Benno Barnard
6 november 2017 - 20 uur
Benno Barnard in pianoforte bij ons op bezoek
in De Zondvloed
Hij wordt geïnterviewd door Piet Piryns
en wij drinken daarna een glaasje op de nieuwe bundel.
Je moet enige moed hebben om poëzie te schrijven zoals Benno Barnard dat doet.
In ogenschijnlijk regelmatige vormen, met eruditie en een liefde voor het klassieke,
lijkt het erop dat Barnard niet bang is om zich buiten zijn tijd te plaatsen.
En dat is ook zo: de ware poëtische taal is geen taal van nu, maar taal van gister en morgen.
Maar wie denkt dat de dichter zich in Het trouwservies aan de werkelijkheid probeert te onttrekken, vergist zich deerlijk.
Dat kan ook helemaal niet, blijkt uit deze verzen die bijna uit hun voegen barsten van het leven.
Want als je goed leest, zie je de barstjes in het servies:
hoe prachtig deze gedichten ook zijn, de werkelijkheid wringt zich een weg naar buiten,
die maken dat deze gedichten meer dan alleen mooi zijn: Barnard graaft diep.
Pianoforte
Ziet u dat Europese meubelstuk bij uitstek, walnoot,
kandelaars, gebouwd door Stephan Hain in Krefeld
voor de in statisch wilhelminisch zonlicht badende salon
van een morsdode dame in een allang verteerde japon?
Ik schrijf omstreeks 1910 en terstond zie ik zo’n stijve
mevrouw met een gouvernante, een gedichtenschrift
en heimwee naar haar meisjestijd; en vast drukken de vingers
van de ex-bruid de angst voor haar opdringerige echtgenoot
’s avonds in de vorm van de noodzakelijke dromerigheid uit.
Nu staat dat ding in mijn woonkamer te zwijgen,
even dood als de boom waaruit het is gebouwd. Maar
ziet u niet ook een voormalig Duitstalige provinciestad,
Czernowitz of zoiets, met kastanjealleeën, een al welhaast
expressionistische zon, een okerkleurig gymnasium,
bedaard antisemitisme, jonge dichters – die hele
nog uit te wissen wereld, vóór de troepen komen, de legertros,
de kornetten met hun praatjes en een melodie uit de negen-
tiende eeuw onder hun snor; voor de nacht valt en de regen
neerslaat en de modder rijst en de collaborateur bungelt
aan een niet in een pianoforte veranderende boom? Hoor toch
de cadenzen van het continent zich uit open zomeravondramen storten!
Benno Barnard (1954)
uit: Het trouwservies (2017)