderen die haar beetje bij beetje ontsnappen. Daarnaast neemt het hoofdpersonage ook nog de rol van mantelzorger op voor haar vader die aan dementie lijdt.
De taal is superb. Maar de lezer moet van traagheid en intensiteit houden, anders hou je dat niet vol.
Naar het einde toe komt er wat spanning en groeit de nieuwsgierigheid hoe Eilish het al bij al overleeft.
Wat me wel enorm trof, is ondanks de fictie die niet onbestaande mogelijkheid, de kans dat in een democratisch land zoiets kan ontstaan. Iets waar wij als, rijke westerlingen, totaal niet op voorbereid zijn. Neem nog maar eens het idee ‘digitale bereikbaarheid’ weg. Dan is de chaos compleet.
Hoor ik in de verte Trump en Musk? Ping en Poetin?
Geen gemakkelijk boek. Maar literair hoogstaand en eentje dat tot nadenken stemt.
Autocratie bv, Anne Applebaum, Ambo/Anthos, 2024***
Dit boek kreeg de laatste maanden enorm veel persaandacht.
Terecht en onterecht, aldus mijn visie.
Terecht omdat de auteur van veel werelden thuis is. Zowel qua opleiding (historica, John Hopkins University) als qua woonplaats Washington DC, London en Polen). Zonder twijfel lees je hier iemand die ‘beslagen’ is in de topic van geopolitiek. Applebaum is een neoliberaal en gehuwd met de huidige Poolse minister van Buitenlandse Zaken, regering Tusk.
Terecht een vrij positieve quotering omdat Applebaum alles rustig en correct beschrijft. Er is weinig dat je als ondeskundige niet begrijpt als je dit boek leest. Het laat zich lezen en je wordt wereldwijd meegenomen. Wie meer wil weten, vindt in de relatief uitgebreide noten veel referenties om verder opzoekwerk mogelijk te maken. Het boek in Nederlandse vertaling bevat 180 bladzijden met een annex van 16 bladzijden verwijzing. Dit boek staat niet op zichzelf maar is dus eerder als een synthese te lezen.
Terecht omdat Applebaum een soort ondergrond van kennis naar bovenhaalt. Dat belangrijke politieke leiders, meestal miljardairs, connecties zoeken met andere ‘soortgenoten’, los van continent, landsgrenzen, internationale afspraken en los zelfs van ideologie die het zogenaamde uithangbord is voor pers en publiek dichtbij. Daarom alleen al is dit boek verhelderend. Het gaat niet om dictators zoals ‘Hitler’. Uiteindelijk één naam en één gelaat die Europa een blijvende smet geeft. Het gaat volgens de auteur om verwevenheid die verbindingen zoekt via geldkanalen, machtsposities, informatiesystemen, manipulatie van sociale media en internationale transacties die ver boven de traagheid van de ‘ouderwetse’ democratieën staan en instellingen die vandaaruit ontwikkeld werden. Met als in dit boek het schrijnend voorbeeld van de Verenigde Naties.
Wat is er dan onterecht?
Dat heel veel staatsleiders over de hekel worden gehaald, behalve Netanyahu. Applebaum is Joods. Vermeld dit nergens in haar boek en ook niet in de backcover wordt dit aangehaald. Toch geen onbelangrijk gegeven omdat ze net een aantal landen in het Midden-Oosten aanhaalt maar Israël netjes terzijde laat. Alsof Israël, als extreem zwaar bewapende staat, geen deals sluit met machtige economen en staten en wars is van internationale financiële geldstromen.
In een artikel van De Morgen, 29 september 2024, zegt ze dat de premier van Israël wel het democratisch niveau verlaagt en dat ze ‘het meeste’ schreef voor de aanslag van Hamas op 7 oktober 2023. Op de enige bladzijde van dit boek zegt ze over Hamas en Gaza het volgende: “Voordat Hamas Israël aanviel in oktober 2023, leidde het Gaza als zijn eigen leengoed, een autocratische ministaat.” (blz 128). Ze was dus wel degelijk op de hoogte van de aanval tijdens het afwerken van dit boek. Applebaum beschouwt Hamas, Hezbollah, Houthi’s als een soort huurlingenleger vergelijkbaar met de Wagner-toestand van Rusland.
Ik geef haar nog altijd het voordeel van de twijfel wat betreft het ontstaan van de tekst. Maar wat Israël al jaren doet met Palestijnen wordt niet vermeld. Alsof Israël niet het prototype is van een autocratie net zoals Iran, Irak, Syrië, Rusland, China,… enz. Overigens is de cover van het boek duidelijk: de zwarte staten werken autocratisch samen. Rood is nog enigszins te verantwoorden. Israël staat rood, net zoals ons land…
Applebaum meet met twee maten en gewichten. Dat is absoluut onterecht gezien de humane catastrofe die zich afspeelt in en net buiten de Joodse staat.
Eigenlijk is dit boek vijf sterren waard. Maar de eenzijdigheid van dit correcte verhaal, het ontbreken van de kritische achterflap, is voor mij een meer dan behoorlijk minpunt. Of ben ik nu slachtoffer van autocratische influencers?
Wat er ook van zij. Alleszins de moeite waard om te lezen en achteraf over te discussiëren.
Hoe worden we humaan?, Johann Gottfried Herder, Noordboek Filosofie, 2024***
Van deze denker had ik nog nauwelijks gehoord behalve in het begin van ‘Romantiek’, een interessant boek van Rüdiger Safranski over deze historische Duitse periode. De naam deed mij iets vrij christelijks vermoeden, iets in de zin van het Lutheriaanse Dresden. Uiteindelijk bleek hij een leerling van Kant te zijn, tijdgenoot van o.a. Schiller en Goethe en een samenwerking tussen die twee leidde tot de ‘Sturm und Drang’ periode. Hij werd geboren in Kaliningrad als zoon van een koster van de Lutherse kerk. Herder verbleef lange tijd in Riga en reisde vanuit Kopenhagen naar Nantes, Parijs en Straatsburg. Nadien reisde hij veel verder, wereldwijd. Uiteindelijk werd hij de onorthodoxe predikant van de stadskerk in Weimar waar hij overleed. Tot daar een kennismaking met de figuur Herder. Maar wat kunnen zijn gedachten voor ons, nu, betekenen? Dat is altijd de vraag bij figuren die zo’n tweehonderd jaar geleden stierven. Zijn hun gedachten op vandaag nog relevant?
De man had geen gemakkelijk karakter, was een harde werker en verdiepte zich in allerlei culturen, als een soort amateur-antropoloog. Herder is helemaal niet Kantiaans. Hij is milder en geeft het kwaad niet het laatste woord. Humaniteit, is voor Herder, een werkwoord. Je moet er voortdurend aan werken, je moet het beetje bij beetje realiseren. Nu raken we de kern van zijn ideeën.
Herder was religieus geïnspireerd maar van een ‘vrijzinnige en vrijheidslievende soort’. Hij wil iedere periode en iedere cultuur van binnenuit begrijpen. ‘Sich hineinfhülen’. Niet van bovenaf maar van binnenuit proberen te begrijpen wat mensen in hun cultuur drijft. Dat kan tellen als boodschap. Nog één citaat in deze verkiezingstijden: “Hier zien we zijn belangstelling voor en oriëntatie op het gewone leven van het ‘gewone’ volk. Niet de geleerde, stadse en op eigen eer gerichte elite kan de maatstaf zijn: je moet er goed op letten hoe er door de meeste mensen daadwerkelijk wordt geleefd.”
Het boek is opgesplitst in twee delen. Een boeiend stuk over zijn leven en denkwijze. Daarna volgen een aantal vertaalde passages uit zijn belangrijkste werken. Gezien de taal van die passages vond ik dit lastiger om te lezen. Maar de figuur Herder mag niet langer onbekend blijven.
Tussen de rails, Sander Groen, Spectrum , 2023****
25 mooie treinreizen vanuit Europa. Slow travel en ecologisch logisch. Dat is alvast een boeiend startpunt om dit boek even na te pluizen. Ietwat aarzelend begonnen maar toch overwonnen en al denkend aan een tof traject ergens tussen berg en dal. Precies wat een mens nodig heeft om te ontspannen.
De auteur die echt ‘Groen’ heet, legt het goed uiteen. Hij verhaalt zijn reis met diverse stopplaatsen, een knabbeltje of een babbeltje, een bezoek aan een stadscentrum of museum en de ervaring van de treinreis zelf.
Alle landen van Europa komen aan bod. Per land heel veel praktische informatie over de nationale spoorwegmaatschappijen, over welke trein het gaat, de ‘normale’ duur van de rit, hoe en waar je tickets vindt… Ook boeiend is dat Groen per treinrit veel info geeft over overnachting, kostprijs en wat al of niet is inbegrepen.
Een zeer praktisch treinreisboek dus met een knipoog naar het spoorverleden. Tussenin vind je dan ook een uitzwaai die o.a. gaat over leuke boeken over treinreizen, de mooiste stations van Europa, de beste hotels nabij een station,… Eigenlijk een schat aan informatie voor wie even aarzelt om via de weg, via het water of in de lucht een bestemming te vinden. Af en toe zijn er foto’s opgenomen, meestal zwartwit en soms een paar bladzijden tussenin in kleur.
Gezien de speed waarmee het treinsysteem verandert, zal dit boek naar info misschien snel achterhaald zijn, zeker wat prijszetting betreft. Maar de links en wat je ziet vanuit een coupé, zal wel enige traagheid vertonen, net als de boemeltrein waarvan af en toe sprake.
Over de berekening van de ruimte III, Solvej Balle, Uitgeverij Oevers , 2024***
Blijkbaar houden Scandinavische auteurs van een reeks. Van misdaadseries wist ik dat al. Van literaire boeken is het altijd even afwachten of wat je koopt dan ook begrijpelijk is. Ik kocht dus deel 3 van haar reeks waar intussen een vierde werd uitgegeven. Het doet denken aan Nobelprijswinnaar Fosse met zijn septologie. Een reeks literaire novelles in eenzelfde stijl.
Voor mij was het de titel die deed aanslaan. De berekening van de ruimte. Op zich al raar gezien we wel gewoon zijn aan een combinatie van tijd en ruimte, van relativiteit en ruimtevaart à la Musk. Maar een berekening van de ruimte?
Nieuwsgierig dus begonnen aan een vrij vreemde story. Blijkbaar toch beter om in deze eerst nummer 1 en dan nummer 2 te lezen. Maar goed, het leest toch zelfstandig. Al vraagt het even tijd waar de hoofdpersonages zich bevinden. Nee. Verkeerd. Wanneer ze met elkaar spreken en of de rest van de wereld vooruit of achteruit gaat.
Er is november 18. En daar stopt de tijd voor twee hoofdfiguren die elkaar in dit boek treffen. Dan is het zoeken en tasten wat of hoe hun niet-tijd iets aanstoot, aftast of doet vernietigen. Een loop in de tijd. Daarin zitten ze vast. Daar komen ook alle existentiële vragen zonder ‘verzachtende’ omstandigheden door.
Wat als jij in een kolk van tijd zit? Mensen ziet evolueren en jij niet? Wat met jou? Wat kan de wereld jou schelen? Geschiedenis? Wat zijn topics? Rijst eten door larven aangevreten?
Balle schrijft met veel herhaling en vertraagt daardoor de tijd in haar boek als element van leesdebiet. Een gewaagde keuze.
Op een of andere manier doet het me denken aan het boek van Le Tellier (The anomaly, Penguin, 2021). Beschreven in een blog De Zondvloed van mei 2022. In een vliegtuig ontstaat een loop in de tijd en komen passagiers aan in een andere wereld. Dit boek werd matig goed verfilmd.
Feit is dat het gevangen worden door tijd, al of niet in een loop, toch een trigger wordt om een andere, semi-dezelfde, realiteit te beschrijven. Wat als jouw tijd stilstaat terwijl iedereen voorbij raast?
De mierenkaravaan, Mariken Heitman, Atlas contact, 2024***
Heb je groene vingers? Ben je bezeten van aarde, knielen op de grond en schoffelen naast pissebedden? Dan kan dit iets betekenen.
Heitman schrijft over de natuur dichtbij je vingers alsof ze een exotische reis onderneemt. Dat is één deel van het verhaal. Het tweede verhaal gaat over mensen die of het werk, of de oogst, of de zaken betreffende die oogst wel of niet aankunnen. Dit is gewoonweg het stilstaand centrum van dit boek.
Daarbovenop is er het drama van Kiek. Zij is de baas, de graver, de ondergraver, de zorger, de aanbrenger. Kiek is ziek. Bij haar wordt een diagnose van MS (multiple sclerose) vastgesteld. Eenmaal zover gaat het zoals altijd; het gaat van langsom minder. Maar de natuur gaat onverminderd verder en vraagt aandacht.
Wie kan wat doen? Is er een aflossing mogelijk? Kan je helen op een bed van gras nabij een kruidentuin?
En wat doet die verdomde haas daar altijd? Hij is er. Hij is er niet. Je ziet hem. Je doet iets en je vindt niets.
Het dartele leven versus een vorm van immobiliteit. Kiek zit dichter bij haar gewassen dan de haas.
Van haast is op het einde geen sprake meer.
Dit is niet mijn boek. Iets te veel van gewassen en natuur en een soort bekommernis die klinkt als komkommernis. Te weinig doordragen. Iets te veel aan speling.
Al ben ik er zeker van dat Heitman zal scoren. Eerlijk toegegeven: 90% van haar zinnen zijn puntgaaf. Alleen hou ik niet zo erg van het verhaal.
Creation Lake, Rachel Kushner, Atlas Contact, 2024*****
Echt een boek naar mijn hart. Voor mij de absolute topper van najaar 2024.
Waarom?
De taal is luchtig maar goed doordacht.
De plot is apart en blijft voeren naar een climax, tot op de laatste bladzijden.
De personages zijn realistisch, soms ietwat te karikaturaal, maar net geloofwaardig in de verhaallijn.
Het ideeëngoed is actueel en tegelijkertijd een impuls tot nadenken over hoe we leven in deze wereld. Is het immoreel? Is er sprake van moraliteit? Of meer van mortaliteit?
Kushner maakt een boek. Maakt de wereld tot boekvorm. Met vermaak en luchtigheid. Met souplesse en deskundigheid.
Als je ‘Creation Lake’ leest, dan lees je eigenlijk het beste van de huidige tijd. De vergankelijkheid en de standvastigheid en de rare chaos die soms gebeurt als je denkt alles te plannen. Zelfs in die souplesse slaagt Kushner erin om iets neer te zetten over een andere denkwijze, een alternatieve manier van omgaan. Dat klinkt nogal belerend maar eigenlijk is het ook een slimme manier van Kushner om een aantal puntjes aan te halen zonder dat het te ‘ideologisch’ wordt. Dat doet ze dus zeer goed. Ongelooflijk hoe ze strekkingen naast elkaar poneert, niet eens corrigeert en dan verbreedt naar een volgende.
Alles wat ik zeg over dit boek is eigenlijk te weinig en te veel. Het is spannend lezen, intensief ook en tevens hilarisch, aanhoudend tot de ontknoping.
Ooit was ik een fan van Le Carré. Hoe hij als auteur in het vel van een spion en dubbelspion een verhaallijn kon creëren waarvan je eigenlijk totaal niets wist.
Kushner is een vrouw die hem naar de kroon steekt.
Ook James Bond verbleekt.
Absoluut lezen. Absoluut.
Askruis, Antoine Sénanque, Ambo/Anthos, 2024**
Dit boek gaat over een historische queeste die zich afspeelt in de 14de eeuw. In de katholiek kerk zijn dat roerige tijden. Niet alleen door de kruistochten maar ook door diverse aftakkingen en mogelijke dwaalsporen binnen kloostergemeenschappen.
Het boek vertelt het verhaal van Antonin en Robert, beide dominicaner monniken. Ze willen het perkament vinden van hun overste Guillaume. De kerk waakt. Want de leermeester van hun overste is meester Eckhart. Alles wat door hem geïnspireerd kan worden, wil de kerk in handen krijgen.
Tot daar het verhaal.
Best een goede start om tot een goed boek te komen. Maar daar slaagt Sénanque niet in. Hij verdwaalt in de poging tot eruditie. Alles willen tonen wat je weet van die tijden maar uiteindelijk het boek an sich vergeten.
Een echt gemiste kans.
Maar voor wie over pest, Meester Eckhart en de strijd tussen dominicanen en pausachtigen meer wil te weten komen, toch een idee om te overwegen op een herfstachtige zondagnamiddag.
De stilte van de witte stad, Eva Garcia Saenz de Urturi, A.W. Bruna Uitgevers, 2019****
Het verhaal speelt zich af in Baskenland en begint alvast met een creatieve insteek. Een profiler die in coma ligt. Ergens vanuit dit hoofd ontstaat het verhaal. Een behoorlijk complexe trouvaille maar eenmaal je daardoor bent, leest het boek mooi door. Vitoria werd in het verleden geplaagd door een seriemoordenaar. Net als die vrijkomt, worden nieuwe misdaden gepleegd. Volgens een rite, volgens een datum en ook bijen spelen een hoofdrol. En uiteraard is er een vrouwelijke, nieuwe inspecteur die net als de hoofdfiguur houdt van joggen in een warrig stadscentrum vol trappen.
Het boek kent een mooi verloop en doet verlangen om de stad te bezoeken (liefst zonder moordaffaires). De ontwikkeling verloopt traag maar kent geen downs. Op zich al indrukwekkend voor een boek van meer dan vierhonderd bladzijden. Knap geschreven al had ik wat moeite met het startpunt. Een teveel aan retro had kunnen vermeden worden.
De lokaliteit en traditie gekoppeld aan misdaad doet me denken aan het boek besproken in de vorige blog: ‘Het eiland van de zielen’ (Pulixi) dat zich afspeelt in Sardinië.
Rosa en Björk, Satu Rämö, Ambo/Anthos, 2024****
Dit boek is een vervolg op ‘Hildur’, van dezelfde auteur. Ik las dat boek niet en begon dus bij deze titel. Eerst en vooral moet je misschien de kaart van IJsland bekijken. Er zijn niet zo veel wegen en het landschap vertaalt zich puur in afstand. Er wonen weinig mensen in IJsland, zeker als je de hoofdstad verlaat. Waar wij gewoon zijn aan wegwijzers voor een fusiegemeente, beschrijven ze daar met naam wie je kan vinden bij de eerste of de tweede volgende afslag. Dat is een setting die je niet mag vergeten als je dit boek leest. Het boek mixt tussen tijden en plaatsen. Altijd goed om de titels te lezen. Want tijden en plaatsen zijn een signaal, eigen aan het land en dus ook aan de auteur.
Er zijn ondanks het weidse landschap veel mensen getourmenteerd. Bezig met hun verleden, met hun falen en angsten. Dat is voor de beide rechercheurs Hildur en Jakob niet anders. De titel ‘Rosa en Björk’ verwijzen naar de verdwenen zusjes van Hildur. Daartussen is er een ander moordverhaal waar beide rechercheurs samenwerken. Het boek scherpt je aandacht door diverse verhaallijnen. De schrijfstijl is mooi en sober en de chronologie is essentieel. Een trage literaire thriller.
Al valt het op (zie de volgende twee besprekingen) dat heel veel ‘misdaad’verhalen zich nu in een familiale context afspelen. Op zich geen probleem maar de kans op een déjà vue is niet gering.
De stem uit het bos, Liz Moore, Wereldbibliotheek, 2024****
Het verhaal speelt zich af in de Adirondacks, een natuurgebied in het noordoosten van de VS, op vier uur rijden van New York. De rijke familie Van Laar is al meerdere generaties eigenaar van een groot domein in deze natuur. Zij waren ook de starters van natuurzomerkampen voor teenagers. Leren overleven in de natuur, een ongewoon ritme voor het rijke jonge volkje, een manier om anders in het leven te staan, een soort van ruggengraattraining om straks beter te scoren.
Tot Barbara verdwijnt. De dochter van de huidige Van Laar’s. Paniek alom want ook haar broer verdween jaren eerder. Een herhaling is toch absurd, niet mogelijk?
Tot daar de start van een supergoed geschreven boek. Met heel veel gevoel voor blabla van het rijke volkje en diens kroost, met heel veel inleven voor wie iets kent van de natuur. Op een van de eerste pagina’s werd een plattegrond aangemaakt met belangrijke herkenningspunten. Inderdaad, de manier waarop mensen bewegen en snel van route veranderen, vraagt soms om een geografische insteek.
Mooi is dat Moore in deze beperkte ruimte, visie maakt over pretentieuze rijke Amerikaanse lui, mensen met minder kansen, vrouwen met een andere geaardheid en tegelijkertijd een natuurbeeld schetst. Hoe natuur een mens kraakt of maakt. Hoe geld natuur kan bezitten maar er niets van kent en eigenlijk aan pretentie daar geen vorm van overleving vindt. Hoe vrouwen voor geld door vaders met geld worden uitgehuwelijkt met mannen met geld en alles met dollars wordt toegedekt.
Dit boek heb ik graag gelezen. Zeer goed uitgewerkt ook qua karakters. Er is moord. Maar er is vooral een situatie van ongenoegen, eigen aan het Amerika van nu.
Waarom we logen, Karin Slaughter, Harper Collins, 2024**
Slaughter zorgt altijd voor bestsellers. Dus wou ik dat ook eens proeven gezien het een aantal jaren geleden was dat ik van deze auteur iets las. Voor mij niet direct een hoogvlieger.
Eigenlijk had het veel mee van ‘De stem uit het bos’ (zie hierboven). Alleen was dit een slechtere editie. Het begint ook met een rijke familie, eigenaar van een natuurdomein in de Appalachen (VS). Daar ligt de Mc Alpine Lodge, een vakantieoord met alles erop en eraan. Een meer, vele trails, vismogelijkheden, watervallen, aparte cabines,… Daar gaan Will Trent en Sara Linton hun huwelijksreis doorbrengen. Idyllisch idee. Tot een kreet hun eerste dag verstoord en hun idylle in het water valt. Trent is ‘special agent’ en Sara is anatoom-patholoog. Genoeg kennis dus om een en ander uit de doeken te doen. Dat doet Slaughter dan ook vrij omstandig. Hierdoor wordt het boek bij wijlen een soort van les in lijkenversnijding, een les in oriëntatie (die uiteindelijk niets verandert aan de plot).
Na tweehonderd bladzijden wordt duidelijk dat de hoofdverdachte niet de dader is van de moord op zijn vrouw. Iets wat je na vijftig bladzijden al doorhad. Dan begint het verhaal opnieuw van diverse verdachten. Zoiets als de tien kleine negertjes in de Appalachen.
Storend vond ik de repetitie van een aantal fragmenten. Zogenaamd uit een andere hoek beschreven maar bijna een copypaste. Wat me even deed terugbladeren wegens de twijfel of ik me die passage nu echt wel herinnerde. Vervelend.
Ook hier keren familiale jeugdtrauma’s terug. Will had een moeilijke jeugd in een weeshuis, toevallig hetzelfde weeshuis als een van de verdachten. Een te groot toeval die de geloofwaardigheid ondermijnt.
De climax is dan wel weer goed. Net met een twist die niet voorspelbaar is. Hierin toont ze zich weer meester. Maar als je daarvoor 350 bladzijden moet doorworstelen, is het nog maar de vraag of je de queen van thrillers mag genoemd worden.
Editie augustus 2024
Kafka, schrijven voor zijn leven, Rüdiger Safranski, Atlas Contact, 2024***
Safranski is een filosofische erudiet of een erudiete filosoof, zo je wil. Hij leest en denkt na en verbindt. Hij schreef boeken over filosofen zoals Nietzsche, Schopenhauer en Heidegger. Daarnaast had hij het ook over schrijvers, niet louter bekeken als literaire biografie maar eerder als een setting in hun denktijd. Zijn boek over Hölderlin is daarvan een voorbeeld.
Het voordeel van Safranski is dat hij helder schrijft, zonder kapsones. Intussen is de auteur ver de pensioenleeftijd voorbij en nu komt er een boek over Kafka. Toeval? Of gewoon interesse in deze eigenaardige auteur die symbool werd voor vervreemding en voor alles wat bureaucratisch misloopt?
Van Kafka zijn 'Het proces' en 'Het slot' de meest bekende en ook de best doorlezende romans. Die komen aan bod in dit boek al kiest Safranski voor een andere invalshoek. Hij heeft het over de schrijver Kafka en vooral hoe hij wil of kan schrijven. Een intense biografie over hoe hij altijd moeite had om het leven en het schrijven te ontkoppelen. Dat lukte hem uiteindelijk nooit. Dat is de rode lijn in het boek. Als Kafka schreef, verwaarloosde hij het leven van zijn geliefden, vrienden en omgeving. Als hij door schuldgevoel toch aandacht besteedde aan het leven, vond hij dat er tijd verloren ging om te schrijven. Een dilemma dat zijn leven tekende. Kafka had veel vrouwen en in een beginfase altijd heftig. Soms dertig brieven per maand, wat aanzienlijk meer tijd vraagt dan evenveel keer een sms sturen. Maar uiteindelijk koos hij altijd heftig voor de schrijverij.
Het boek leest vlot en verveelt soms door een te lange synthese van het oeuvre van Kafka. Dat neemt net te veel bladzijden in beslag volgens mijn mening. Toch loont het de moeite om daardoorheen het nadenken van Safranski te vinden en hoe hij Kafka interpreteert. De verscheurende keuze tussen ‘het’ leven rondom en ‘het’ leven als auteur. Ontleend aan Kafka dan vragen over macht van het systeem tegenover de onmacht van het individu. Al is dat laatste dan vooral de onmacht om de noodzakelijke macht te bespelen.
In die zin toch wel een actuele Kafka die Safranski hier neerzet.
Het kon nog wat korter en beter gezet zijn, volgens mij. Maar absoluut de moeite waard om te lezen.
Hannah Arendt, de biografie, Thomas Meyer, Atlas Contact, 2023****
Een stevige biografie. Dat is het minste wat je van dit boek kan zeggen. Soms te detaillistisch al zijn details in het leven van Arendt niet altijd onbelangrijk.
Het leven van Arendt is verbonden met Nazi-Duitsland. Als Jodin geboren in Königsberg (Kaliningrad) in 1906, kreeg ze te maken met een veranderend wereldbeeld. Haar ouders die intelligent en ook een groot netwerk hadden, waren afwijzend ten aanzien van het zionisme. Volgens haar ouders was dit in strijd met wat zij bereikt hadden en tegenstrijdig met de werkelijkheid die zij op dat moment ervaarden. In het dagboek van de ouders leest de auteur dat Hannah als kind nu eens overgevoelig en dan weer geniaal was, gemiddeld of zelfs slecht op school… Het leest als een Einstein-verhaal.
Haar eerste scriptie betrof de (katholieke) kerkvader Augustinus.
Lezend door alle details van deze biografie zie je hoe mensen gedwongen worden om zich te verplaatsen. Zowel qua ideeën als qua coördinaten. Je leest in de filmische biografie over de Jezuiëtennovice Heidegger met wie zij in 1925 een affaire had. Hoe Arendt startte met een lezing over Augustinus en dan terechtkwam bij Jaspers in Heidelberg.
Eigenlijk leest deze biografie als een aparte, scheve inkijk op de vorige eeuw. Een eeuw vol turbulenties die ook in onze eeuw blijven spelen. Het Joodse vraagstuk en haar visie op een confederatie van alle volken van de Middelandse Zee, de vragen over de natiestaat die volgens Arendt toen al achterhaald was, haar visie op de Joodse raden die verantwoordelijkheid dragen voor de deportatie en dood van vele duizenden Joden...
Dit boek gaat over nu. Arendt is een arend die vliegt over diverse continenten, gevlucht is, gewond is en denkt en kritiek geeft. Een vrouw die liefhad en soms een misstap beging.
Dit boek vraagt concentratie. Dat maakt het niet gemakkelijk om de vierhonderd bladzijden als een makkie te lezen. Toch wel doen want de inspanning loont.
Kun je buiten je eigen denken denken?, Coen Simon, Filosofiemagazine Nijmegen, 2024***
De vraag alleen al doet je buitelen. Maar wat wil Coen Simon, hoofdredacteur van Filosofie Magazine en winnaar van de Socrates-beker 2012, ons wijsmaken?
Eigenwijs behandelt hij een aantal vragen die ogenschijnlijk 'triviaal' lijken. Vragen zoals: 'Wat doen vogels anders dan zingen?', 'Wat willen we eigenlijk als we iets vragen?', 'Waarom spelen we?', 'Kunnen we gedachten van een gezicht aflezen?'.
Het boek bestaat uit antwoorden op zo’n vijftigtal vragen die beknopt maar dubbelzinnig worden gegeven. De antwoorden zijn meestal niet langer dan een A4.
Dat maakt het boek leuk en als het ware een ontdekkingstocht in denken met veel bochtwerk. Een avontuur in denken en nadenken en soms onverwacht switchen van hoek.
Absoluut leuk qua scheefschaatsen in filosofie. Misschien iets te veel af en toe van gezochte woordspelingen waardoor het wel leuk klinkt maar iets van klank verliest. Een teveel aan woordspel vormt soms een barrière voor de inhoud en logica.
Een boek dat je niet in een keer hoeft door te nemen maar gewoonweg af en toe eens openslaat. Want te veel van dit wordt soms een teveel die na een tijd een déjà vue oproept.
Hoe lees je een boom, Tristan Gooley, Kosmos, 2024***
Waarom ziet een boom er uit zoals hij er nu staat? Waarom zijn bomen van eenzelfde soort soms anders gegroeid? Wat ontdek je aan een kruin? Aan een vork in de boom? Een oog in de stam?
Gooley neemt ons mee op reis naar bomen. Soms naar een boom. Wat je afleest aan geschiedenis, een moeilijk moment, een paar jaren van goede groei, een infectie... Laat staan de impact van zon, bepalend voor de fotosynthese, de wind als belager en dus richtinggevend, water en grond als voedingskracht. Hoe een boom plooit naar de wind en de wortels in de lijzijde zich verstevigen, meer hout aanmaken. Zelfs zonder wind kan je als wandelaar zien wat de overheersende windrichting is in dit gebied.
Het boek leest vlot en staat vol interessante weetjes. Geschreven door een gedreven Engelse boomliefhebber.
Een nadeel vond ik dat hij soms zijn eigen ervaringen eerst neemt, soms een zijsprong neemt vanuit eigen leven, om dan iets te vertellen over een boom. Dat maakt het boek minder structureel dan bomen zijn. Soms verduidelijken tekeningen meer dan de tekst.
Uiteraard is een boom een samenhang van wortel tot kruin. Maar continu switchen tussen deze onderdelen is niet gemakkelijk voor leken.
Het idee achter het boek vind ik vijf sterren waard. De uitwerking slechts drie omdat je soms, door de slordige structuur van het boek, niet altijd het bos door de bomen ziet. Dat is jammer. Want zelf leerde ik een paar lessen uit het boek die ik na een wandeling probeerde toe te passen. Dat lukte redelijk goed. Maar het vroeg wat aanstipwerk in het boek om de essentie te bereiken.
Het is en blijft een leerrijk boek. Maar lees het niet in een ruk door. Bekijk opnieuw en leer opnieuw en schrap de passages van persoonlijke ervaringen die helemaal niet belangrijk zijn in dit geheel. Een goed boek ook dankzij de appendix die je in onze gematigde, noordelijke streken toch wel een gids biedt om bomen te herkennen. Een prima ding voor boom-analfabeten.
De erfenis van Abelke Bleken, Jarka Kubsova, Atlas Contact, 2024***
Deze streekroman strekt zich uit over een paar eeuwen. Per hoofdstuk zie je Abelke haar verhaal vertellen, afgewisseld met Britta. Zij komt vijfhonderd jaar later met haar gezin in die streek wonen, een idee van haar man.
Het boek leest als een duet. Abelke als zelfstandige boerin in een marsland, overgeleverd aan de grillige natuurkrachten in een tijd waar geloof en bijgeloof hand in hand gingen. Britta als ex-geografe en moeder van een gezin, overgeleverd aan de ontkende maar bestaande wetten van een mannenmaatschappij.
Abelke gaat als heks ten onder. Britta overleeft en zoekt alles op over Abelke. De link van onderwerping, van het niet kunnen verwezenlijken, van onbegrip voor vrouwen die meer willen zijn dan moeder of domme gans… Een verhaal dat zich afspeelt in een ruw marsland nabij Hamburg.
De start vond ik zwak en ook flauw geschreven. Af en toe ook een slordige vertaling opgemerkt. Het verhaal is misschien voor vrouwen van nu, te doorzichtig en te gewoon. Niets nieuws en ook wat te lang uitgerekt.
Naderhand won het boek aan kwaliteit. Gezien ik toch getriggerd bleef om te weten hoe alles afliep, was het boek de moeite waard ook dankzij de mooie natuurbeschrijvingen. De combinatie van de wisseling tussen deze twee vrouwen, levend in een totaal ander tijdperk en toch vergelijkbaar, is een goede trouvaille. Op zich al een ster waard.
De sympathisant, Viet Thanh Nguyen, Marmer, 2017****
Met dit boek won Nguyen de Pulitzer Prize in 2016. Hoofdthema is de Vietnam-oorlog net als die op zijn einde loopt anno 1975. Het ik-personage is een dubbelspion en lijkt zijn memoires neer te schrijven na het overleven van ingewikkelde complotten. Het boek telt 400 bladzijden geschreven in kleine font. De auteur schrijft gecondenseerd. Continu lees je en herlees je een wisseling van gebeurtenissen, beschouwingen, introspectie en geopolitieke interpretaties. Kortom, geen gemakkelijke inswinger. Het gaat om ploegwerk.
De Vietnamese auteur snijdt vlijmscherp op wat wij Westerlingen als verworven zien. Hoe wij aankijken tegen Aziaten. Hoe we ze over een kam scheren. Hoe wij ze negeren ondanks hun pogingen om te integreren (in de VS dan in dit boek). Wat is schuld? Wat is onschuld? Wat is spijt en wat is vriendschap als je politiek tegenovergestelde meningen hebt? Kan een mens dit overstijgen of is de ideologie heersend? Verraad je vrienden voor je overtuiging? Wat is rijkdom als je opgroeide in armoede?
Steeds meer kom je in het denkpatroon van de spion. Van langsom meer zie je de twijfels groeien, de angst soms en het toenemend ongenoegen. De auteur is niet anders dan het wezen van zijn personage. Dichter kan het niet. Angstaanjagend is het wel.
Nee. Dit is zeker geen vakantielectuur. Een bijwijlen hard boek over hoe wij, autochtonen, ons eigen ding denken en ons superieur achten en hoe anderen, mensen van andere origine en/of vluchtelingen, dit zo scherp zien en ons terecht belachelijk maken. Zeker een aanrader voor Trump mocht hij ooit nog in het Witte Huis op zijn gouden toilet plaatsnemen.
Strega, Johanne Lykke Hom, Uitgeverij Oevers, 2024*****
Dit boek is een uitschieter in de zin van uitstekend. Zowat het beste wat ik las in 2024 wat betreft romans. Bevreemdend eenvoudig qua taal, complex qua emoties, verwrongen qua plot. Je leest en per zin zie je een stukje van je eigen leven passeren. Zomaar.
Het boek is als een vacuüm, op zichzelf staand en niets anders nodig. Geen verwijzing, geen aanwijzing, geen brede historische achtergrond. Dit boek kan zich afspelen in de late middeleeuwen, de negentiende eeuw of vandaag. Geen idee.
Rafa arriveert in hotel Olympic om er te werken als kamermeid. Ook als serveerster als er gasten komen. Maar die komen nauwelijks. Toch blijft hun dagelijkse routine dezelfde en dat is nogal bizar, een beetje Kafkaiaans. Is Olympic een verwijzing naar de berg Olympus? Moeilijk toegankelijk voor mensen? Zijn de nonnen in de nabijheid een teken van bemiddeling naar de goden?
Toch blijft het aardse leven voor Rafa hard om dragen. De vriendschap tussen de seizoenarbeidsters is groot en soms erotisch getint.
Tot er opeens gasten opdagen. Mannen. Goden? De eenvoud en routine wordt verstoord. Wat gebeurt er daar? Een arbeidster sterft. Er werd geweld aangedaan. Femicide maar niet in detail beschreven.
Rafa vlucht met haar zoontje weg van het hotel en neemt afscheid van haar hartsvriendin Alba.
Bij het lezen was ik geïntrigeerd door de titel. Strega betekent 'heks' in het Italiaans en is de naam van een gele likeur. Shtriga is een mythologisch wezen dat bloed zuigt van vrouwen tijdens de nacht en is een Albanees woord. Alba?
Dit is een boek dat ik direct wil herlezen. Ondanks de eenvoudige taal, met vrij veel herhalingen en omkeringen, blijft het gevoel me achtervolgen dat ik veel gemist heb. En dat zou zonde zijn om het in nonnentaal te zeggen.
Hier kom ik nog op terug, Rob Van Essen, Atlas contact, 2023***
Deze auteur kreeg dit jaar de Libris Literatuur Prijs voor dit boek. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Nooit eerder las ik iets van deze auteur. Een kennismaking met een gouden randje dus.
Van Essen schrijft mooi, erudiet, grappig en af en toe met een hoekje af. Veel breedsprakeriger dan Lykke Holm (zie vorige bespreking) wat je ook al merkt in de titel. Een lange zintitel is op zich al ongewoon. De hoofdfiguur Rob (!) Hollander is journalist die nauwelijks aan de bak komt. Het verhaal start in zijn kindertijd met een gebeurtenis die hij niet kan vergeten. Een dwaaltocht met zijn nieuwe vriendje naar een ‘kwade’ man, verdwalen en bij thuiskomst in de nacht een klap in het gezicht krijgen. Daarna komt de journalist met het eigenaardige voorstel om een reportage te maken over mensen die zichzelf zoeken. Ook via sociale media. De hoofdredacteur aarzelt maar geeft hem een kans. Hij stuurt berichten naar zijn ex-medestudenten filosofie. Zo begint een compleet ander verhaal die grenst aan science fiction. Dat is geen gemakkelijke overgang al blijft de taal zeer mooi. Uiteindelijk wordt Rob door Icks uitgenodigd naar Los Angeles. Icks? Te lezen als X? Of als veel ‘ikken’? Het transport is een soort futuristisch tele-tijdtoestel. Op dat moment haak ik wat af.
Uiteindelijk komt hij terecht in een luxe-oord en krijgt hij opdrachten vanuit zijn verleden waar Icks hem naar toe stuurt. Elementen uit zijn jeugd die niet zijn opgelost en Rob nog bezig houden. 'Ik kom hier nog op terug' is een verwijzing naar die opdrachten. Gaandeweg komt hij terecht in een groep bestaande uit zijn medestudenten. Langzamerhand worden identiteiten duidelijker en de sfeer wat spookachtiger.
Voor mij een bridge too far wat betreft idee. Wel mooi om lezen maar de plot en de intrige kon me niet bekoren wegens een teveel aan rariteiten. Precies dat rariteitenkabinet ontnam me het beeld van een gedreven en intellectuele auteur. 'Te' is nooit goed.
Yellowface, Rebecca F. Kuang, the house of books, 2024****
Een vermakelijk boek voor wie werkzaam is in de wereld van literatuur hetzij als bekend auteur of debutant, hetzij als boekhandelaar, hetzij als betrokken binnen de uitgeverswereld. Een inkijk zonder weerga en vrij leuk, zelfs spannend gebracht.
Hoofdpersonage June Hayward wil schrijver worden maar raakt niet voorbij de uitgeverslijn. Haar vroegere schoolvriendin Athena daarentegen schrijft de ene bestseller na de andere en wordt op handen gedragen door het publiek en de winstminnende mediawereld daarrond. Tijdens een ontmoeting met June sterft Athena. Een onschuldige, idiote verstikkingsdood. June schrikt maar is alert genoeg om haar manuscripten te jatten. Zo wordt June de nieuwe Athena. Ze werkt en herwerkt, denkt dat ze zelf de teksten tot hoger niveau brengt en zoekt uitgevers. Die ze snel vindt. Ze verzint niet alleen teksten, ze verzint zichzelf.
De vraag is hoe en wanneer haar plagiaat en bedrog aan het licht komt. Hoe inventief June haar belagers bedriegt en weerloos maakt. Hoe het net van leugens meer en meer verstikkend werkt. Wat leugens met een mens doen. Hoe een underdog uiteindelijk voor ontmaskering zorgt.
Psychologisch goed geplaatst, mooie plot, veel kennis van de zakelijke boekenwereld. Een paar uur leesplezier gegarandeerd!
De garage, John Banville, Querido, 2024*****
De auteur is geboren in Wexford, Ierland. Het lijkt niet direct de plaats om wereldwijd te schrijven en ook wereldwijd als schrijver faam te verwerven. Toch blijft de Ierse setting wel hangen al spelen veel van zijn boeken zich af op ongewone locaties die al bij al één ding gemeen hebben met Wexford: isolatie.
De garage is het meest recente boek in een politiereeks waarbij rechercheur Strafford en patholoog Quirke de protagonisten zijn. De vorige van deze serie vind je onder de titels 'Sneeuw' (zie eerdere blog) en 'April in Spanje'. Overigens schrijft Banville ook thrillers onder het pseudoniem Benjamin Black.
De rechercheur en de patholoog zijn twee polen van een magneet. Het verschil in klasse, in stijl en de rancune maken de dialogen scherp en bijtend. De Ierse kust is nabij. Neem nog een ‘simpele’ moord in een garage, een misdaad die toch wel tentakels heeft binnen de kerk, zich uitstrekt naar oorlogsindustrie en zelfs Israël in beeld brengt… en je begrijpt dat je weer ‘weg’ bent al lezend. Geen gemakkelijke combinatie om dit geloofwaardig te laten overkomen. Zeker nog als Strafford aanlegt met de dochter van Quirke. Koorddansen. Geen Ierse discipline maar Banville doet het echt uitstekend. Een boek dat niet alleen een misdaad beschrijft, maar ook de onaangetaste machtswellust van bepaalde groepen niet onbesproken laat. Dat allemaal met de cynische humor Ieren eigen.
Van dit boek genoot ik meer dan van 'Snow'. Al moet Banville nog altijd leren hoe bomen er uitzien in de herfst en of vleermuizen wel in de winter vliegen (dat was het geval in 'Snow'). Misschien toch wat het Ierse platteland vergeten? Of ondanks de weidse natuur daar toch geen natuurliefhebber?
Het eiland van de zielen, Piergiorgio Pulixi, A.W. Bruna, 2024*****
Pulixi is bij ons relatief onbekend. In Italië won hij met dit boek de Premio Giorgio Scerbanenco, een belangrijke Italiaanse thrillerprijs. Het boek speelt zich af in zijn geboortestreek, Sardinië. Italiaans grondgebied maar absoluut niet Italiaans aandoend.
Sardinië valt niet te vergelijken met Sicilië. Het eiland is veel ruiger en bewaarde meer de eigen stijl van leven dan het bruisende Sicilië. Die harde, ruwe teneur is merkbaar in het boek.
Je wordt als lezer meegesleept in een rituele oertijd. Tegelijkertijd zijn de dialogen hedendaags, spittant en - echt waar - vrouwvriendelijk. Twee vrouwelijke onderzoekers moeten het even met elkaar doen. De ene is een echte Sardijnse. De andere een Milanese die weinig begrijpt van wat plaatselijk omgaat qua gebruiken en tradities maar evengoed een scherpe tong en blik bezit. Het boek start als een ‘cold case’. Een oud dossier waar een gepensioneerde en intussen doodzieke onderzoeker toch nog een punt wil van maken.
Saai en stoffig, denken de twee rechercheurs die gehuisvest worden in een kelder. Tot opnieuw een vrouw gevonden wordt, vermoord volgens dezelfde rituelen. Opeens worden de 'cold cases' hot.De schrijver wisselt van standpunt en gaat in op de gebruiken van het binnenlandse bergvolk. Bijna ongelooflijk, maar goed... in Sardinië is niets onmogelijk als we de auteur mogen geloven.
Als lezer is concentratie blijvend nodig, 470 bladzijden lang. Want er zijn escapades die wel belangrijk maar onverwacht naar het einde toe een andere twist krijgen. De schrijver zet je graag op een verkeerd been, houd je een wortel voor waardoor je passen zet en denkt het pad te volgen.
Conclusie? Lees het boek op rustig tempo en geniet. Sardinië is een oergegeven in Europa. Dat is geen verdienste van de auteur. Maar de schrijver zet dit gegeven wel in de verf en werkt het tot op de puntjes mooi af. Een superbe misdaadroman zowel voor de zomer als tijdens de winter wanneer je over het zuiden droomt.
Onder een andere hemel, Joke J. Hermsen, Prometheus, 2023*****
Velen onder ons vertrekken straks op reis. Vakantie nemen onder een andere hemel. Wat zoeken we daar? Beter weer? Een andere eetcultuur? Culturele verrassingen? Een landschap dat wij niet kennen? Gaan om straks weer blij te zijn om thuis te komen? Of voel je je thuis niet thuis en wil je liever zwerven buitenshuis?
Filosofe Joke Hermsen stelt zich die vragen terwijl ze zelf rondzwerft. Of beter... omzwerft. Ze gaat tegelijkertijd na waar andere denkers, jaren terug, zwierven en wat hun bedenkingen waren.
Een boek over thuis, thuisloosheid, heimwee en vertezucht. Soms ligt alles dicht bijeen. De verdienste van Hermsen is dat ze diepgaand denken pretentieloos neerzet en je soms op één bladzijde blijft nadenken. Zoals ze schrijft over Rilke die alleen in zijn gedichten kon wonen: 'Waar ik werk ben ik waar'.
Ze 'speelt' nog met andere schrijvers en denkers zoals Arendt, Angelou, Rilke, Salomé, Hölderlin...
Dit is een rijk boek. Aan gegevens, aan gedachten en doordacht neergezet. Een boek dat het verdient om altijd op reis meegenomen te worden en zelfs na drie keer lezen niet verveelt.
Boeiend hoe in de zogenaamde Lage Landen diepe gedachten te boek worden gebracht. Hermsen, Beeckman en Claeys vormen een prachtig legioen van hedendaags traditioneel denken.
Vakantietip: waar je gaat door vertezucht en je heimwee niet negeert.
Inheritance, Robert Sackville-West, Bloomsbury London, 2011****
Britser kan het niet. De auteur is een telg van de 'The Sackvilles of Knole'. Die stamboom gaat terug tot 1566 en overspant dus de volledige 'modern times' van het adellijke Engeland. Gelukkig is de auteur niet gespeend van humor, enig sarcasme zelfs en het tot in het absurde toe flegmatisch beschrijven van op z’n minst zeer eigenaardige toestanden in zijn ver familiaal verleden. Je leest hoe Knole eigendom werd van de Sackville-familie en beetje bij beetje de vorm kreeg die het gebouw nu kenmerkt. Knole kreeg vooral bekendheid eind vorige eeuw dankzij Vita Sackville-West die een stormachtige relatie had met Virginia Woolf. Het boek staat dan ook vol citaten van beide auteurs.
Je leest hoe Knole beetje bij beetje werd opgebouwd, soms in andere handen terechtkwam en dan terug weer door een tak van The Sackvilles en The West-familie werd bewoond, hoe het interieur in bezit kwam van de meest vreemde artefacten, hoe grootooms en neven soms wel en soms niet in de gunst vielen van Buckingham. Hoe de vrouwen van een aantal Sackvilles werkelijk feministisch waren avant la lettre en hun strijd streden met als speerpunt erfeniskwesties... Het blijft verrukkelijk lezen en een openbaring. Een zeer aparte inkijk op de Britse adel met alle tierlantijntjes, buitenechtelijke relaties, ruzies en ander excentriek leven.
Vakantietip: reden te over om even het kanaal over te steken naar Knole, ietwat ten zuiden van Londen en dichtbij Sevenoaks.
Empusion, Olga Tokarczuk, De Geus, 2023****
Dit is de eerste roman sinds deze Poolse auteur de Nobelprijs Literatuur kreeg in 2018. De auteur is een buitenbeentje en schuwt het vreemde niet. Of toch niet zo vreemd? Het verhaal van het boek doet denken aan 'De Toverberg' van Thomas Mann. Plaats van het gebeuren is een sanatorium waar de jonge hoofdfiguur Wojnicz terechtkomt. Een herenpension waar gekuurd wordt, wandelingen een moment zijn om te ventileren, likeur om veel te verteren en gesprekken worden gevoerd die erg filosofisch klinken.
Saai? Absoluut niet. Al tijdens de eerste bladzijden wordt het lijk van de pensionhoudster gevonden. Waarop verder wordt gesponnen naar de rol en betekenis van vrouwen door de mannelijke bewoners/nepfilosofen. Heerlijk onnozel en op dit moment in de geschiedenis totaal achterhaald.
De omgeving van het kuuroord (Silezië) is bergachtig en lijkt wel op het vergeten beeld van de boreale wouden die vroeger de noordkant van Eurazië bedekten. De hoogdravende filosofie wordt hier ondergraven door een vreemde begroeiing, barbaars uitziende kolenbranders, gevelde bomen die lijken op begroeide... lijken. Een sfeer van angst ontstaat buiten de muren van het oord. Angst die ook binnenin blijft leven en Wojnicz beklemt. Net zoals zijn leven een klem is om zijn ware aard te beleven. Zijn ware aard die uiteindelijk lang verborgen blijft.
Een feministisch antwoord op ‘De Toverberg’? Dat kan. Maar eerder nog is het boek een beklemmend verhaal over groeiende vervreemding terwijl het om genezing zou moeten gaan. De afstand tussen mensen (meestal mannen), tussen vrouw en man en transgender, tussen mens en natuur, tussen leven en dood of levend dood... zijn centrale thema’s. Prachtig beschreven, spittante dialogen en een paar zwartwit-foto’s die als het ware een doodsprentjes zijn.
Vakantietip: een aanrader voor wie niet naar Silezië reist.
Winterverhalen, Ingvild H. Rishoi, Koppernik, 2023****
Winterverhalen bestaat uit drie novellen zich afspelend in een Scandinavische winter. De auteur uit Oslo kiest voor een plaats midden het menselijke in een maatschappij die semi ontmenselijkt is. Hard als het klimaat, zacht als het hart van mensen met een bekommernis.
Ontroerend zonder in het theatrale te vervallen. Wat een kunst op zich is. Het gaat over armoede en liefde voor je dochter die een onderbroek wil die je eigenlijk niet kan betalen. Gevecht tegen de storm van onbegrip. Steeds weer treden mensen op die niet passen in het beeld van ‘social media’. Ondanks die afstand kennen we allemaal mensen zoals zij en zijn we desondanks net zoals zij. Met een droom die niet past in het kader.
De schrijfstijl is vrij direct waar korte spetters van dialogen koel worden neergezet en toch het juiste gevoel creëren.
Een zeer goed boek dat ik eigenlijk te snel las. Omdat het vlot leest. Waardoor je, als mens van deze haastige tijden, soms die ene knip van de auteur mist. Niet altijd een knipoog.
Vakantietip: te lezen op een vakantie ver weg van een drukke wereld. Ergens in Lapland.
Shy, Max Porter, De Bezige Bij, 2023***
Deze auteur 'vermorzelde' mij met zijn boek 'Verdriet is een ding met veren', een zeer aparte en rauwe benadering van een rouwproces. Benieuwd dus naar zijn laatste werk.
Geen vijf sterren. Middenin het verhaal zelfs nauwelijks één ster. De kentering kwam er na een ontsnapping (of was het een zelfmoordpoging) van de jonge tiener Shy. Hij ontsnapt uit een tehuis met de treffende naam Laatste Kans. In zijn hoofd de stemmen die hem aanmanen, uitlachen, iets aanpraten, uitdagen, honen en kleineren. Een leven vol stemmen die niet overgaan. Dan ontsnapt hij uiteindelijk uit het tehuis, met een rugzak vol stenen die zwaar weegt. Een verwijzing naar de zelfmoord van Virginia Woolf?
Op naar het donkere water. Hij waadt en merkt iets vreemds. Twee dobberende dingen. Hij kijkt en denkt. Vergeet de koptelefoon en zijn plan. Twee dode dassen.
Shy keert terug en werpt zijn keien tegen de gevel en de ramen van Laatste Kans. Iedereen komt buiten. Het is tieren, vechten, verbijten en uiteindelijk een overgave in de armen van wie hij daar kent. Tehuis wordt thuis.
Experimenteel van taal en altijd balancerend tussen ruw en teder. Toch overtuigde het begin niet. Een teveel aan herkenning van het arme, verlaten joch. Pas na de scene met de vijver ontstond een andere dynamiek en kwam er een interactie tussen natuur, beleving, daad en mensen mooi boven water.
Vakantietip: beter niet lezen aan de rand van een donkere vijver met drijvende dode dassen.
Walvistij, Elizabeth O’Connor, Ambo/Anthos, 2024****
Het lijkt wel middeleeuws. Maar niets is minder waar. We zijn waarachtig in het jaar 1938 wanneer dit verhaal begint. Alles speelt en spoelt zich af op een eiland niet ver van de 'echte' rand van de wereld. Steeds kijkt men uit naar wat van dat vasteland komt. Is het goed of slecht nieuws? Is er vertrouwen of eerder sprake van misleiding?
De grens van dit eiland is niet louter een geografische maar ook een absolute, mentale grens. De auteur scherpt die venijnig aan. Heel mooi gezet.
Er spoelt een dode walvis aan. Flauw nieuws voor de eilandbewoners want hun oren scherpen zich op nieuws van oorlog en andere onzekerheden.
Hoofdfiguur Manod droomt van de wereld net over dat water. Ze imponeert de twee antropologen die het kadaver van de walvis willen onderzoeken en ook meer kennis willen krijgen van de traditionele manier van leven daar op dat eiland. Ze vinden in Manod een bron van informatie en romantiseren het harde leven daar. De bewoners worden object terwijl Manod denkt dat zij kans maakt op een ander leven, daar aan de overkant, aan de wal. Zij vertelt wat zij weet en hoopt op meer daar, daarachter dat beetje water.
Niets loopt zoals het moet.
Uiteindelijk gaat het om een vorm van respect in dit boek. Romantiseren van leven bestaande uit labeur dat niet gemakkelijk is maar snel kan gerapporteerd worden, is een ding. Daar blijven leven en met de middelen die je hebt voortdoen en overleven, is een ander verhaal.
Dit is echt een goed boek.
Vakantietip: mee te nemen op reis naar een of andere kust aan de Noordzee of Ierse Zee.
De moord in de crypte, Oliver Pötzsch, Meulenhoff Boekerij, 2024***
Wie ooit Wenen bezocht, zal zeker de centrale kathedraal niet vergeten: St. Stephansdom. In de crypte van deze kerk wordt een lijk gevonden. We spreken om en rond 1930. Dat merk je ook aan de interesse voor spiritisme (bloeiend in Wenen vanaf 1900), de opkomst van de telefoon en de typmachine en het antisemitisme dat zich steeds meer uit.
De hoofdfiguren zijn Julia, die als fotografe werkt voor de Weense politie en af en toe bijklust voor een bordeel waar ze foto’s neemt van belangrijke persoonlijkheden in een vrij private bezigheid. Ook werkt ze voor een jeugdvriend die journalist is bij een plaatselijke krant. Een inkijk dus in een stad met veel kantjes waar ook veel kantjes worden afgelopen. Met Leo, politie-inspecteur en tevens haar ‘echte’ baas heeft ze een relatie die wegens hun totaal verschillende afkomst altijd op het randje van een breekpunt staat. Julia heeft na verkrachting een dochter, Sisi, die woont in het bordeel en niet kan praten.
Vraag is of er geesten gemoeid zijn met het gevonden lijk in de kerk. Of zijn er spiritisten die zeer ver gaan? Of wetenschappers die alles doen om schedels te verzamelen?
Dit boek start met een prachtig idee. Maar de auteur weet van geen ophouden en verliest zich soms in extremiteiten. Iedere figuur is een karikatuur en de schrijver laat dan ook nog Arthur Conan Doyle opdraven en een behoorlijke belangrijke rol spelen. Doyle is de schrijver achter Sherlock Holmes. Te veel van het goede wordt nooit goed.
Eigenlijk heeft deze auteur meer in petto. Het boek leest goed door als je het teveel aan 'monumenten van mensen' vergeet.
Vakantietip: onthoud een aantal straten en musea die ook op vandaag nog bestaan. Maak een wandeling via de Ringstrasse naar de Mariahilfnerstrasse en daarna over de Donau naar Leopoldstadt. Wenen met dit boek op een terras nabij de St. Stephanskirche... misschien zie je wel geesten. Geestig is het zeker.
11%, Maren Uthaug, Uitgeverij Mozaïek, 2023***
Dit is geen boek voor mensen met ideeën à la Vlaams Belang. Dit is misschien wel de nachtmerrie van de witte, viriele, blanke man. Uthaug gaat naar een wereld van 11%. Een omgekeerde wereld waar alleen vrouwen het voor het zeggen hebben en mannen eigenlijk een rest voor de kweekcentrale vormen. Hilarisch om de wereld op z’n kop te zien. Ook zeer mooi van stijl en naderhand zie je de personages genuanceerd getekend.
Er is uiteraard een lesbische noot. Maar evengoed ook aandacht voor ouderenzorg, voor de nabijheid van een klooster en vooral... addergebroed en menstruatiebloed.
Van dit boek heb ik genoten maar zou het niet aan iedereen aanbevelen. Zeker niet aan vrouwenhaters of non-wokers.
Echt amusant.
Vakantietip: misschien Scandinavië. Maar vooral bijhouden tot de internationale vrouwendag op 8 maart of lezen als je langs of in de Gay Pride loopt.
Baumgartner, Paul Auster, De Bezige Bij,2023***
De auteur overleed een tweetal maanden geleden. Daarmee verliest de Amerikaanse literaire wereld een belangrijke stem. Baumgartner zal een van zijn laatste werken zijn. Niet toevallig over een bejaarde man van 71 jaar die zoekt. Soms zoekt naar de draad van zijn gaan, soms naar de draad van zijn bestaan en toch nog alert genoeg is om te weten waar en wat hij zoekt en soms niet vindt. De herinnering aan liefde, het terugvinden van een mogelijke geliefde, het nadenken als senior-filosoof. Auster doet het integer en beschrijft dit van binnenuit. Mooi.
Mijn appreciatie is matig omdat de beginfase vrij herkenbaar en dus niet genoeg tot he point was voor zover ik de auteur ken. Misschien ook omdat het vrij stereotiep leest. Een man met veel diepzinnige gedachten ondergaand in lijden sinds de dood van zijn geliefde en dan oplevend met een ander die ook dat lief kende. Tja. Precies daarom geen vier of vijf sterren. Nergens wordt het stereotiepe doorbroken en dat is niets voor Auster.
Op het moment van lezen, was de auteur niet dood. Niet dat ik mijn mening omtrent dit boek zou herzien. Maar het is en blijft een auteur de moeite waard om te lezen. Echt waar waard.
Vakantietip: niet lezen als mantelzorger als je zelf in overdrive gaat.
Bloedzang, Caro Van Thuyne, Koppernik, 2023***
Eerder las ik van deze auteur ‘Tussen wee en wens’ (Koppernik****) met verwijzing naar een vorige blog voor deze boekhandel. Met dat boek won ze De Bronzen Uil 2021. Terecht.
Benieuwd dus naar dit boek dat gezien het aantal bladzijden en de onstuimigheid van de auteur voor mij een must was en me nieuwsgierig maakte. West-Vlaams zo uitgebreid? Waar gaat dat heen?
Bloedzang is een ode aan haar moeder. De moederfiguur waar zij mee opgroeide, waartegen ze rebelleerde, waarmee ze vocht en waar ze nu naar toe gaat. Want moeder is getroffen door een trombose, ligt in het ziekenhuis en dat in volle corona-tijd.
Bloedzang is meer dan dat. Het is eveneens een parcours die de auteur aflegt om te begrijpen wat ze niet begrijpt. Moederliefde. Bloedzang. Hoe uiteindelijk, nabij het vergaan, bloedbanden nauwer komen ondanks zoveel verschillen. Van Thuyne speelt met het thema en de cruciale punten waar je als dochter mee te maken krijgt eenmaal je het verleden ziet passeren. Dat zet ze cru neer. Op z’n West-Vlaams. Tegelijkertijd haalt ze thema’s aan die ze dan meer diepgang geeft dankzij andere, internationale en vooral feministische auteurs.
Misschien schat ik dit boek niet naar waarde. Misschien is het voor mij, als West-Vlaamse en geboren in diezelfde streek, te herkenbaar. Ook té West-Vlaams. Van Thuyne brengt het West-Vlaams bijna fonetisch aan. Soms is dat en het herhalen, bijna letterlijk van veel zinnen, voor mij een breekpunt in de potentie die het boek niet haalt.
Een teveel aan herhaling, een beetje cru zijn op z’n West-Vlaams, een portie literatuur binnenbrengen en dan hopen dat het aan elkaar hangt.
Vakantietip: een auteur die je moet lezen terwijl je wandelt in Koekelare, de abdij van Gistel bezoekt en een pint drinkt in Zande.
Stromend graf, Robert Galbraith, Meulenhoff Boekerij, 2023**
Als ik de lezers één raad mag geven: koop het als e-book. Deze turf weegt niet minder dan anderhalve kilogram en is dus niet lang in één hand te lezen. Dus las ik het boek aan tafel zoals een ijverige leerling van het lager onderwijs. Maar goed, ook dat is plezant als de lente natter is dan ooit tevoren. Galbraith is een pseudoniem van J.K.Rowlings. Niet dat dit belangrijk is wat betreft de kwaliteit van lezen. Alleen de verwondering dat Rowlings in het nieuws kwam als anti-transgender-minded en dan zelf een mannelijk pseudoniem verzint. Begrijpe wie kan.
Over het boek dan. Het verhaal speelt zich af in Norfolk binnen een sekte. Op vraag van een vermiste zoon wil de hoofdfiguur Robin Ellacott de sekte infiltreren. Beetje bij beetje groeit het verhaal en de supsense. Wie is wie? Wie kan je vertrouwen? En hoe bouw je binnen een sekte communicatie op met de buitenwereld? Zelfs als buitenstaander met een opdracht blijf je niet ongevoelig of wordt er diep van binnen een snaar geraakt. Dat is absoluut de verdienste van dit boek.
Een pracht van een idee. En uiteindelijk wel boeiend mocht Galbraith/Rowling zijn/haar verhaal wat beknopter geschreven hebben.
Over stijl heb ik het niet. Dit is een suspense-verhaal zonder pretentie. Dat mag er zijn. De opbouw is soms correct en dan loopt het weer mank. Je krijgt de indruk dat er diverse schrijvers bezig zijn aan dit verhaal. Rowling is geen auteur, maar een schrijfbedrijf naar mijn bescheiden mening.
Al bij al, leuke literatuur.
Vakantietip: neem het mee naar Sandringham House, niet ver van King’s Lynn in Norfolk. Zwerf dan even weg naar de kust via Hunstanton en Cromer.